zondag 6 december 2009

Goede voornemens

Goede voornemens zijn bij veel mensen onderdeel van hun persoonlijke cultuur geworden. Stoppen met roken of drinken, meer sporten, elke zondag hardlopen etc. etc. Dat is niets voor mij. Goede voornemens sterven meestal een stille dood en laten een schuldbewuste eigenaar achter met het besef opnieuw gefaald te hebben. Nee, ik moet het hebben van de tips. Ik weet altijd perfect welke voornemens een ander zou moeten hebben om er een beter jaar van te maken. Meestal houd ik deze gedachten voor mij, maar aangezien ik met mijn ideeën voor 2010 de samenleving vele miljarden kan besparen, wil ik ze graag met u delen.
Laten we maar een beginnen met het afschaffen van wat adviesraden van de regering. Allereerst natuurlijk de Onderwijsraad. Dat zal na mijn column van 17 november bij de lezer toch nauwelijks meer verbazing wekken. Een raad die dergelijke absurde adviezen uitbrengt heeft zichzelf volkomen ongeloofwaardig en dus overbodig gemaakt. De Raad van State is de volgende die naar de prullenbak kan worden verwezen. Niet omdat het geen zinvolle adviezen zijn die deze hoge heren uitbrengen, integendeel. Het zijn vaak hele goede en waardevolle adviezen. Echter, als de inhoud van de adviezen de dames en heren die het land besturen niet bevalt, leggen ze het dure advies gewoon naast zich neer. Daarmee is de RvS ook een overbodig orgaan geworden. We kunnen hier lang over debatteren, maar het in stand houden van een orgaan dat alleen welgevallige adviezen uit mag brengen aan zijn broodheer lijkt een beetje op de zelfverheerlijking uit de hoogtijdagen van de Romeinen. De 'consilium principis' werd door keizer Tiberius zelf ingesteld en bestond uit de persoonlijke vrienden van de keizer. Nou, aan zo'n adviesraad hebben we anno 2010 geen behoefte. Laten we onze blik even over bestuurlijk Nederland gaan en kijken we naar de provincies, dan kan probleemloos worden vastgesteld dat het bestuursorgaan in deze vorm en omvang kan worden opgeheven, zonder dat het land er minder van wordt. De voornaamste wettelijke taken van de provincie bevinden zich op het terrein van de ruimtelijke ordening en het milieu. Deze taken kunnen zonder enige moeite worden overgenomen door het ministerie van Vrom. Het kan rechtstreeks vanuit Den Haag of middels agentschappen die in dan gerust in de vm provinciehuizen kunnen worden ondergebracht. Een taak als jeugdzorg wordt overgeheveld naar de gemeenten die daartoe veel beter kunnen worden toegerust, terwijl de toezicht op de gemeentefinanciën terug gaat naar het desbetreffende ministerie. Alle andere taken die de provincie uitvoert, worden op de keper beschouwt alleen maar gedaan om de gedeputeerden en de bijbehorende ambtenaren van werk en aanzien te voorzien. Economie, onderwijs en welzijn (om maar eens een paar taken te noemen) zijn nu niet bepaald taken waarbij je een provincie nodig hebt om sturing en richting te geven. Dit werk wordt sneller, beter en zeker adequater uitgevoerd door gemeenten, waarbij we gelukkig steeds vaker zien dat er sprake is van regionale samenwerking. De provincie komt bij deze taken alleen om de hoek kijken door met forse subsidies gemeentebesturen en derden te verleiden om mee te doen, mits uiteraard de denkrichting van de provincie wordt gevolgd. Mooi voorbeeld hiervan is de subsidie van 450.000 euro die een provincie beschikbaar stelt ten behoeve van de 'zwakke' scholen. Ten onrechte wordt hiermee gesuggereerd dat het onderwijs op deze scholen van onvoldoende kwaliteit is, omdat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Helaas mag het geld niet worden besteed aan het wegsturen van een onbekwame schoolleider en de bijscholing van (enkele) de leerkrachten. Nee, laten we toch vooral heel veel adviseurs inhuren, overbodige onderzoeken doen en veel vergaderen, heel veel vergaderen.
Weg dus met die provincies, waarbij ca. 10 % van de ambtenaren kunnen worden overgenomen door de gemeenten (of ministerie en agentschap) en voor de overige ruim 11.000 emplooi moet worden gezocht in andere sectoren. Het gemiddelde jaarloon van een provincieambtenaar bedraagt ca. € 64.000,-, waarbij de besparing op termijn uitkomt op ruim 700 miljoen euro, alleen al aan salarissen. Tel daarbij alle overige kosten nog eens op, dan leert ons dat de totale besparing de 2 miljard zal overstijgen. Het zou het Kabinet sieren als al deze besparingen deel uit gaan maken van hun 'goede' voornemens voor 2010.
O ja, nog even dit. De laatste tijd gaan er stemmen op om de taak van de waterschappen over te hevelen naar de provincie. Niet doen. Onnodig en overbodig. De waterschappen functioneren uitstekend en zouden best in aantal kunnen worden teruggebracht. Maar opheffen? Niet doen. Dat is nu een slecht voornemen en daaraan beginnen we al helemaal niet.

De secretaris wenst u allen een gezellige decembermaand en een goed begin van het nieuwe jaar, waarin opnieuw allerlei zaken aan een beschouwing zullen worden onderworpen.

Het ga u goed!

De secretaris

zondag 29 november 2009

Weg met de Weigenaren!

Het is in mijn ogen vreemd dat een ambtenaar op grond van gewetensbezwaren kan weigeren om een homohuwelijk te sluiten. Als ambtenaar wordt je geacht de wet na te leven en, als dat je taak is, die ook uit te voeren. De mogelijkheid voor homo's om te trouwen is in de wet opgenomen, dus ik vind het onbestaanbaar dat ambtenaren mogen weigeren om zo'n huwelijk te sluiten.
Slecht voorbeeld doet slecht volgen. Het zat er dus wel een beetje in dat de 'weigerambtenaren' navolging zouden krijgen in andere sectoren van de overheid. Ik was dan ook niet verbaasd toen een goede vriend me wees op de website, waar het ontstaan van allerlei nieuwe groepen van weigerambtenaren wordt aangekondigd. Deze groeperingen gaan voortaan door het leven onder de verzamelnaam 'weigenaren'.
Laat ik van deze schokkende website maar eens wat voorbeelden plukken:
* Vrouwelijke leraren in het voortgezet onderwijs hebben zich verenigd. Zij willen geen les meer geven aan Islamitische jongens, omdat de Islam de vrouw een ondergeschikte positie toekent.
* Politieagenten die hun leven vnl. op straat doorbrengen weigeren nog bekeuringen uit te schrijven voor het kapotte achterlichtje bij fietsers, omdat zij vervolgens de grofste scheldwoorden naar hun hoofd geslingerd krijgen.
* Een groep ambtenaren die werkt in de groenvoorziening heeft aangekondigd vanaf 1 januari 2010 niet meer te snoeien, omdat dit naar hun overtuiging tegen de wetten van de natuur in zou gaan.

Op de bewuste website (waarvan ik om redenen van persoonlijke veiligheid het adres geheim houd)staan nog een tiental voorbeelden die, als dit allemaal wordt toegestaan, ontwrichtend zullen werken op onze samenleving. Ik pleit er dus voor om de groep ambtenaren die tot het ontstaan van de weigenaren heeft geleid van hun functie te ontheffen en binnen de gemeenten ander werk te geven, tenzij men alsnog de gewetensbezwaren overboord gooit.

Weg met de Weigenaren!

Alvorens de secretaris zich terugtrekt in de Oostenrijkse Alpen om inspiratie op te doen voor een nieuwe serie beschouwingen, zal in december nog de laatste beschouwing van 2009 gepubliceerd worden. Tot dan.

De secretaris

dinsdag 17 november 2009

Verduveld knappe koppen

Ach, ach die Onderwijsraad toch...! Slimme mensen allemaal, vooral veel hoogleraren en bijzonder(e) hoogleraren, maar ook mensen die directeur zijn van een ROC of een stichting van basisscholen. Knappe koppen dus die heus wel zien dat het onderwijs langzamerhand naar de knoppen gaat als we de minister en zijn maatje hun gang laten gaan. Tegenwoordig moet alles doelmatig zijn. Alles moet dus efficiënter, d.w.z. meer met dezelfde middelen of hetzelfde met minder middelen. Ook het onderwijs ontkomt daar niet aan en i.p.v. zich daartegen te verzetten, scheidt dit eerbiedwaardige college een zestal adviezen af die elkaar weinig ontlopen in vernuft. Een stroom van kritiek ontlaadde zich over de hoofden van de leden van de Raad na publicatie van hun advies "Naar doelmatiger onderwijs", want alleen de kenners, waar ik mezelf toe reken, zagen (ik niet meteen, dat geef ik toe) de dubbele lading van de adviezen. Om de brille van deze raad te demonstreren, wil ik graag drie adviezen aan een nadere beschouwing onderwerpen.
Allereerst het idee om les te gaan geven aan grotere groepen leerlingen en de begeleiding te laten verzorgen door diverse leraren met verschillende functie. Stel je voor: 3 of 4 leraren begeleiden ca. 50 tot 75 leerlingen die elk voor zichzelf of in groepjes aan een project werken. Lijkt knap gevonden, want de bezuinigingen liggen voor het oprapen. Waarom geen 1 of 2 leraren, waarom leraren en geen activiteitenbegeleiders (veel goedkoper), de discussie over onbevoegde leraren is dan ook meteen van de baan. Het lijkt dus idee dat goed tegemoet komt aan de wens naar meer doelmatigheid. Natuurlijk wil de Onderwijsraad dit eigenlijk niet. Die knapperds begrijpen ook wel dat er niet geleerd wordt als je pak 'm beet zo'n 65 pubers bij elkaar zet. Dit wordt net zo'n fiasco als het competentiegericht leren in het MBO, waar de gemiddelde student nog geen klinker van een medeklinker kan onderscheiden. Nederland zal dramatisch zakken in de internationale onderwijsvergelijkingen en kijk......dat is nu precies wat de Onderwijsraad eigenlijk wil. Want bij achteruitgang wordt er geroepen om meer geld en daar is die slimme raad uiteindelijk op uit. Om meer geld vragen helpt niet, dus dan maar eerst wat generaties naar de kloten helpen en dan dubbel geld erbij. Petje af hoor!
Ook heeft de onderwijsraad het idee opgevat dat leraren moeten gaan tijdschrijven. Want, zo schrijft men in het advies, hiermee krijgen leidinggevenden meer zicht op de inzet van mensen en middelen. Een mooi plannetje waarmee de Onderwijsraad vast graag wil aantonen dat de overheid zich veel te veel bemoeit met het onderwijs. Want als de leerkrachten gaan tijdschrijven, zal blijken dat men in verhouding veel te veel tijd kwijt is met vergaderen. Vergaderen over hoe de grote hoeveelheid, door overheid of schoolbestuur voorgeschreven, administratie moet worden ingevuld, met al die veelal overbodige administratieve handelingen zelf en tot slot ook nog met het vergaderen over de uitkomsten van al dat papierwerk. Het is mij volkomen duidelijk wat de Raad hiermee beoogd: vermindering van de administratieve lasten voor de leerkrachten. Maar ja, zullen ze gedacht hebben, als we dit roepen krijgen we de Onderwijsinspectie en dus de Minister op ons dak. Dan maar via een omweg! Als straks blijkt dat leerkrachten ongeveer 23 uur voor de klas staan en evenzoveel tijd moeten besteden aan al die papieren rompslop, dan wordt de roep om minder papier vanzelf groot. Prachtig gevonden mijne dames en heren, mijn complimenten.
Tot slot het de beoordeling van leerkrachten via o.a. 360 graden feedback. Zalig zijn de leerlingen die mee mogen praten over de beoordeling van hun leraren. Eindelijk de rollen omgedraaid. Zijn al eeuwen lang de leerlingen afhankelijk van de (luimen van) hun leraren, eindelijk zijn de rollen omgedraaid en krijgt het lerarenkorps een koekje van eigen deeg. Ik moet eerlijk bekennen dat dit voorstel van een dermate creativiteit en intelligentie getuigt, dat zelf ik er nog niet precies achter ben wat men hiermee als hoger doel voor ogen heeft. Ik zal het advies nog eens goed lezen en kom er misschien in een volgende beschouwing op terug.
Wat fijn, zo'n stel mensen met hart voor onderwijs die het liever hebben over doelmatigheid en niet over doeltreffendheid. Ach, waarom zou je ook...!

De secretaris

zondag 1 november 2009

Meten wat we willen weten

Van jongs af aan zijn we bezig met het 'verdienen' van diploma's. Een beetje jongvolwassene die wil meetellen kan zonder al te veel moeite zijn kamermuren behangen met een dozijn aan diploma's te beginnen met het veterdiploma in de kleuterjaren. Al snel gevolgd door achtereenvolgens minstens 2 zwemdiploma's, een fietsdiploma, tafeldiploma, verkeersdiploma, getuigschrift basisschool, typediploma, bromfietsbewijs, diploma voorgezet onderwijs, theoriediploma en rijbewijs. Daarnaast zijn er vast nog scholen die nog meer diploma's of getuigschriften bedacht hebben, niet te vergeten de bewijzen van vaardigheden die verzonnen worden door sportverengingen. Nee, zonder diploma kom je nergens in dit land, dat leren we onze jeugd al heel snel. En dan nog eens al die onderzoeken die we moeten ondergaan. Afgezien van die op het consultatiebureau, waar we over het algemeen weinig weet van hebben gaat het onderwijs gebukt onder de terreur van de toets-maffia. Citotoetsen, vanaf het vijfde levensjaar minimaal 6 per jaar, vergallen menig kinder- en leerkrachtgeluk. Tijd voor plezier en ontspanning is er niet. Van jongs af worden kinderen onderworpen aan kreten als 'opbrengstgericht', 'het moet ergens toe dienen', 'het moet effect sorteren', 'wat kunnen we ermee bereiken', 'wat is het doel', wat is het nut' etc. etc. Ze leren dat resultaten onbarmhartig openbaar worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld de onderwijsinspectie doet met het publiceren van de resultaten van hun onderzoeken naar de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. Dat daarbij alleen gekeken wordt naar opbrengsten hoeft uiteraard geen betoog.
Volgepropt met dit soort veel-te-ver-doorgeslagen ideologieën bemerken de jongvolwassenen dat het 'meten is weten' adagium ook onder de 'grote' mensen tot het ultieme is verheven.
Of ze nu in het bedrijfsleven gaan werken of bij de overheid: Onderzoeken zijn er in overvloed. Ze leren echter wel snel het grote verschil met de onderzoeken die ze kennen van 'vroeger'. Onderzoeken moeten over het algemeen wel leiden tot het gewenste resultaat. Opdrachtgevers zijn niet zo geïnteresseerd in onafhankelijke onderzoeken. Men wil van te voren graag weten wat uit het onderzoek komt en als het even kan ook aangeven wat er uit het onderzoek zou moeten komen, wil het aan de openbaarheid worden prijsgegeven. Makkelijk te manipuleren commissievoorzitters deinzen er niet voor terug om gegevens in rapporten te veranderen of feiten en conclusies te verdoezelen. Tenslotte is dit commissiewerk leuk, levert het heel wat op, is het niet in pecunia, dan wel in andere opdrachten of zelfs een leuke baan en zijn we niet op de wereld om elkaar het leven zuur te maken, nietwaar? Overigens geldt dit niet alleen voor onderzoeken, maar toch ook wel voor uitvindingen die bepaalde sectoren onwelgevallig zijn.
Vraag me niet om voorbeelden, want die zijn er te over. Daar hoef je alleen maar de kranten voor te lezen. Alleen deze week al het onderzoek naar de radicalisering, waarin de PVV als bedreiging van de democratie wordt gezien en de opdrachtgever (BZK) wil dat de uitkomsten worden aangepast. Een ander mooi voorbeeld is toch wel het rapport dat de commissie Cornielje openbaar heeft gemaakt, waarbij de voorzitter (Clemens Cornielje de CdK van Gelderland) volgens ingewijden bewust gegevens in het rapport zodanig heeft gewijzigd dat de politie er in zijn rapport gunstig van afkomt. Doordat de politiebond stevige kritiek uitte komt er nu een onderzoek naar het werk van de commissie Cornielje, maar de samenstelling van die commissie roept op zijn minst twijfels op over haar onafhankelijkheid. Die nieuwe, door minister Ter Horst ingestelde, commissie bestaat nl. uit de voormalige begeleidingsgroep van de commissie Cornielje. Als je dat leest vraag je je af of de minister wel echt geïnteresseerd is in een andere uitkomst dan die van het oorspronkelijke onderzoek.
'Meten is weten' is in goed Nederlands allang vervangen door 'Alleen meten wat we willen weten'.

Met beschouwende groet,

De Secretaris

zondag 11 oktober 2009

Wat zeuren ze nou!

Ik snap niets van de commotie om mijn persoon. Ben ik niet de belichaming van de Partijbeginselen?. Ben ik eigenlijk niet De Partij? Ik heb begin jaren 80 de folders gelopen en begon zo aan een glanzende carrière bij de PvdA. Via het voorzitterschap van de afdeling Maassluis, maar nog meer door een geniepige infiltratie via de Rooie Vrouwen kwam ik in 1995 eindelijk in het Partijbestuur. Ik heb er wel voor gezorgd dat zij niet meer om me heen konden. Ik had ook al een doel voor ogen: Ik wilde wel staatssecretaris worden, het liefst van onderwijs want ik daar heb ik wel veel verstand van. Ik heb er in mijn werkzame leven al vast heimelijk voor gezorgd dat ik later als staatssecretaris ook voldoende werk zou hebben. Zo heb ik er als directeur volwasseneducatie van de stichting 'In Petto" voor gezorgd dat er fors aan schaalvergroting middels fusies werd gedaan. Ik ben hoofdverantwoordelijk voor de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)met de inmiddels wat besmette termen van duaal leren en rendementsverbetering. Mijn grootste stunt was echter wel de vernieuwing van de lerarenopleidingen en de doorstroming van MBO naar HBO. Ik snap ook wel dat veel PABO studenten in het eerste jaar afvallen op de reken- en of taaltoets, want als je van het MBO afkomt dan kun je dat soort dingen ook niet. Als staatssecretaris had ik die puinhopen mooi op kunnen ruimen en dat was mijn naam voorgoed gevestigd. Dan had ik het beter gedaan dan die tut van een Netelenbos die de LTS en de huishoudschool om zeep heeft geholpen met haar elitaire gezever over kenniseconomie. O ja, VMBO in deze vorm had ik natuurlijk ook meteen afgeschaft.
Maar ja, de kans dat ik staatssecretaris wordt, is wel erg klein geworden. Natuurlijk komt dat niet door mij! O, ik erken wel dat ik niet altijd de meest snedige antwoorden weet te geven in de debatten, maar ik spreek beter dan mijn meeste collegae, tenslotte heb ik niet voor niets Nederlands gestudeerd. Dit land is wel afgezakt trouwens, dat je meer beoordeeld wordt aan de hand van het aantal one-liners dat naar voren wordt gebracht en niet meer aan de inhoud van je boodschap. En van de kritiek op mijn houding en kleding in de debatten snap ik al helemaal niets. De cursus 'omgaan met de media' die ik begin deze eeuw gevolgd heb, sloot ik af als beste van mijn leergang en mijn kleren koop ik altijd bij hetzelfde modekraampje op de Albert Cuyp.
Nee, de teloorgang van de partij ligt niet aan mij, maar aan mensen als Diederik Samsom en Jeroen Dijsselbloem, die altijd gelijk willen hebben en er toevallig leuk uitzien en wel goedbespraakt zijn. Die zijn wel verrekte lastig in hun hok te houden. Dat lukt beter met de fractieleden als Chantal Gill'ard, Pierre Heijnen, Lutz Jacobi en bijvoorbeeld Attje Kuiken. Laten we eerlijk zijn. Daar heeft toch nog nooit iemand van gehoord? Dat wil ik graag zo houden. Die gaan mij niet dwarsbomen.
Nee, de betere tijden voor de Partij breken vanzelf weer aan. Nu gebleken is dat God niet de Schepper is, maar slechts de Scheider verliezen de Christelijke partijen alle grond onder hun voeten. Een mooi moment voor Wouter om ook maar te gaan optreden als de vleesgeworden Scheider. Laten we maar scheiden van dit Kabinet, dat geeft de kiezer weer vertrouwen en dan komt mijn staatssecretariaat weer een flinke stap dichterbij. Het (over)leven is zo slecht nog niet.

Leuker kon ik deze beschouwing helaas niet maken.

De secretaris

donderdag 8 oktober 2009

Een kijkje in de toekomst: 2017

De grootste problemen van dit Kabinet ontstijgen niet het niveau van een vergadering van leidsters op een peuterspeelzaal. Is daar het onderwerp "waar halen we zout vandaan om straks te strooien op het plein", onze vice-premier buigt zich over een keurmerk voor gezinsvriendelijke bedrijven en instellingen. Het is eigenlijk om te huilen, maar dit bijeengeraapte stelletje grefo's slaagt er onderhand wel degelijk in de samenleving in een wurggreep van regeltjes en overheidsbemoeienis en -toezicht te krijgen, door de echte problemen voor zich uit te schuiven of ze aan de ambtenaren te geven.
Er zijn bijvoorbeeld, zo is net uitgelekt, al verregaande plannen in voorbereiding om voor supermarkten en andere winkels waar voedingsmiddelen worden verkocht speciale passen uit te reiken aan de burgers. Met deze speciale 'voedingspatroonpassen' (VpP) moet met ingang van 2017 in alle voedingszaken worden afgerekend. Gebruik van contant geld of pinpas is verboden. Overigens maken ze het ons wel gemakkelijk, want de pincode op de VpP is dezelfde als die op onze pinpas. De invoering van de VpP gebeurt onder het voorwendsel dat het een einde zal maken aan de toenemende overvallen op dergelijke winkels, maar het eigenlijke doel is greep te krijgen op ons voedingsgdrag. De volgende stap is dat de voedingswinkels worden omgebouwd, waardoor alle voedingswaren achter doorzichtige panelen zal verdwijnen. Wil je dan voortaan een kratje pils kopen, dan moet je eerst de pas voor het luikje houden en dan hoor je waarschijnlijk dit: "U heeft vorige week al een kratje bier gekocht, daarmee heeft u uw rantsoen voor deze maand bereikt. Ons advies is: Spa fruit light". Wil je een slagroomtaart, dan zegt de stem hoogstwaarschijnlijk: "Volgens onze gegevens vinden in uw familiaire kring geen feestelijkheden plaats . Aangezien uw BMI tegen de hoogste grenswaarde aanzit, kunt u deze taart niet aanschaffen. Ons advies is: Rauwe wortelen". En aangezien alle bestanden met elkaar worden gekoppeld, kun je ook geen snoep kopen want dan hoor je dit: "In verband met uw BMI mag u geen snoep eten en uw dochter heeft zojuist een onvoldoende gehaald voor haar wiskunde. Zij verdient geen snoep. Deze bestelling wordt geweigerd en er volgt geen advies".
Lachwekkend. Ja, dat zeker, maar deze nachtmerrie komt onderhand angstvallig dichtbij.

Vriendelijke groet,

De secretaris

dinsdag 22 september 2009

Er is al genoeg gezegd en geschreven over het treurspel zoals de algemene beschouwingen dit jaar het beste gekarakteriseerd kunnen worden. Wouter Bos voegde daar in Venlo overigens een dramatische scene aan toe door domweg te roepen dat de werkgevers er maar voor moeten zorgen dat zware beroepen niet meer bestaan. Alleen het toverstokje ontbrak er nog aan. Daar ga ik het dan ook maar niet over hebben. Hoewel ik me zeer afvraag of de aangekondigde grootscheepse bezuinigingen wel echt nodig zijn, maar dat zal het volgend jaar wel uitwijzen (maar goed dat dit inspiratieloze Kabinet geen knopen door kan hakken), is het een goede zaak om de crisissfeer aan te grijpen voor ingrijpende hervormingen op diverse beleidsterreinen. Hervormingen die ongetwijfeld ook tot bezuinigingen zullen leiden. Ik zal de 20 ingestelde ambtelijke commissies vast een paar voorzetjes doen, zodat ze hun werkzaamheden wat eerder af kunnen ronden dan begin zomer 2010. Het is tenslotte van belang dat de beoogde hervormingen zo spoedig mogelijk worden ingevoerd nietwaar, al zal dit wel weer tegen het zere been van onze ministers zijn, die van uit-en afstel hun eigen comfortzone hebben gebouwd.
1. De AOW flexibiliseren.
Mensen kunnen ervoor kiezen vanaf hun 63e te stoppen met werken. Op hun 63e ontvangt men dan een verlaagde AOW uitkering van 300 euro, oplopend tot 800 euro bij stoppen op 68 jaar. Daar wordt dan nog een bonus van 100 euro aan toegevoegd. Op school leer je al dat alleen belonen leidt tot gewenst bedrag en dat straffen weerstand oproept. O ja, en dit gaan we wel effe in vijf jaar realiseren hè en niet in 31 jaar, zoals de hoofdslapjanussen willen.
2. Het ABP hanteert deze werkwijze ook al met de pensioenen en de andere pensioenfondsen zouden zich hierbij aan moeten sluiten.
3. Inkomensafhankelijk maken van de Kinderbijslag. Dit punt behoeft m.i. geen verdere toelichting.
4. Afschaffen van de aflossingsvrije hypotheken. Idem
5. Alleen toestaan van lineaire of annuïteits hypotheken en verbieden van allerlei dubieuze beleggings- en spaarvormen.
6. Verdrievoudigen van het drempelbedrag voor Europese aanbestedingen (naar 618.000 euro)voor decentrale overheden. dit systeem is veel te omslachtig en daardoor te duur.
7. Afschaffen van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg)en de indicatiestelling laten doen door de huisartsen. Efficiënter en goedkoper. Ik realiseer me dat zowel het CIZ, dat tenslotte gerund wordt door de verzekeringsmaatschappijen, als de huisarts belang hebben bij de indicatiestelling, maar ik troost me met de gedachte dat het belang van de huisarts meer de patiënt zal gelden dat het belang van het CIZ.
8. Alle artsen in loondienst. Mag tegen behoorlijke salarissen, waarbij we ons niets aantrekken van die belachelijke Balkenendenorm, want (bepaalde) specialisten mogen w.m.b. goed verdienen. Artsen komen in dienst van opgerichte centra eerstelijnsgezondheidszorg (evenals fysiotherapeuten etc.), specialisten komen in dienst van ziekenhuizen.
9. Renationaliseren van energie en openbaar vervoer.
10. Afschaffen van de provincies als decentrale overheid. Slechts op gebied van Ruimtelijke Ordening en Milieu agentschappen namens het ministerie handhaven. Provincies zijn kostenverslindende en over het algemeen nutteloze overheden met slechts twee, eerder genoemde, belangrijke taken die prima door het ministerie zelf kunnen worden uitgevoerd.

Deze voortreffelijke plannen zijn door mij bedacht op een achternamiddag. Desgewenst kan ik er nog tien aanleveren, dus ik ga er van uit dat de ambtelijke commissies met of zonder mijn hulp nog dit jaar hun werkzaamheden kunnen afronden.

Het is goed rusten na mijn eigen algemene beschouwing.

De secretaris.

zondag 6 september 2009

Terreur van de middelmaat

Al op de kleuterschool mislukte haar ambities om een blokkentoren te bouwen die hoger was dan die van de andere klasgenoten. Dat maakte haar kwaad! Ook later in haar schoolloopbaan was ze geen uitblinker. Andere sterren straalden om haar heen en dat maakte haar kwader. Na haar studie kregen talentvolle generatiegenoten aanbiedingen voor aantrekkelijke banen. Helaas zij niet en zo zocht ze, zwaar verongelijkt, een hoek van de samenleving op waarin ze de kans kreeg haar middelmatige talenten ten toon te spreiden. Dat werd een organisatie die kleinschalige initiatieven van vrouwen over de hele wereld steunde. Dat verdiende echter wel heel erg weinig en zo stapte ze over naar Cordaid. De frustratie over haar middelmatigheid nam echter met de dag toe en toen het baantje van partijvoorzitter vrij kwam zag ze haar kans schoon. Inspelend op de, inmiddels toch wel wat achterhaalde, sentimenten bij de partij dat vrouwen wel heel weinig kansen krijgen op topfuncties wist ze de verkiezingen te winnen. Haar eerste opmerkelijke daad was wel het wippen van een vrouwelijke concurrent nl. Ella Vogelaar. Een vrouw die het niet ontbrak aan de goede ideeën, maar wel aan communicatieve vaardigheden. Dat laatste kun je aanleren; Ella kreeg die kans niet, zij moest wijken voor de ambities van de middelmaat. Toen daarmee haar positie was gevestigd kon ze eindelijk wraak nemen om een ieder die het waagde haar naar de kroon te steken. Lilianne ontwierp een erecode voor PvdA-ers: Geen partijlid dat in aanmerking wilde komen voor een functie in het openbaar bestuur mag meer gaan verdienen dan de minister-president. Een verschrikkelijk dom plan, waarmee ze aangeeft dat zij er zelf nog niet in geslaagd is de middelmaat te ontgroeien. Het huidige salaris van de MP is een middelmatig salaris voor zo'n verantwoordelijke baan en, Jan-Peter bewijst het, daarmee trek je ook alleen maar middelmatige bestuurders aan. Haar frustratie nooit tot de top te zullen behoren kan ze in de functie van partijvoorzitter botvieren en het is te hopen dat deze 'terreur van de middelmaat' door de leden wordt doorzien. Lilianne Ploumen moet worden teruggefloten anders wordt de toekomst voor de partij nog somberder dan hij er nu al uitziet. Overigens heeft deze voorzitter nog een gevaarlijk kantje. Zij wil meer invloed van de religie op de staat. Kijk, dat het CDA die mening heeft en uitvent dat is begrijpelijk. CDA senator Sophie van Bijsterveld vindt in Elsevier van 20 januari 2009 de invloed van de kerk op de staat wenselijk. Maar dat de voorzitter van de PvdA het strikt seculiere gedachtegoed van haar partij opgeeft ten faveure van ‘religieuze inspiratie’ is voor mij onbegrijpelijk. ‘Ploumen is niet huiverig voor vermenging van politiek en religie. Het is volgens haar dan ook tijd dat de publieke rol van religie hoger op de politieke agenda komt’ (W. Huttinga, Trouw, 6 december 2007). Het wordt tijd dat de partij-bobo's zich ontdoen van deze, voor de koers van de partij, gevaarlijke vrouw die overduidelijk met een dubbele agenda werkt.

Genoeg voor een diepgaande beschouwing, dacht ik zo.

De secretaris.

dinsdag 25 augustus 2009

Vertrutting en bedrog gaan hand in hand

Dat ik dit kabinet bevoogdend vindt en wij daardoor een kant opgaan die alleen met vreugde wordt begroet door onze streng Christelijke medelanders is genoegzaam bekend. Helaas kan inmiddels worden geconstateerd dat de gereformeerde opvattingen over hoe de samenleving zich moet gaan gedragen ook wordt overgenomen door allerlei (semi-)overheidsinstellingen. Dat dit leidt tot een verregaande vertrutting van onze maatschappij behoeft m.i. nauwelijks betoog. Het grootste voorbeeld hiervan is de ongevraagde bemoeienis van de Raad voor de Kinderbescherming met het 13-jarige meisje Laura die graag een solo zeiltocht om de wereld wil maken. Ouders hebben de reis van alle kanten bekeken en de voors en tegens goed overwogen en zijn hierbij niet over één nacht ijs gegaan. Ook Laura weet donders goed wat ze wil en is zich bewust van de gevaren die zij hierbij loopt. De meeste mensen uit haar omgeving geven aan dat zij dit aankan en wat vraagt de Raad voor de Kinderbescherming aan de rechter: "Zet de ouders tijdelijk uit de ouderlijke macht, zodat wij iemand kunnen aanwijzen die dit plan verbiedt".

Je mag je kind kennelijk ongestraft elk weekend blootstellen aan allerlei talentenjachten, Coma-zuipen wordt nog net niet toegejuicht en jonge kinderen zonder toezicht tot diep in de nacht buiten laten spelen is de normaalste zaak van de wereld. Zo kan ik nog wel een aantal zaken noemen die meer aandacht zouden moeten vragen van dit instituut dan de zeereis van Laura.
De Raad voor de Kinderbescherming zou er goed aan doen zich bezig te houden met het wegwerken wachtlijsten in de jeugdzorg en het helpen van de kinderen die echt in de verdrukking zitten.
Een vertruttende maatschappij is ook vaak een benepen maatschappij, waarbij 'onbetrouwbaar' en 'stiekem' woorden zijn die de boventoon voeren.

In de zaak van de uitdieping van de Westerschelde is maar weer eens bewezen dat je een grefo niet zomaar kunt vertrouwen. Een overeenkomst tussen Nederland en Vlaanderen over deze zaak blijkt plots niets waard te zijn als onze premier zich er hoogst persoonlijk mee gaat bemoeien, daartoe opgestookt door zijn gereformeerde kiezers uit het Zeeuwse. De waarden en normen waar Balkenende altijd de mond vol van heeft, worden net zo makkelijk weer aan de kant geschoven als het de Heer behaagt. Het is een blamage voor ons land en voor mij is het onbegrijpelijk dat de Partij van de Arbeid dit allemaal maar laat gebeuren. Sterker nog, een of andere onbelangrijke backbencher uit de Tweede Kamer toonde zelfs begrip. En dan maar gek opkijken als straks de verkiezingen op een debacle uitlopen. Kom PvdA. doe eens iets flinks!

Tot de volgende beschouwing.

De secretaris

zondag 9 augustus 2009

Sterrenschool: de nieuwe kostschool.

De traditionele schoolweek ligt onder vuur (VK 6 aug. jl.). De grootste niet-commerciële kinderopvangonderneming, de SWK groep, bepleit een vijfdaagse schoolweek van kwart over acht tot twee uur en onze vederlichte staatssecretaris Sharon Dijksma van onderwijs stelde begin dit jaar geld beschikbaar voor experimenten met lessen aan achterstandsleerlingen op verlengde schooldagen, in weekenden en vakanties. Kort daarna trok het "onafhankelijke analysebedrijf"De Argumentenfabriek door het land om de Sterrenschool te bepleiten, een nieuw type school dat het hele jaar open is en op individuele maat toegesneden lessen en.....schooltijden kent. "Elk kind is een individu, een ster en moet zich optimaal kunnen ontplooien" stelde Ton Duif, al eeuwen voorzitter van de AVS (Algemene Vereniging voor Schoolleiders) en lid van de Sterrenschool denk-tank.
Op het eerste gezicht lijkt er niet zoveel aan de hand. Met het idee 'Elk kind is uniek en moet zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier kunnen ontwikkelen' kan geen zinnig mens het oneens zijn. Kwalijker echter zijn de motieven van de dames en heren bedenkers van de Sterrenschool. Het gaat hen in de kern van de zaak niet om een betere ontwikkeling van de kinderen, want dan zijn er nog genoeg voorstellen te bedenken om het huidige onderwijsaanbod sterk te verbeteren. Nee, het plan wordt gestuurd door louter economische motieven en de argumenten dat het goed is voor de kinderen zijn er met de haren bijgesleept. Niet de kinderen maar de ouders moeten zich kunnen ontplooien is het eigenlijke motief en de gemakshalve wordt dan maar verzwegen dat de kinderen daarbij eigenlijk in de weg staan. Kinderopvang op de huidige manier functioneert kennelijk onvoldoende, een eerlijke verdeling van de zorgtaken tussen beide ouders is allang mislukt en dus moet er iets anders worden bedacht: De Sterrenschool. Niet voor niets is dit plan ontwikkeld door de economen en bedrijfskundigen van de "Argumentenfabriek", ongetwijfeld zeer kundige mensen op hun eigen vakgebied, maar van kinderen helaas niet zoveel verstand. Je zult maar kind zijn en dag in dag uit in dezelfde omgeving moeten verblijven, met dezelfde mensen met af en toe een 'uitstapje' naar je sportvereniging. Je ouders zie je af en toe bij het eten en als je geluk hebt, maken ze in het weekend even tijd voor je.
De Sterrenschool is op deze manier niet veel meer dan een, van oudsher verfoeide, kostschool, met als enige verschil dat je (nog) thuis mag slapen. Een onzalig plan dus.

Tot de volgende beschouwing,

De secretaris

dinsdag 7 juli 2009

EPD? Weg er mee!!!!

Na ampele overwegingen toch maar het bezwaarschrift ingevuld waarmee ik aangeef dat voor mij geen Elektronisch Patiënten Dossier mag worden aangemaakt. Ik heb echt lang getwijfeld, maar er zitten teveel onzekere kanten aan v.w.b. de veiligheid en kans op misbruik. Niemand kan garanderen dat onbevoegden geen toegang krijgen tot de dossiers, waardoor de kans bestaat dat je gegevens op straat liggen. Ik schrok echter het meest van mezelf door mijn schrijnend gebrek aan vertrouwen dat ik in de hele gang van zaken rond het EPD heb. Heel belangrijk in mijn ogen is dat de zorgverzekeraars geen toegang hebben tot de dossiers. Kennis van de inhoud van de EPD's zou nl. aanleiding kunnen zijn voor het bijstellen van de verzekeringen (aanvullende pakketten) of de prijzen (verhoging). In de wet staat opgenomen dat een zorgverzekeraar toestemming moet vragen om een dossier in te mogen zien en dat is nu precies waar het mis kan gaan. Zolang ik geen garantie krijg dat mijn gegevens te nooit en te nimmer in de handen kunnen vallen van op winstbejag uitzijnde zorgverzekeraars zal ik mijn bezwaarschrift niet intrekken. Ook al omdat het me niet zou verbazen als de zorgverzekeraars alles in het werk zullen stellen om juist wel inzage te krijgen in de patiëntendossiers en dat de minister hier uiteindelijk mee zal instemmen. je ziet het aan de reactie van de minister rond het rookbeleid. De anti-rookwet voor de horeca kwam er alleen en vooral omdat de minister vond dat de werknemers in de horeca beschermd moesten worden tegen de schadelijke rook, maar nu de rechter heeft beslist dat dus in de horecagelegenheden zonder personeel wel gerookt mag worden, wil de minister de wet aanpassen via een AmvB. Deze vorm van onbetrouwbaarheid is nu precies de reden waarom mensen zich afkeren van de politiek en waarom ik geen EPD wens.

De secretaris houdt nu een zomerstop tot medio augustus. Het ga u allen goed.

dinsdag 16 juni 2009

Tijd voor een nieuwe Leider met een boodschap

De PvdA laat een analyse maken van de nederlaag bij de Europese verkiezingen. Om twee reden zonde van het papier en de tijd. Het onderzoek wordt geleid door Sharon Dijksma. Een lichter lichtgewicht, maar dan alleen figuurlijk, kun je haast niet vinden. Nog nooit betrapt op een verstandige opmerking is het zeer onwaarschijnlijk dat er zinvolle opmerkingen in de eindrapportage zullen staan. Daarnaast is een onderzoek naar de analyse volkomen overbodig, omdat de achtergronden van het giga verlies wel helder zijn. Wouter zegt dat de partij er niet in slaagt om de boodschap goed over te brengen. Hij snapt dus kennelijk niet dat het echte probleem is dat de partij geen heldere boodschap meer heeft. Het is een ratjetoe, een 'van-alles-wat-maar-net-niet' partij geworden. Een partij waarin de echte cultuurdragers het moeten afleggen tegen de who-the-fuck is Lilianne Ploumen, een partij die niet in opstand komt tegen inperking van de koopzondagen (die om een andere reden niet doorgaat), die zich niet roert als de RvS concludeert dat homo's terecht kunnen worden ontslagen of geweigerd op christelijke scholen (die met belastinggeld worden betaald)en een partij die nu nog steeds het marktdenken niet uit haar denkbeelden heeft geschrapt is geen partij meer waar de kiezer van oudsher zich in herkent.En dan de mensen die het moeten doen. Wouter is niet alleen gekooid door zijn ministerschap, maar je moet ook constateren dat zijn tijd is geweest. Het is bewezen dat leiderschap na zeven jaar toe is aan wisseling van de wacht. En daar komt nog een probleem om de hoek kijken: Wie moet Wouter aflossen? Toch in hemelsnaam niet die stotterende, stamelende en naar woorden happende zak botten die nu zich nu fractievoorzitter mag noemen, omdat ze altijd zo hard gewerkt heeft voor de partij. Ongetwijfeld ooit opperfolderaar onder de beste folderaars, maar lachwekkend in het debat. Nee, laat de partij maar eens op zoek gaan naar een jonge, goedgebekte debater, die lef heeft en wel het 'gevecht' met de radicale vleugels in het parlement aan kan. Maar eerst maar eens met een paar denk-mensen de hei op om een nieuwe boodschap te bedenken, een nieuwe koers voor de partij. En dat is juist in deze tijd met veel problemen waarschijnlijk makkelijker dan de zoektocht naar een nieuwe Leider.

Overigens wil de secretaris daar graag nog een beschouwing aan wijden, mocht dat nodig zijn.

vrijdag 29 mei 2009

Gedoe om niks.

Om verschillende reden word ik behoorlijk onpasselijk als de kreet 'Balkenendenorm' weer opduikt. Allereerst al door de naam Balkenende. Die man kun je als leider van het land toch niet serieus nemen. Belangrijke zaken worden uitgesteld en meneer houdt zich alleen maar bezig met het opdringen van zijn gereformeerde waarden en normen aan de rest van de natie. Het is dan ook het toppunt, mijn volgende braakpunt, dat zijn (armzalige) salaris wordt gebombardeerd tot het maximum van wat een ieder mag verdienen. En elke keer als er weer iemand opduikt die meer verdient dat onze zelfverklaarde heilige spreekt de calvinistische goegemeente zijn verontwaardiging hierover uit. Alsof er geen echte problemen zijn. De salariskwestie kan ook van een geheel andere kant bekeken worden. Topsalarissen voor mensen die een unieke functie vervullen, een uniek talent of gave hebben, dan wel een unieke en belangrijke verantwoordelijkheid hebben? Ik vind daar niets mis mee. Ministers horen wat mij betreft niet in deze categorie thuis. De premier hoeft van mij niet veel meer te verdienen dan het huidige salaris van rond de 175.000 euro. Met hoge beloningen trek je ook de goudzoekers aan en je mag hopen dat mensen in het openbaar bestuur niet alleen voor het geld gaan werken, maar ook uit een vorm van idealisme. Verder mag bij de bepaling van de hoogte van het salaris rekening gehouden worden met het feit dat de meeste ministers en staatssecretarissen na hun ambtsperiode de lucratieve banen (commissariaten) voor het uitkiezen hebben. Hun publieke functie stelt hen in staat het hele land te laten zien wat ze in hun mars hebben en wie beschikt er over zo'n etalage? Voor topmensen in de semi-publieke sector of in het bedrijfsleven gelden andere normen. Zij moeten hun lastige klus vaak onder moeilijke omstandigheden klaren en verdienen daar dan ook een passende beloning voor. Gaat het mis, dan staan ze op straat en bij dat risico hoort een passende vergoeding.Voor entertainers als bijvoorbeeld Paul de Leeuw geldt niet alleen dat zij een topsalaris verdienen omdat zijn vaak miljoenen mensen plezieren, wat je van Balkenende beslist niet kunt zeggen, maar ook dat zijn het in relatief korte tijd moeten doen. Wat dat betreft kan deze categorie grootverdieners gelijk gesteld worden met topvoetballers en ook daar praat niemand over de Balkenendenorm. De discussie zou volgens mij veel meer moeten gaan over de bonussen die aan uitgedeeld worden. Deze vorm van beloning leidt onherroepelijk tot strategisch gedrag, waarbij de realiteit en andere grotere belangen vaak uit het oog wordt verloren. Zo zal een politieagent die een bonus krijgt voor het aantal bekeuringen dat hij uitdeelt zich meer concentreren op de makkelijke scores als 'niet-brandende-achterlichten' en verkeerd geparkeerde auto's dan op de daders van een inbraak, hoewel dat laatste een veel ernstiger delict is. Je kunt de topbestuurders hooguit een beloning geven bij hun vertrek, als ze de boel ordentelijk hebben achtergelaten.
Wat mij betreft is die steeds weer terugkerende discussie over de Balkenendenorm een hoop gedoe om niks (het gaat ook nog maar eens om een handjevol mensen), is het makkelijk scoren voor de populisten en worden de echte problemen niet onderkend. Hou toch op met dat gedoe en ga aan het werk!

De secretaris

vrijdag 15 mei 2009

Bekijk het toch eens van een andere kant!

Het valt mij op dat onze bobo's gespecialiseerd zijn in het uitventen van de (eigen) denkbeelden en standpunten, waarbij klakkeloos wordt aangenomen dat anderen die kronkels dan maar overnemen en er naar gaan handelen. Met hun air van 'verstandige mensen' en vaak alleen door hun positie wordt dat soort mensen door een hele stoet gelovige volgelingen omringd. Tunnelvisie heet dat ook wel en als je dat fenomeen serieus bestudeerd kun je ook aangeven waar ook in de toekomst dingen verkeerd zullen gaan. Laat ik eens wat voorbeelden noemen, te beginnen met het songfestival. Al jaren worden er liedjes ingestuurd die in de ogen van deskundigen van "kwalitatief hoog gehalte"zijn en die bij de Nederlandse massa lekker in het gehoor liggen. Gemakshalve gaat men er dan maar van uit dat de rest van Europa onze smaak deelt. Maar de rest weet al lang dat het niet gaat om het liedje of om de zangkwaliteiten van de deelnemers. Het is de show die het hem doet en de hoeveelheid vriendjes in het Oostblok. Daar word je op beoordeeld. En zo kan het gebeuren dat ons land al voor de vijfde keer de finale mist en de vals zingende Moldavische Ciobanu zaterdagavond de kat opnieuw in de gordijnen zal kunnen jagen. Nou is dit allemaal niet zo erg serieus te nemen, maar.....deze tunnelvisie of wat autistische vorm van arrogantie is bijvoorbeeld ook terug te vinden in het onderwijs. Ik pik er zo maar 2 dingetjes uit. Ze kloppen op papier uitstekend, ieder leek juicht die plannen toe en er worden honderden miljoenen voor uitgetrokken. De waarheid is echter dat in het ene geval het meestentijds om weggegooid geld zal gaan en in het andere geval zullen kinderen die speciale zorg verdienen die niet krijgen, sterker nog: hun problemen zullen in ernstige mate toenemen.
Waar gaat het om. Allereerst om de invoering van de digitale schoolborden. Aanschafkosten met toebehoren tussen de 3 en 4000 euro en in veel scholen al te vinden. Leerkrachten hebben met deze digitale schoolborden een krachtig middel in handen om kinderen op interactieve wijze kennis op te laten doen. Ja....in theorie wel. Leerkrachten zijn echter niet in staat om op de goede manier met deze borden om te gaan. Het cursusaanbod is veelal onder de maat, maar ook waar dat wel op niveau is gunnen leerkrachten zich onvoldoende tijd om zich alle facetten van dit fantastische leermiddel eigen te maken. Gevolg is dat het gebruik beperkt blijft en lang niet van alle mogelijkheden gebruik wordt gemaakt. Het interactieve leren voor de kids zit er al helemaal niet in en daarmee is eigenlijk het failliet al bepaald. Onderzoeken zullen over enkele jaren melden dat de invoering is mislukt en dat er honderden miljoenen over de balk zijn gegooid.
Een ander debacle meldt zich al aan de poort: Passend onderwijs. Op de website "Passend Onderwijs" valt te lezen wat daaronder wordt verstaan: Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Geen kind tussen wal en schip dus.
Een mooi verhaal, maar er komt helemaal niets van terecht. Iedereen in het onderwijs weet dat, maar de zogenaamde deskundigen steken de koppen in het zand, want laten we nu wel wezen: niemand is tegen de genoemde definitie van Passend Onderwijs. Integendeel! Realisatie daarvan is te mooi om waar te zijn. Helaas, dit moeten we letterlijk nemen. Het is ook te mooi om waar te zijn en het zal dus ook niet gebeuren. Waarom niet? Bij de keuze van de inzending voor het songfestival wordt alleen gedacht aan onze eigen smaak en vraagt men zich niet af wat de rest van Europa mooi zal vinden. En dan maar verontwaardigd zijn als we voor de zoveelste keer in de halve finale struikelen. Bij de invoering van de digitale schoolborden worden die dingen aangeschaft en opgehangen met hier en daar een cursusje, ervan uitgaande dat alles dan wel goed zal komen. Er wordt niet bedacht de leerkrachten verplicht bij te scholen met theorie, oefeningen, huiswerk en de hele santekraam tot en met een diploma toe. Nee, het is zelfs zo erg, dat op de Pabo's leraren niet weten hoe om te gaan met een digitaal schoolbord, waardoor ook de nieuwe generatie leraren met hun mond vol tanden zullen staan bij het aanschouwen van die borden. En ook bij Passend Onderwijs wordt er niet aan gedacht dat eerst de leraren geschoold moeten worden, dat de lerarenopleidingen Passend Onderwijs tot integraal onderdeel van het curriculum moeten verheffen en dat scholen die in staat zijn tot het aanbieden van Passend Onderwijs beloond moeten worden met meer geld voor klassenverkleining. Drie voorbeelden waarbij men uitgaat van eigen denkbeelden, terwijl aan de andere kant begonnen zou moeten worden. Wat wil Europa en wat moeten de leerkrachten kennen en kunnen om de mooie idealen te verwezenlijken.
Het is nog niet te laat voor het songfestival, want elk jaar komen er nieuwe kansen. Maar het weggegooide geld van de digiborden zal echter niet meer terugkomen en ik ben bang dat de kinderen die speciale zorg nodig hebben er na 2012 er eerder slechter dan beter van af zijn dan nu, al was het alleen maar door de gewekte verwachtingen die in elk geval door de huidige generatie leerkrachten nooit kan worden waargemaakt.
Drie treurige voorbeelden van zaken waarbij men eens aan de andere kant had moeten beginnen.

Al met al een beschouwing waar zelfs deze optimistische secretaris triest van wordt.

Gegroet en tot over twee weken.

zondag 3 mei 2009

Waar is toch de betrokkenheid

Op Koninginnedag zag ik twee agenten over de vrijmarkt lopen. De oudere man groet iedereen vriendelijk en maakt hier en daar een praatje met standhouders. De jongere kijkt steeds nors voor zich uit en blijft op een afstandje staan kijken hoe zijn college zich onderhoudt met de verkopers. Stoer kijkend, met de duimen achter de riem, probeert hij ongenaakbaar te lijken. Alsof hij er niet is voor de 'man in de straat'.

Op een van de grootste scholen van Nederland willen de leerkrachten niet meer meelopen met de avondvierdaagse. Ouders die aangeven alles zelf te willen organiseren, mee te lopen e.d. en alleen de schoolshirtjes en -vlag willen gebruiken, krijgen te horen dat dit niet kan. De school wil zelfs niet de schijn van enige verantwoordelijkheid dragen en ook de naam van de school er niet aan verbinden. Alsof het niet de taak van de leerkrachten is om meer te zijn dan lesboer.

Een tafeltennisbond die huizenhoge contributies int en daarvoor slechts een twintigtal competitiewedstrijden organiseert. Een tafeltennisliefhebber kan derhalve ruim 30 weken zijn sport niet fatsoenlijk beoefenen, behalve door op zijn clubavonden te trainen en hier en daar wat toernooitjes af te lopen, waar de bond ook nauwelijks de hand in heeft.

Zo maar drie voorbeelden van het ontbreken van voldoende betrokkenheid bij de dingen die gedaan worden. Betrokkenheid die zo essentieel is bij het goed vervullen van een taak of het gewoon doen van het werk, of het nu vrijwilligerswerk is of betaald. Mensen die te maken hebben met zulke voorbeelden van schrijnend gebrek aan betrokkenheid, zullen onbegrip tonen en op den duur misschien ook onverschilliger worden. Volgens mij is dit de essentie van het toenemend gebrek aan sociale cohesie in de samenleving en zouden mensen daar op moeten worden aangesproken. Door hun collega's, door hun bazen, door de klanten. Een samenleving waarin mensen betrokken zijn bij de dingen die ze doen, toont mensen die niet alleen betrokken zijn bij hun naasten, maar bij iedereen en alles in de omgeving. Dat levert een bewuste samenleving op en, naar mijn mening, derhalve een samenleving waarin mensen minder langs elkaar heen leven. Waar is toch die betrokkenheid?

De secretaris wenst u een zonnige meimaand toe.

vrijdag 10 april 2009

Weg met de markt

Tjeenk Willink, vice-voorzitter van de RvS vroeg onlangs aandacht voor het verhaal dat de verhouding tussen overheid en markt totaal verstoord is. Eindelijk belangstelling voor een thema dat door de secretaris al zo vaak onder de aandacht is gebracht.
Laten we maar eens beginnen om de AWBZ helemaal over de kop te gooien. De AWBZ vergoedt de 'onverzekerbare zorg' en die betalen we met zijn allen. Gemiddeld betaalt elke werknemer hiervoor ruim € 300,= per maand. Maar als je denkt dat de overheid goed op deze centen past, heb je het mis. De overheid komt er helemaal niet aan te pas. Het hele uitvoering van de AWBZ is in handen van stichtingen en particuliere verzekeraars en de informatie die zij daarover aan de overheid verstrekken is zeer onvoldoende.
Als je nu gebruik wilt maken van de AWBZ, moet je je melden bij het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Dat is een privéstichting die op basis van instructies van het ministerie van VWS bepaalt wie recht heeft op AWBZ-zorg. Het CIZ indiceert vrij globaal en aan de hand hiervan bepaalt het zorgkantoor (lees: de verzekeraar) welke instelling (verpleeghuis, verzorgingstehuis etc.) de zorg mag leveren. De rekening wordt betaald door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Dit bedrijf is eigendom van de stichting Groene Duinweg en die stichting is weer in handen van de verzekeraars. Het GAK betaalt jaarlijks 22 miljard euro aan AWBZ kosten, maar wil niet zeggen hoeveel naar welke instelling wordt overgemaakt.
Het wordt hoog tijd voor de overheid om hier in te grijpen. Zowel het CIZ alsmede het GAK moeten worden genationaliseerd, zodat de staat weer meer grip heeft op en in ieder geval meer inzicht heeft in de kosten. De overheid zou ook zelf de contracten met zorginstellingen moeten afsluiten of ook hier gaan werken met een soort ticket voor de mensen die recht hebben op AWBZ-zorg. De geïndiceerde kan met zo'n ticket zelf naar de gewenste instelling stappen om de benodigde zorg te ontvangen.
Laat de overheid alstublieft snel ingrijpen, want wat behoort tot algemeen belang mag niet langer een speelbal zijn van de markt.

Ik wens u prettige overpeinzingen tijdens de Pasen.

De secretaris

woensdag 1 april 2009

NTTB bestuurder: Graag!!!

O, wat wil ik toch graag in het hoofdbestuur van de NTTB. Het lijkt me enig. Maar dan wel op een functie met inhoud hè. Niet zomaar iets. Voorzitter worden lijkt me bijvoorbeeld wel wat. Vergaderingen leiden en voor de rest alles delegeren. Nou valt dat bij de NTTB wel mee, dat delegeren, want als er niets gedaan wordt kun je ook niets delegeren. Maar ja, ik zou me dan wel verplicht voelen om alle vergaderingen bij te wonen. En dat is niets voor mij. Nee, geen voorzitter dus. Secretaris en penningmeester vallen ook af. Veel te veel papieren rompslomp en geneuzel. Communicatie en marketing is me te beladen. Je ligt dan meestentijds onder vuur, want het ligt altijd aan de communicatie. Dat baantje is me te riskant. Ik moet wel zeker weten dat ik een tijdje kan blijven zitten. Trouwens die portefeuille marketing is ook vrij kansloos met zo'n afkalvend ledenbestand. Nee, ik heb mijn zinnen gezet op de functie van bestuurder Topsport. Bij gebrek aan topsporters lijkt het me een rustig baantje. Je reist een beetje het land door, bedenkt weer eens een beleidsplannetje dat vooral haaks moet staan op het vorige. Zo kun je bijvoorbeeld van één centrale training naar trainingen op verschillende steunpunten in het land overstappen, waarbij je dat onderbouwt door te zeggen dat zo meer spelers in aanraking komen met topsporttrainingen. Heb je die steunpunten al, dan ga je terug naar één centrale training, omdat de steunpunten teveel geld kosten in verhouding tot het aanwezige talent. Zo kun je het jaren volhouden. En heb je het geluk dat er, zoals in deze periode, wat Chinezen zijn die graag voor Oranje willen spelen, dan kun je je helemaal je lol niet op. Dan komen er heerlijke reisjes aan naar allerlei mooie open kampioenschappen, EK's en WK's en met een beetje geluk.......mag je naar de Olympische Spelen. OK, er moeten ook wat sporters mee, maar wat kan dat bommen. Heerlijk tussen de internationale bobo's lopen in hotels die je jezelf nooit zou kunnen veroorloven. Lekkere dineetjes en mooie excursies. En als je tijd hebt even op de tribune plaatsnemen, vooral als er TV aanwezig is. Interviewtje afgeven aan Theo of Ted over de deplorabele toestand waarin het huidige tafeltennis zich bevindt en enkele flarden loslaten van de geweldige plannen die je hebt om de boel uit het slop te trekken. En stiekem maar hopen dat Li Jiao en Li Jie er nog een paar jaartjes aan vastknopen, zodat straks Chicago, Rio of Tokyo geboekt kan worden (na Londen is Madrid toch kansloos!). Ja, ik weet het zeker! Topsport is voor mij. Dus Piet: Als je moe bent van het niets doen, bel me gerust. Ik sta in de startblokken.


Tot een volgende beschouwing,

de Secretaris

vrijdag 20 maart 2009

Mag ik wat meer waar voor mijn geld?

Ik heb gemerkt dat ik per competitie ruim 15 euro aan bondscontributie moet betalen (competitietoeslag heet dat tegenwoordig). Dat betekent dus 1,50 per -competitieavond. Ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat ik niet zo goed begrijp waar dat geld allemaal blijft. Het indelen van de poules in de afdeling Groningen kan toch niet al te veel werk zijn, gelet op het feit dat het maar om 14 poules gaat. Programmaboekjes tikken en uitslagen rondsturen hoeft in deze tijd van internet toch ook niet meer. Hoe komt het dan dat ik me afvraag waar mijn geld blijft?Ligt het soms aan het feit dat ik me deze competitie aardig bekocht voel met een poultje van vijf en dus veel te veel vrije weken heb? (De competitieleider probeert op deze merkwaardig manier de eerste klasse weer terug te brengen tot een poule van zes.) Ik probeer me ook niet te ergeren aan het feit dat de competitieleider beide eerste klasse poules ingedeeld heeft in een beschonken toestand of met behulp van een dobbelsteen (waardoor nummer drie in de ene poule met twee vingers in de neus kampioen zou worden in de andere). Nee, dat laat me ook koud. Echter, dat de competitieleider nu nog niet doorheeft dat je twee teams van één vereniging die in dezelfde poule zitten tegen elkaar moet laten spelen voordat de competitie begint, vind ik kwalijker. En helemaal als je weet dat het teams van Argus betreft, de vereniging waar sportiviteit door een aantal mensen alleen met de mond beleden wordt en zeker niet achter tafel.
Daar waar Argus 4 de eerste wedstrijd, wel keurig voorafgaand aan de competitie gespeeld, met 9-1 gewonnen heeft van hun 6e team, werd de tweede ontmoeting pas gespeeld toen duidelijk was dat Argus 4 kampioen zou worden. Dan mag je ook als competitieleider niet verbaasd zijn dat Argus 6 opeens 4 punten haalt, een aantal dat geen enkel ander team lukte, waardoor team 6 opeens op een veilige plaats staat. De competitie is aan de onderkant gelukkig nog lang niet gelopen en rond plaats vier (betekent degradatiewedstrijd) is nog alles open, maar mag ik alsjeblieft voor mijn zure centen wat meer kwaliteit verwachten van de competitieleider en zeker wat meer alertheid? Kloppen het ene jaar de teamopstellingen niet, zitten we nu weer met een duidelijke, maar helaas niet bewijsbare, beïnvloeding van de competitie. Bah!!!
Ik verwacht toch echt meer waar voor mijn geld!!!

Tot de volgende beschouwing,

De secretaris.

woensdag 11 maart 2009

Sneue besluitjes

Kabinet en Kamer zitten vol met mensen die een voorliefde hebben voor sneue besluiten. Het kost me geen moeite om er een paar op te lepelen. Zo'n sneu besluit is bijvoorbeeld het rookverbod in de horeca. Let wel: ik heb het niet over het rookverbod in de eetgelegenheden, maar over het rookverbod in cafés die geen medewerkers in dienst hebben. Je kunt je nog voorstellen dat medewerkers niet onvrijwillig bloot mogen staan aan de uitstoot van giftige stoffen uit diverse rookwaren, maar dat geldt toch zeker niet voor de eenmanszaken onder de cafés. Het aanstaande verbod op de grow-shops is ook al vreselijk sneu. Particulieren mogen wel vier wietplantjes hebben, maar ze kunnen er niet aankomen. Aan een jarenlang beheersbaar drugsprobleem in Nederland door het unieke gedoogbeleid wordt door de opperfarizeër een bruut einde gemaakt door tegemoet te komen aan de wens van de meerderheid in de Tweede Kamer. Niet moeilijk te voorspellen is dat de zaak ondergrondser en oncontroleerbaarder wordt dan ooit en dat we daarmee dezelfde kant opgaan met de drugsproblematiek als in andere Westerse landen.
Ik twijfel ernstig of inenting tegen baarmoederhalskanker (kosten ca. € 375,--) ook niet onder de sneutjes valt. Tenslotte is het een in het Westen zeldzame ziekte, waarbij het vaccin ook nog maar eens werkt tegen 70% van de voorkomende ziektegevallen. Ik kan nog wel een paar andere zaken bedenken waar we het geld aan uit moeten geven. Dit besluit is wel een veeg teken. Hoewel ik nog zo tien sneue besluitjes op kan noemen geeft het wel aan dat de dames
en heren in Den Haag zo'n beetje aan het eind van hun Latijn zijn in het bedenken van dit soort besluiten. Voordat ze nu echt doorslaan, zal ik een paar ideetjes opperen die hout snijden en hun vruchten zullen afwerpen voor samenleving.
1. Haal de Zorgkantoren uit de invloedsfeer van de zorgverzekeraars;
2. Voer salarisschalen in voor die instellingen die geheel of gedeeltelijk met publiek geld in stand worden gehouden, waarbij de salarissen van directies op gelijke hoogte moeten worden gesteld met die van een SG op een ministerie;
3. Doe hetzelfde bij instellingen die "leven" van het geld van de burgers, zoals zorgverzekeraars;
4. Haal de bezem door de lerarenopleidingen basisonderwijs en maak er academische opleidingen van;
5. Verbied na 22.00 uur lichtreclames op bedrijventerreinen en in buitengebieden en verbeter daar zo nodig de openbare verlichting.

Zomaar een vijftal zinnige voorstellen en het zal niet veel moeite kosten om dit aantal te veelvoudigen. Beste parlementariërs, beste leden van het Kabinet. Ga eens goed aan het werk a.u.b. Is dat soms te veel gevraagd?

Tot een volgende beschouwing,

De Secretaris

zondag 1 maart 2009

Geen tijd, maar kwaliteit

Terecht maakt men zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs. Over het feit dat de directies van VO-scholen zich meer en meer afkeren van de inhoud van het onderwijs en alleen geïnteresseerd lijken in de financiën van de school en van henzelf, over de opleiding van de leerkrachten die, zo blijkt al jaren, ver onder de maat is en over de fusiegolf die geleid heeft tot vrijwel onbeheersbare mammoetscholen. Dat heeft o.a. geleid tot de discussie in het parlement over de urennorm in het voortgezet onderwijs. Scholen en scholieren kwamen massaal in verzet tegen de 1040 norm die op veel scholen leidden tot de zgn. ophokuren, waarbij leerlingen een aantal uren in een lokaal werden gestopt met een vage opdracht en zonder begeleiding, alleen maar om aan de urennorm te voldoen. Uiteindelijk werd, naar goed Hollands gebruik, besloten een commissie in te stellen onder voorzitterschap van Clemens Cornielje. Deze commissie Onderwijstijd kwam tot een drietal conclusies:

1. Het is de verantwoordelijkheid van de school om leerlingen een inspirerend en uitdagend onderwijsprogramma aan te bieden. De school legt primair verantwoording af aan ouders en leerlingen over de realisatie én de kwaliteit van de onderwijstijd.
2. Er moet een wettelijke norm zijn. De definitie van de norm voor onderwijstijd moet worden aangepast. De norm moet worden vastgesteld op 1000 klokuren.
3. In het belang van een evenwichtig jaarritme voor leerlingen, en daarmee ook voor leraren, bepleit de Commissie de zomervakantie van zeven weken naar zes weken terug te brengen en daarmee gelijk te maken aan die van het primair onderwijs. De zevende week wordt omgezet in vijf roostervrije dagen voor leerlingen, die scholen in overleg met de medezeggenschapsraad gedurende het schooljaar naar eigen inzicht mogen programmeren.
De Commissie acht het wenselijk dat leraren op deze roostervrije dagen beschikbaar zijn. Hierdoor kan de werkdruk beter over het schooljaar gespreid worden en wordt de voorziene uitval gereduceerd.


Over de eerste conclusie zal weinig discussie plaats gaan vinden, want daar kan iedereen zich wel in vinden.
Onenigheid zal ontstaan bij conclusie 2 en 3 omdat bij het ontbreken van een voldoende onderbouwing er wordt uitgegaan van zeer discutabele aannames. Zo zegt de commissie:
De berekening van de hoogte van de huidige norm voor onderwijstijd is gebaseerd op een aantal niet-correcte aannames over het aantal beschikbare dagen waarop onderwijstijd in de praktijk van scholen geprogrammeerd kan worden.

Deze onzinnig bijdrage aan een al even onzinnige discussie werpt maar weer eens de vraag op wie waarvoor verantwoordelijk is. Als we met elkaar vaststellen dat in dit geval de regering verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs en dus normen vast moet stellen waaraan het onderwijs moet voldoen, dan is het aan de scholen om te bepalen op welke wijze zij aan deze normen willen voldoen. De ene school kan het misschien in 850 uur, terwijl een andere school een samenhangend programma aanbiedt, waarbij leerlingen ook in staat worden gesteld om het huiswerk op school te maken. Op deze school zijn de leerlingen misschien wel 1100 uur op school aanwezig. Misschien tussentoetsen, maar zeker de eindexamenresultaten van de scholen zullen bepalen of de scholen en dus hun aanpak levensvatbaar is, want slechte scholen prijzen zich vanzelf uit de markt.

De commissie maakt het helemaal bont bij de poging om conclusie 3 van enige onderbouwing te voorzien en merkt daarbij hetvolgende op: De lesvrije periode in de zomer, welke door opstart- en afrondingsactiviteiten vaak acht à acht en een halve week bedraagt, leidt tot een concentratie van de wettelijke onderwijstijd voor leerlingen in een korte periode en lange schooldagen. De Commissie acht dit kwalitatief niet verantwoord en is van mening dat het voor leerlingen tot een verstoring van het jaarritme leidt.

Een eenvoudige rekensom leert dat de zelfs op de scholen waar de leerlingen maar 35 weken ontvangen worden en waarop toch wordt voldaan aan de huidige 1040 urennorm er niet meer dan 29 uur lesgegeven hoeft te worden.

Mijn conclusie is dat regering en parlement zich terecht ongerust maken over de kwaliteit van het onderwijs, maar dat het vastleggen van het aantal uren waarop de kinderen les moeten krijgen hierbij slechts een schijnoplossing biedt en dat de werkelijke oorzaak ergens anders gezocht moet worden.

Laat de scholen de weg die moet leiden tot de vastgestelde kwaliteit en steek tijd en geld in een betere opleiding van leraren en leraressen, zowel in basis- als in voortgezet onderwijs.

Tot de volgende beschouwing,
De secretaris

donderdag 5 februari 2009

NTTB wil geen leden

Wat is die NTTB toch eigenlijk een prutbondje. Daar waar de leden massaal weglopen en wegblijven presteert de bond ondermaats en zijn er geen geslaagde pogingen te noemen om daar verandering in te brengen. Om de haverklap vliegen bestuur en bondsraad elkaar in de haren en is er nauwelijks een bond te noemen waar het hoofdbestuur zo vaak wisselt van samenstelling. Ooit eens ruim 40.000 leden groot moeten we ons nu behelpen met een kwart minder leden. Ik ga het niet hebben over de talentontwikkeling, want die is wel in goede handen. Een sportbond heeft echter de eerste plicht om de sport te promoten, om de sport zo aantrekkelijk te maken dat er nieuwe aanwas komt. Daarin nu faalt de NTTB volledig. Het grootste euvel is toch wel de competitie. Waar sporten als hockey, korfbal en tennis zich steeds weer ontwikkelen en zich aanpassen aan de eisen van de moderne tijd, moeten de tafeltennisers het nog steeds doen met een competitie gebaseerd op allang door de tijd achterhaalde opvattingen.

Een paar belangrijke elementen pik ik er hier even uit:
1. De afschaffing van de vierde divisie blijkt een grote miskleun. Door die afschaffing zijn de afdelingen gegroeid, maar zorgt tegelijkertijd de piramidale opbouw ervoor, dat teams die in de hoogste klasse van de afdeling (en die daaronder) in de middenmoot meedraaien vrijwel elk jaar dezelfde tegenstanders ontmoeten. Er is niets ergerlijker voor een sporter om elk half jaar dezelfde koppen aan de andere kant van de tafel te zien, winnen of verliezen heeft hier niets mee te maken. De spanning is er na een paar jaar helemaal af en om die reden keren tafeltennissers regelmatig de sport de rug toe. Opnieuw invoeren die vierde divisie, voor de broodnodige variatie en uitdaging, zeker voor de jongeren die niet genoeg talent hebben om meteen vanuit de jeugd door te stoten naar de derde divisie bij de senioren.
Ten tweede is tafeltennis de enige sport waarbij je in de competitie de kans loopt, en dat gebeurt vaker dan me lief is, na middernacht nog achter tafel te moeten verschijnen om nog een potje te moeten spelen. En dan na de wedstrijd nog een drie kwartier naar huis rijden, dus rond half twee het bed in en dat, terwijl de wekker alweer om zes uur rinkelt. Wat is dat voor een bond, die dit in stand houdt? En dat terwijl de oplossing zo simpel is! Ga toch over op 2-mans teams, beste NTTB. Elke speler speelt gewoon drie partijen en alle door-de-weekse wedstrijden kunnen om acht uur beginnen. Als het heel lang duurt ben je om half elf klaar, maar toch op tijd weer thuis. Daarmee behoudt je in ieder geval de jongeren die net uit de jeugd komen en zich niet alleen een hoedje schrikken van de speelwijze van de ouderen, maar vooral van de tijdstippen waarop zich het een en ander afspeelt.
Geef clubs daarnaast ook nog de mogelijkheid om in een team drie man op te stellen, waarbij 1 speler dus twee keer achter tafel moet verschijnen en beide andere spelers voor één enkelspel, of één speler alleen ingezet wordt in het dubbelspel. Zorg daarnaast voor een aantrekkelijke competitieopzet: wel twee competities per jaar en poules van zes, maar stap af van die rigide piramide-constructie. Ook in een kleine afdeling kun je dan met twee of drie hoofdklassen spelen. Want als er minder dan drie promotieplaatsen zijn, krijgt de competitie een spannend staartje met promotie- en wat mij betreft ook degradatiewedstrijden in een neutrale zaal, op een zaterdag. Dat zijn ten minste publiekstrekkers.
En tot slot: organiseer veel meer toernooien voor tweemans teams. Zo'n Daviscup systeem slaat aan bewijst jaarlijks het zeer succesvolle Maaslandtoernooi. Het spelen van een dergelijk toernooi is aantrekkelijker dan een traditioneel toernooi, waarbij tweederde van de enthousiastelingen na 2 wedstrijden weer naar huis kan.

Het zal wel teveel gevraagd zijn van de bestuurders om serieus na te denken over de verdere ontwikkeling van de tafeltennissport als breedtesport. Men troost zich alvast met de gedachte dat het 'rondje om de tafel met Keen' een groot succes is, maar hoe die mensen vast te houden is vast niet hun eerste zorg. Zolang men maar kan pronken met een enkel talent en veel geld investeert in buitenlandse reisjes is men al dik tevreden. Er zijn kennelijk alleen leden nodig die dit bekostigen en als die er niet meer zijn, nou dan verhogen we gewoon de contributie. Dus nieuwe leden aantrekken is niet persé noodzakelijk voor de bobo's.....!

De secretaris roept waarschijnlijk de bestuurders tevergeefs op tot bezinning.

Tot een volgende beschouwing,

De secretaris

donderdag 22 januari 2009

(On)Betrouwbare Overheid.

Ons parlement maakt er de laatste weken weer een behoorlijke puinhoop van. Laat ik eens twee voorbeelden noemen. Al kabinetten lang is het achterna lopen van de VS gebruikelijk (zie de column Nederika van mijn hand). Dieptepunt daarbij is wel de hele privatiseringsgolf die ons land getroffen heeft. Niets is de dames en heren in Den Haag te gek. Openbaar vervoer, telefoon, post en zorg gaan in de uitverkoop. Er wordt zelfs een splitsingswet aangenomen die ervoor zorgt dat het energienetwerk in handen van de overheid blijft, maar waardoor de levering van energie in buitenlandse handen kan komen. Dat is goed, want dat leidt tot concurrentie is de idee hierachter en concurrentie zorgt weer voor lagere prijzen. Maar als puntje bij paaltje komt en het energiebedrijf Essent dreigt te worden overgenomen door de Duitse energiereus RWE, piepen de jongens en meisjes in de Hofstad om het hardst. Dat kon toch niet de bedoeling zijn, RWE is niet eens een leuk groen bedrijfje! Hoe dom en naïef kun je zijn! Nu opeens wordt de minister opgedragen om te onderzoeken of dat allemaal zomaar kan. Er is democratisch besloten dat we privatiseren, maar nu het erop aan komt, maakt iedereen plots een terugtrekkende beweging. Hoezo betrouwbare overheid?
Jaren geleden heeft de secretaris al op verschillende fronten gewaarschuwd voor al dat geprivatiseer van primaire overheidstaken. Daaronder valt uiteraard niet alleen energie, maar ook de gezondheidszorg, de post, en de telefonie. Maar als je al die waarschuwingen in de wind slaat, moet je niet gek opkijken als het de verkeerde kant opgaat en als bij een heuse energiecrisis in Duitsland wordt bepaald of hier de kachel straks wel gaat branden.

Ook zo leuk is dat de aandelen van Essent in handen zijn van lagere overheden, t.w. provincies en gemeenten. Nooit is daar in parlementair opzicht iets over gezegd of van gevonden. Nu het er naar uitziet dat de miljoenen bij die lagere overheden binnen gaan stromen, buitelt men in Den Haag over elkaar heen met waarschuwingen: "laten ze geen gekken dingen gaan doen van dat geld", "we kunnen wel korten op de Algemene Uitkering", "de regering moet de geldstroom deels ombuigen naar het Binnenhof", de ene opmerking is nog dommer dan de andere.
Hoezo decentralisatie van beleid, hoezo bepalen wat je met je eigen geld mag doen!
Nee, ook dit is een voorbeeld van hoe het niet zou moeten in dit land, maar zolang we zijn overgeleverd aan onbenullen in het machtscentrum moeten we er maar aan rekening mee blijven houden, maar wennen doet het nooit.

Ik neem weer even tijd voor bezinning en groet u allen,

De Secretaris

zondag 4 januari 2009

De tijdschrijver

Maandagmiddag kwart over vijf. Wilhelm schudde wat met zijn hoofd om opkomende muizenissen af te schudden. Wat was het toch wat hem in de verte ongerust maakte? Enigszins vergenoegd keek hij om zich heen. Hij had het toch allemaal maar prima voor elkaar!
Zijn collega’s zeiden het zojuist nog, vlak voordat ze naar huis gingen” Wilhelm de Rives, wat ben jij een bofkont” en dat zeiden ze heus niet alleen omdat hij over twee weken op vakantie ging. Net nu een drukke tijd aanbrak met de voorbereidingen voor de jaarrekening en de voorjaarsnota. En als hij terugkwam dan was het rustig, erg rustig en daar hield hij van.
Nee, als hij alles op een rijtje zette mocht ie niet mopperen: Een gezellige vrouw (soms wel wat veeleisend, maar alla), kinderen gelukkig de deur uit (wat een crisistijd was dat), een mooi huis (al gebouwd op ouderdom, levensloopbestendig heet dat tegenwoordig) en een geweldige baan (beleidsmedewerker bij een gemeente).
Vooral dat werk hè, daar ontleende hij vrijwel al zijn bevrediging aan en in ieder geval zijn status. Wie kon op verjaardagen er immers prat opgaan regelmatig contact te hebben met een wethouder en zelfs de burgemeester? Wie oogstte altijd bewondering met zijn laconieke houding, ook al raakte iedereen om hem heen, al of niet door zijn toedoen (overigens meestal door) in paniek? Hij toch, de beleidsmedewerker, of senior-beleidsmededwerker zoals hij zich graag (en liever)liet noemen.
Hij blik dwaalde door zijn kamer: een: eigen kamer, mooi bureau (vol met papier, want dat maakt indruk), computertje met onbeperkte toegang tot internet (met de AEX, Voetbal International en D-reizen bij de favorieten) en een arbo-stoel die je zo heerlijk in een luie stand kunt zetten.
‘‘s Morgens kwam hij als eerste op zijn werk en, uitzonderingen daargelaten, vertrok hij als laatste. “Wat er ook gebeurt, ik ben degene die het licht uitdoet” is de lijfspreuk die iedereen wel van hem kent.
Het werk was ook leuk en vooral gemakkelijk. Af en toe een adviesje, af en toe een vraag beantwoorden en vooral geen moeilijke zaken ter hand nemen. Voor moeilijke dingen had hij een stapeltje (waar hij nooit aankwam) en voor hele moeilijke dingen de prullenbak. “Nooit gehad, nooit gezien, nooit ontvangen” was steevast zijn antwoord als ergens naar gevraagd werd.
Logisch dat hij veel tijd had om te kletsen met collega’s (brainstormen heette dat) en op één of andere manier slaagde hij er steeds weer in om hen te imponeren. Hij heeft ze in de loop van de tijd zien komen en gaan, maar hij niet. Hem kregen ze niet weg. Hij was de rots in de branding. Hij was een overleveraar.
Zijn oog viel op de staande kalender op zijn bureau. Dat was zijn trots. Bij elke maandag stond wat geschreven en hij leunde voorover om goed te kunnen lezen wat er bij maandag 5 januari stond: 39 mnd en 13 dg. Zo lang moest hij nog werken en hij kon niet nalaten om dat bij herhaling luid te verkondigen. Vooral als er weer eens gezeurd werd in zijn richting. “Het zal mijn tijd wel duren” placht hij dan te roepen, “mij maken ze niet gek. Ik moet nog……” en dan las hij van de kalender op hoe lang nog. Deze kerstvakantie had hem weer dat ultieme genot bezorgd, dat bijna orgastische gevoel dat hij vrijwel elke kerstvakantie kreeg sinds hij 16 jaar geleden was begonnen met op te schrijven hoe lang hij nog moest werken. In zo'n kerstvakantie nam hij namelijk altijd alle ruimte voor zichzelf om allerlei berekeningen te maken en uiteindelijk schreef hij bij elke maandag van het jaar de hem nog resterende werktijd. Een heerlijk werkje was dat, waarbij hij verzonk in dagdromen en zijn vrouw wist dat ze hem niet mocht storen.

Shit, nou wist hij opeens weer wat hem in de verte ongerust maakte: die kabinetsplannen! Stel je voor dat de VUT straks daadwerkelijk werd afgeschaft. Hij maakte onmiddellijk een nieuwe berekening: 75 mnd en 13 dg. Moest hij nou al de uitkomsten aanpassen of zou hij nog even wachten? Misschien kwam er nog een oplossing. Hij zuchtte: “de eerste werkdag van 2009 zat er tenminste alweer op”.
Hij pakte zijn jas en deed als laatste het licht uit.

De Secretaris