maandag 25 augustus 2008

Geen Oldambt a.u.b.

Vroeger was de secretaris een kei in topografie. Al op de lagere school haalde hij de ene 10 na de andere en er was vrijwel geen gemeente die hij niet kende. Of ze het nu hadden over Sibbe, Peize, Venhuizen of Baarland, hij wist op zijn minst in welke richting je moest rijden om in de buurt te komen.
Dat dit met het klimmen der jaren wel wat achteruit zou gaan had hij wel verwacht. Hij heeft zich daarin ook berust.
Wat het tegenwoordig wel extra gecompliceerd maakt is dat merkwaardige polderen bij gemeentelijke herindelingen. Men kiest bij een herindeling vooral niet voor de meest praktische naam, een naam die iedereen kent, maar men bedenkkt een compleet nieuwe naam. Dat wordt dan een naam behorende bij een streek, die behalve de autochtonen door niemand wordt herkend, of eentje uit een historisch archief. Dit allemaal om te verbergen dat men het er politiek niet over eens kon worden om de nieuwe gemeente de naam te geven van de meest bekende ‘oude’ gemeente.
Weet iemand nog waar die heen moet als je naar De Wijde Meren gaat? Je denkt toch op zijn minst aan Friesland, maar nee….je moet richting ’s Graveland, Kortenhoef en Loosdrecht. Waarom niet gewoon gekozen voor de gemeente Loosdrecht? Daar heeft iedereen wel eens van gehoord.
En wat te denken van De Ronde Venen (Mijdrecht, Vinkeveen enz) of Noordenveld (Roden, Norg e.a.).
Toppunt was onlangs wel de nieuwe naam voor de fusiegemeenten Sassenheim, Voorhout en Warmond. Teylingen heet deze nieuwe gemeente.
Een secretaresse van de secretaris vindt het volstrekt voorspelbaar dat, indien Delfzijl en Appingedam ooit gaan fuseren, gekozen zal gaan worden voor de gemeente Fivelingo.
De secretaris vindt echt dat dit verboden zou moeten worden.
Een fusiegemeente moet de naam hebben die hoort in een topografisch rijtje, een naam waarvan iedereen in Nederland wel eens gehoord heeft en waarbij ook een topografische minkukel ongeveer weet welke kant hij op moet rijden als hij daar in de buurt moet zijn. Vooral dus een naam die herkend wordt door de TOMTOM.
De secretaris heeft dit ooit meegegeven aan de dames en heren politici die zich straks gaan buigen over de naam voor de nieuwe gemeente in het Oldambt. Deed men er iets mee? Nee!!!!! Helaas!!!!
De eigen verantwoordelijkheid wordt weer eens ontlopen. De bevolking mag stemmen. Op zich vindt de secretaris dit niet eens onredelijk. Jammer is het wel, dat men al wel bepaald heeft uit welke namen de burgers voor de nieuwe gemeente kunnen kiezen, zonder dat hiervoor eerst kaders zijn opgesteld. Dan hadden kaders als naamsbekendheid en aanwezigheid op de ANWB-borden hierbij betrokken kunnen worden. De oproep van de secretaris aan de bevolking van Scheemda, Reiderland en Winschoten is dan ook de volgende: Ga alsjeblieft voor die naamsbekendheid. Kies voor een gemeente die in de TOMTOM staat, een naam die iedereen kent vanuit de topografie. Kies dus voor …..Winschoten!!!!!

woensdag 20 augustus 2008

Olympische positivo's

De secretaris is een echte sportliefhebber. Als het zou kunnen, zou hij de hele dag voor de TV zitten om alles te volgen van wat uit China tot ons komt aan sportvertier. Waar de secretaris zich echter wel over opwindt is het grenzeloze chauvinisme dat bij zo'n evenement de kop opsteekt, bij het nationalistische af. Alles is prachtig, mooi en geweldig en soms voldoen deze superlatieven niet voor de verslaggevers om onder woorden te brengen wat ze voelen. Eigenlijk zijn het geen verslaggevers maar ordinaire supporters, die op kosten van de belastingbetaler twee weken lang kun favorieten kunnen volgen en hun prestaties kunnen verslaan voor het volk. Vergeten zijn de kritische vragen en vergoelijkt worden de falende sportprestaties. En die zijn er. Naast de geweldige verrichtingen van individuele sporters (o.a. Willy Kanis, Li Jie, Li Jiao, Anky van Grunsven) en sportteams (dames en heren hockey, dames waterpolo) vallen er natuurlijk vele teleurstellingen te noteren. Een teleurstelling is volgens de secretaris niet dat er geen medaille wordt gehaald al was er door 'experts' wel rekening mee gehouden. De secretaris vindt dat een sporter teleurstelt als hij of zij ver uit de buurt van zijn eigen topprestatie blijft. Wat bijvoorbeeld te denken van Theo Bos, Marianne Vos, Mark Huizinga, Rutger Smith en het voetbalelftal. Allemaal beantwoordden zij aan de definitie van de secretaris voor een sportieve teleurstelling.
Belangrijker nog is het ontbreken van de kritische journalist. Hoe kan dat nou, Marleen? Je blijft ruim een halve seconde van je pr verwijderd. Je zwemt als een beginneling. En Rutger? Het kwam toch allemaal in orde? Niemand hoefde zich toch ongerust te maken? En Dennis, was het dan toch beter geweest om Grim Vuijsters te sturen?
Nee, niets van dat al. "Jammer", "Volgende keer beter", "Wat een pech", "Het zat inderdaad niet mee", dat was het enige dat gehoord kon worden van de onafhankelijke verslaggevers. Geen enkele kritische noot. Iedereen die teleurstelde kon zich achter excuses verschuilen die uiteraard ruimschoots voorhanden waren. En het gemakkelijkst van iedereen kwam Jacco Verharen er vanaf. Vrijwel zijn hele zwemploeg heeft gefaald, op een prachtige gouden voor de 4 x 100 meter vrije slag estafette van de dames na dan. Niet één keer werd hij genadeloos aan de tand gevoeld, zelfs niet één kritisch vraagje werd hem gesteld. Nee, Jacco faalde niet. Het lag aan de sporters. Natuurlijk wordt alles nog eens rustig geëvalueerd, worden er lessen getrokken enz. enz., maar aan de begeleiding lag het uiteraard niet.

De secretaris vraagt zich af of de verslaggevers hun kritische vragen soms niet meer durven stellen, omdat ze bang zijn dat de sporters ze een volgende keer negeert, dat ze niet meer op de persconferenties worden toegelaten. Als dat zo is, moet er nodig wat veranderen. Het merendeel van die sporters wordt ondersteund door het NOC/NSF. Voorwaarde voor die ondersteuning zou moeten zijn dat de pers altijd te woord moet worden gestaan, ook al zijn ze terecht kritisch.

De secretaris wordt namelijk erg moe van al die positivo's in China

maandag 4 augustus 2008

Verbeterplan voor het onderwijs

Alom is er (veelal terechte) kritiek op de kwaliteit van de opleiding tot leraar basisonderwijs en in het verlengde daarvan op dit onderwijs zelf. De minister probeert het vak aantrekkelijker te maken door er maandelijks een paar tientjes bij te doen, bruto wel te verstaan, en op de Universiteit van Utrecht gaat men starten met een wetenschappelijke opleiding. Allemaal goed bedoelde initiatieven die niet de kern van het probleem raken. De Secretaris heeft op de Franse stranden een aantal verbeterpunten genoteerd die weliswaar geld kosten, maar daadwerkelijk ook leiden tot een aanzienlijke kwaliteitsimpuls.
1. Splits de opleiding in een gedeelte voor de groepen 1 t/m 4 en voor de hoogste 4 groepen.
2. Leerkrachten die "breed" inzetbaar willen zijn (de Secretaris kan het woor bijna niet meer horen) moeten een extra jaar volgen om de ontbrekende bevoegdheid te halen.
3. Meer aandacht voor vakken als psychologie, pedagogiek en didactiek.
4. Hoog niveau van eigen vaardigheid, tenminste op gebied van Nederlandse taal en rekenen/wiskunde.
5. Opdoen van grote vaardigheid in het omgaan met de computer en kennis van toepassingen van de computer in het onderwijs.
6. Veel aandacht voor nieuwste ontwikkelingen, aandacht die verder gaat dan kennis maken met (bijvoorbeeld digitale schoolbord).
7. Bijscholing van leraren van de opleiding tot universitair niveau.
8. Invoering van schakeljaar voor MBO-studenten die naar de Pabo willen.
9. Aparte mogelijkheid voor specialisaties in techniek, muziek, tekenen en gym.
10. Basisscholen moeten verplicht vakleerkrachten aanstellen voor de vakken genoemd onder 9.
11. Basisscholen krijgen een administratief medewerker per 6 leerkrachten. Taken o.m. zorg dragen voor een deugdelijke klasseadministratie, assisteren bij bepaalde vakken, mede organiseren van klasse- en schoolactiviteiten, ouderavonden etc.
12. Bijscholing niet meer na schooltijd, maar op hoog niveau gedurende een week in de zomervakantie.
13. Jongens die de opleiding tot leraar basisonderwijs afmaken en tenminste vijf jaar in dat basisonderwijs werken, krijgen met terugwerkende kracht alle studiekosten vergoed.
14. Het hele WSNS verhaal wordt opnieuw bekeken, gebleken is in de praktijk dat het in de huidige vorm niet werkt.

Ongetwijfeld is dit rijtje niet limitatief, maar de secretaris acht het uitvoeren van dit 14 puntenplan een eerste stap op weg naar herstel.