maandag 8 november 2010

We worden bedrogen

Wanneer zal het nu eens tot de arme belasting betalers doordringen dat alle verhalen over de opwarming van de aarde sprookje zijn die ons worden voorgespiegeld door een machtige mondiale elite die er belang bij heeft dat wij veel geld blijven steken in pogingen de zogenaamde menselijke invloed op klimaatverandering te beperken. Voorop lopen natuurlijk o.a. de energiebedrijven die achter de ideeën voor CO² opslag zitten, zodat zij door kunnen gaan met het bouwen van milieuvernietigende kolencentrales.

Vanaf 1990 zijn mondiaal honderden miljarden euro’s belastinggeld gespendeerd aan de apocalyptische uitkomsten van IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) -klimaatmodellen. Modellen die extrapoleren op de uitkomsten van de opwarming van de aarde. Nadat bekend werd dat er onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van het wetenschappelijke advies orgaan van de VN, het IPCC, Radjendra Pachauri, geknoeid was met de cijfers en deze Radjendra Pachauri vervolgens het veld moest ruimen, bleek hoe gevoelig deze modellen verder zijn voor politieke- en economische variabelen.

Het IPCC stelt al 20 jaar alles in het werk regeringen over de hele wereld ervan te overtuigen dat de door de menselijke activiteiten voortgebrachte uitstoot van koolstofdioxide (CO2) een gevaar betekent voor het temperatuursevenwicht op onze planeet - en daarmee voor de hele beschaving. Overal worden de rapporten van het IPCC aangehaald als bewijs voor de noodzaak maatregelen te nemen om "de aarde te redden". Maar de kritiek op het IPCC neemt de laatste tijd gestaag toe. Men krijgt het verwijt slechts op te treden als lobbyisten ter meerdere eer en (financiële) glorie van politici en gewiekste zakenmensen.

Harold Lewis is een vooraanstaand hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Californië, Santa Barbara. Hij heeft zijn ontslagbrief aan Curtis G. Callan Jr, Princeton University, voorzitter van de American Physical Society aangeboden naar aanleiding van de meest succesvolle pseudowetenschappelijke fraude genaamd: global warming. Harold Lewis zegt hierover het letterlijk het volgende: 'Opwarming van de aarde is de grootste en meest succesvolle pseudowetenschappelijke fraude dat ik heb gezien in mijn lange leven. Anthony Watts beschrijft het als volgt:"This is an important moment in science history. I would describe it as a letter on the scale of Martin Luther, nailing his 95 theses to the Wittenburg church door. It is worthy of repeating this letter in entirety on every blog that discusses science.It’s so utterly damning that I’m going to run it in full without further comment. De volledige ontslagbrief is te lezen op internet. Effe googelen dus maar.

Ook vanuit Nederland komt luide kritiek op het voornemen CO²-gas op te slaan. Zo konden we nog niet zo lang geleden in de Volkskrant een interview lezen met Heleen de Coninck van ECN. Zij zegt in dat interview onder meer het volgende: 'Wetenschappers zijn te optimistisch over de afvang en opslag van CO2. De groepsdruk is zo groot, dat kritiek bijna onmogelijk is.'

Uit het Volkskrant-bericht over het interview met De Coninck>> (...) De Coninck was zelf betrokken bij het VN klimaatrapport waarin de techniek van CCS werd beschreven. ‘Ik heb de academische gemeenschap daarna zien veranderen van een kleine, zelfkritische groep wetenschappers in een veel grotere groep onderzoekers die elkaar voortdurend aan het feliciteren zijn’, aldus De Coninck in een interview met de Volkskrant. Zo zou een taboe liggen op de hoge kosten van CCS (De publiek-private Taskforce CCS werkt aan de snelle realisatie van grootschalige CO2-afvang, -transport en -opslag in Nederland. CCS staat voor Carbon Capture and Storige).
De Conick denkt dat de academici zich hebben laten meeslepen door overheid en bedrijfsleven. De overheid heeft de opslag van broeikasgas nodig om aan de klimaatdoelen te voldoen, het bedrijfsleven denkt dat het dankzij CCS kolencentrales kan blijven bouwen.

Verderop uit het interview: ‘Die betrokkenheid van overheid en bedrijfsleven [bij CCS] is natuurlijk goed. Want je moet die partijen zover krijgen, dat ze CCS serieus overwegen, er geld in steken, proeven gaan doen. Maar het is ook gevaarlijk. Er heerst geen academische sfeer meer op de congressen. Overheid en industrie zijn enthousiast geworden, en de experts zijn onbewust in dat enthousiasme meegegaan. Ik heb de CCS-gemeenschap zien veranderen van een kleine, zelfkritische groep wetenschappers tot een veel grotere groep die elkaar voornamelijk aan het feliciteren is. Je hebt nu bijna geen onafhankelijke denkers meer. En als ze er zijn, worden ze weggehoond.’
Ze noemt het voorbeeld van een summer school, waar ze een praatje hield voor jonge wetenschappers. Ze sprak over de kosten van CCS. Er moeten enorme installaties worden gebouwd om het spul af te vangen, er is een complete infrastructuur voor nodig om het onder de grond te stoppen. ‘Ik heb alleen maar gezegd: wees wantrouwend, niemand weet precies wat CCS kost, het hangt af van de omstandigheden. Maar daar werd ik wel op aangesproken door collega’s. Waarom ben je zo negatief, waarom zit je die onzekerheid in die jonge hoofden te planten?’ (...).

Ik zal daar in een volgende beschouwing meer woorden aan wijden. Voorlopig is het voldoende als ik het zaadje van twijfel over nut en noodzaak heb kunnen planten in de hoofden van mijn lezers.

Gegroet en tot een volgende beschouwing,

de Secretaris