vrijdag 29 mei 2009

Gedoe om niks.

Om verschillende reden word ik behoorlijk onpasselijk als de kreet 'Balkenendenorm' weer opduikt. Allereerst al door de naam Balkenende. Die man kun je als leider van het land toch niet serieus nemen. Belangrijke zaken worden uitgesteld en meneer houdt zich alleen maar bezig met het opdringen van zijn gereformeerde waarden en normen aan de rest van de natie. Het is dan ook het toppunt, mijn volgende braakpunt, dat zijn (armzalige) salaris wordt gebombardeerd tot het maximum van wat een ieder mag verdienen. En elke keer als er weer iemand opduikt die meer verdient dat onze zelfverklaarde heilige spreekt de calvinistische goegemeente zijn verontwaardiging hierover uit. Alsof er geen echte problemen zijn. De salariskwestie kan ook van een geheel andere kant bekeken worden. Topsalarissen voor mensen die een unieke functie vervullen, een uniek talent of gave hebben, dan wel een unieke en belangrijke verantwoordelijkheid hebben? Ik vind daar niets mis mee. Ministers horen wat mij betreft niet in deze categorie thuis. De premier hoeft van mij niet veel meer te verdienen dan het huidige salaris van rond de 175.000 euro. Met hoge beloningen trek je ook de goudzoekers aan en je mag hopen dat mensen in het openbaar bestuur niet alleen voor het geld gaan werken, maar ook uit een vorm van idealisme. Verder mag bij de bepaling van de hoogte van het salaris rekening gehouden worden met het feit dat de meeste ministers en staatssecretarissen na hun ambtsperiode de lucratieve banen (commissariaten) voor het uitkiezen hebben. Hun publieke functie stelt hen in staat het hele land te laten zien wat ze in hun mars hebben en wie beschikt er over zo'n etalage? Voor topmensen in de semi-publieke sector of in het bedrijfsleven gelden andere normen. Zij moeten hun lastige klus vaak onder moeilijke omstandigheden klaren en verdienen daar dan ook een passende beloning voor. Gaat het mis, dan staan ze op straat en bij dat risico hoort een passende vergoeding.Voor entertainers als bijvoorbeeld Paul de Leeuw geldt niet alleen dat zij een topsalaris verdienen omdat zijn vaak miljoenen mensen plezieren, wat je van Balkenende beslist niet kunt zeggen, maar ook dat zijn het in relatief korte tijd moeten doen. Wat dat betreft kan deze categorie grootverdieners gelijk gesteld worden met topvoetballers en ook daar praat niemand over de Balkenendenorm. De discussie zou volgens mij veel meer moeten gaan over de bonussen die aan uitgedeeld worden. Deze vorm van beloning leidt onherroepelijk tot strategisch gedrag, waarbij de realiteit en andere grotere belangen vaak uit het oog wordt verloren. Zo zal een politieagent die een bonus krijgt voor het aantal bekeuringen dat hij uitdeelt zich meer concentreren op de makkelijke scores als 'niet-brandende-achterlichten' en verkeerd geparkeerde auto's dan op de daders van een inbraak, hoewel dat laatste een veel ernstiger delict is. Je kunt de topbestuurders hooguit een beloning geven bij hun vertrek, als ze de boel ordentelijk hebben achtergelaten.
Wat mij betreft is die steeds weer terugkerende discussie over de Balkenendenorm een hoop gedoe om niks (het gaat ook nog maar eens om een handjevol mensen), is het makkelijk scoren voor de populisten en worden de echte problemen niet onderkend. Hou toch op met dat gedoe en ga aan het werk!

De secretaris

vrijdag 15 mei 2009

Bekijk het toch eens van een andere kant!

Het valt mij op dat onze bobo's gespecialiseerd zijn in het uitventen van de (eigen) denkbeelden en standpunten, waarbij klakkeloos wordt aangenomen dat anderen die kronkels dan maar overnemen en er naar gaan handelen. Met hun air van 'verstandige mensen' en vaak alleen door hun positie wordt dat soort mensen door een hele stoet gelovige volgelingen omringd. Tunnelvisie heet dat ook wel en als je dat fenomeen serieus bestudeerd kun je ook aangeven waar ook in de toekomst dingen verkeerd zullen gaan. Laat ik eens wat voorbeelden noemen, te beginnen met het songfestival. Al jaren worden er liedjes ingestuurd die in de ogen van deskundigen van "kwalitatief hoog gehalte"zijn en die bij de Nederlandse massa lekker in het gehoor liggen. Gemakshalve gaat men er dan maar van uit dat de rest van Europa onze smaak deelt. Maar de rest weet al lang dat het niet gaat om het liedje of om de zangkwaliteiten van de deelnemers. Het is de show die het hem doet en de hoeveelheid vriendjes in het Oostblok. Daar word je op beoordeeld. En zo kan het gebeuren dat ons land al voor de vijfde keer de finale mist en de vals zingende Moldavische Ciobanu zaterdagavond de kat opnieuw in de gordijnen zal kunnen jagen. Nou is dit allemaal niet zo erg serieus te nemen, maar.....deze tunnelvisie of wat autistische vorm van arrogantie is bijvoorbeeld ook terug te vinden in het onderwijs. Ik pik er zo maar 2 dingetjes uit. Ze kloppen op papier uitstekend, ieder leek juicht die plannen toe en er worden honderden miljoenen voor uitgetrokken. De waarheid is echter dat in het ene geval het meestentijds om weggegooid geld zal gaan en in het andere geval zullen kinderen die speciale zorg verdienen die niet krijgen, sterker nog: hun problemen zullen in ernstige mate toenemen.
Waar gaat het om. Allereerst om de invoering van de digitale schoolborden. Aanschafkosten met toebehoren tussen de 3 en 4000 euro en in veel scholen al te vinden. Leerkrachten hebben met deze digitale schoolborden een krachtig middel in handen om kinderen op interactieve wijze kennis op te laten doen. Ja....in theorie wel. Leerkrachten zijn echter niet in staat om op de goede manier met deze borden om te gaan. Het cursusaanbod is veelal onder de maat, maar ook waar dat wel op niveau is gunnen leerkrachten zich onvoldoende tijd om zich alle facetten van dit fantastische leermiddel eigen te maken. Gevolg is dat het gebruik beperkt blijft en lang niet van alle mogelijkheden gebruik wordt gemaakt. Het interactieve leren voor de kids zit er al helemaal niet in en daarmee is eigenlijk het failliet al bepaald. Onderzoeken zullen over enkele jaren melden dat de invoering is mislukt en dat er honderden miljoenen over de balk zijn gegooid.
Een ander debacle meldt zich al aan de poort: Passend onderwijs. Op de website "Passend Onderwijs" valt te lezen wat daaronder wordt verstaan: Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Geen kind tussen wal en schip dus.
Een mooi verhaal, maar er komt helemaal niets van terecht. Iedereen in het onderwijs weet dat, maar de zogenaamde deskundigen steken de koppen in het zand, want laten we nu wel wezen: niemand is tegen de genoemde definitie van Passend Onderwijs. Integendeel! Realisatie daarvan is te mooi om waar te zijn. Helaas, dit moeten we letterlijk nemen. Het is ook te mooi om waar te zijn en het zal dus ook niet gebeuren. Waarom niet? Bij de keuze van de inzending voor het songfestival wordt alleen gedacht aan onze eigen smaak en vraagt men zich niet af wat de rest van Europa mooi zal vinden. En dan maar verontwaardigd zijn als we voor de zoveelste keer in de halve finale struikelen. Bij de invoering van de digitale schoolborden worden die dingen aangeschaft en opgehangen met hier en daar een cursusje, ervan uitgaande dat alles dan wel goed zal komen. Er wordt niet bedacht de leerkrachten verplicht bij te scholen met theorie, oefeningen, huiswerk en de hele santekraam tot en met een diploma toe. Nee, het is zelfs zo erg, dat op de Pabo's leraren niet weten hoe om te gaan met een digitaal schoolbord, waardoor ook de nieuwe generatie leraren met hun mond vol tanden zullen staan bij het aanschouwen van die borden. En ook bij Passend Onderwijs wordt er niet aan gedacht dat eerst de leraren geschoold moeten worden, dat de lerarenopleidingen Passend Onderwijs tot integraal onderdeel van het curriculum moeten verheffen en dat scholen die in staat zijn tot het aanbieden van Passend Onderwijs beloond moeten worden met meer geld voor klassenverkleining. Drie voorbeelden waarbij men uitgaat van eigen denkbeelden, terwijl aan de andere kant begonnen zou moeten worden. Wat wil Europa en wat moeten de leerkrachten kennen en kunnen om de mooie idealen te verwezenlijken.
Het is nog niet te laat voor het songfestival, want elk jaar komen er nieuwe kansen. Maar het weggegooide geld van de digiborden zal echter niet meer terugkomen en ik ben bang dat de kinderen die speciale zorg nodig hebben er na 2012 er eerder slechter dan beter van af zijn dan nu, al was het alleen maar door de gewekte verwachtingen die in elk geval door de huidige generatie leerkrachten nooit kan worden waargemaakt.
Drie treurige voorbeelden van zaken waarbij men eens aan de andere kant had moeten beginnen.

Al met al een beschouwing waar zelfs deze optimistische secretaris triest van wordt.

Gegroet en tot over twee weken.

zondag 3 mei 2009

Waar is toch de betrokkenheid

Op Koninginnedag zag ik twee agenten over de vrijmarkt lopen. De oudere man groet iedereen vriendelijk en maakt hier en daar een praatje met standhouders. De jongere kijkt steeds nors voor zich uit en blijft op een afstandje staan kijken hoe zijn college zich onderhoudt met de verkopers. Stoer kijkend, met de duimen achter de riem, probeert hij ongenaakbaar te lijken. Alsof hij er niet is voor de 'man in de straat'.

Op een van de grootste scholen van Nederland willen de leerkrachten niet meer meelopen met de avondvierdaagse. Ouders die aangeven alles zelf te willen organiseren, mee te lopen e.d. en alleen de schoolshirtjes en -vlag willen gebruiken, krijgen te horen dat dit niet kan. De school wil zelfs niet de schijn van enige verantwoordelijkheid dragen en ook de naam van de school er niet aan verbinden. Alsof het niet de taak van de leerkrachten is om meer te zijn dan lesboer.

Een tafeltennisbond die huizenhoge contributies int en daarvoor slechts een twintigtal competitiewedstrijden organiseert. Een tafeltennisliefhebber kan derhalve ruim 30 weken zijn sport niet fatsoenlijk beoefenen, behalve door op zijn clubavonden te trainen en hier en daar wat toernooitjes af te lopen, waar de bond ook nauwelijks de hand in heeft.

Zo maar drie voorbeelden van het ontbreken van voldoende betrokkenheid bij de dingen die gedaan worden. Betrokkenheid die zo essentieel is bij het goed vervullen van een taak of het gewoon doen van het werk, of het nu vrijwilligerswerk is of betaald. Mensen die te maken hebben met zulke voorbeelden van schrijnend gebrek aan betrokkenheid, zullen onbegrip tonen en op den duur misschien ook onverschilliger worden. Volgens mij is dit de essentie van het toenemend gebrek aan sociale cohesie in de samenleving en zouden mensen daar op moeten worden aangesproken. Door hun collega's, door hun bazen, door de klanten. Een samenleving waarin mensen betrokken zijn bij de dingen die ze doen, toont mensen die niet alleen betrokken zijn bij hun naasten, maar bij iedereen en alles in de omgeving. Dat levert een bewuste samenleving op en, naar mijn mening, derhalve een samenleving waarin mensen minder langs elkaar heen leven. Waar is toch die betrokkenheid?

De secretaris wenst u een zonnige meimaand toe.