Dat de (top van) de Fifa bijzonder corrupt is, behoeft nauwelijks nadere toelichting. Zichzelf verrijkende, manipulerende en voor God spelende bobo's hebben het contact met de aarde allang verloren. Zij denken niet alleen zich alles te kunnen permitteren, ze doen het ook nog en er zijn er maar weinigen die hen tegengas durven geven. En zij die het lef hebben, worden subtiel maar zwaar gestraft. Kijk bijvoorbeeld maar naar Engeland, waar onlangs nog een onthullende reportage te zien was over het aannemen van steekpenningen door Fifa-bestuurders. Uiteraard lagen ze er toen bij de besluitvorming over de toewijzing van het WK van 2018 al in de eerste ronde uit, terwijl zij echt het best bid hadden. Ook Nederland en België waren natuurlijk kansloos, omdat er in ons land veel verzet was tegen de absurde eisen die de Fifa-bonzen stelden t.a.v. vrijstellingen en vrijgeleides. Nee, dan maar Rusland en Quatar(2022). Landen die met geld kunnen smijten en dat vanzelfsprekend ook al gedaan hebben richting de beslissers. Voetballen in stadions in de uithoeken van een uitgestrekt land, onbereikbaar voor supporters, in het ene geval en in het andere geval spelen in de mooiste airconditioned stadions, waarbij de supporters vier weken lang in de verzengende hitte van ruim 40 graden hun tijd moeten doorbrengen. Dat geld belangrijker is dan integriteit, voetbalkennis en -traditie is inmiddels wel duidelijk.
Helaas is het in sommige kringen van de NTTB niet veel beter gesteld, al zal het hier niet over geld gaan. Wat is het geval. Op de laatste competitiedag spelen GTTC 3 en Rotak 1 in poule B van de 2e Noordelijke divisie om de vijfde (degradatie)plaats. Diezelfde dag nog laat de competitieleider weten dat de verliezer van die avond op 3 december moet spelen tegen de nummer 5 van poule A. Rotak dolf het onderspit en zou dus op 3 december moeten aantreden tegen Argus 5 voor de strijd om klassenbehoud. Ter verduidelijking moet worden gezegd dat Rotak al enige weken met invallers speelt, omdat Frank Stolp te kennen heeft gegeven zijn batje aan de wilgen te willen hangen en Jan Dijkstra kampt met een ernstige schouderblessure. Toch kon Argus niet rekenen op de overwinning op voorhand, want beide spelers zouden hun tegenzin en pijn voor 1 avond kunnen verbijten en met ook nog een goed spelende Lex Bruijn in de gelederen zou Rotak het vege lijf wel eens kunnen redden. Het bevreemdde dan ook niemand bij Rotak dat de competitieleider zaterdags na de laatste wedstrijd al aan de telefoon hing bij de wedstrijdleider van Rotak met de mededeling dat hij toch had besloten om beide nummers vijf te laten degraderen. Dan werd elke belanghebbende club in de gelegenheid gesteld om een team voor die ene plek in de 2e Noordelijke divisie op te geven en dan zou het team met de hoogste rating worden geplaatst. Logische kandidaat voor zo'n aanvraag was, naast Argus en Rotak, ook Midstars. De competitieleider liet fijntjes weten dat Argus al te kennen had gegeven welke teamopstelling zij zouden opgeven en dat hij, de competitieleider, al had bekekend dat daar geen andere vereniging tegen op zou kunnen. Kortom, Argus krijgt die plek in de 2e Noordelijke Divisie zonder te spelen en opnieuw wegen de belangen van een grote vereniging kennelijk zwaarder dan die van een kleine club als Rotak. Dat is niet voor het eerst en zal ook niet voor het laatst zijn, zolang mensen niet hun poot stijf durven houden en bezwijken voor allerlei dreigementen of verlokkingen. Wij gaan er geen zaak van maken, ten eerste omdat het waarschijnlijk niets uit zou halen en ten tweede omdat Frank Stolp en Jan Dijkstra toch niet zouden spelen. Het is dan ook niet zozeer het resultaat dat frustreert, maar de wijze waarop men weer de regels tijdens het spel aanpast.
Wie dus denkt dat het alleen om geld gaat bij corruptie heeft het helemaal mis. En de NTTB is op zijn manier geen haar beter dan de Fifa, helaas!
Overigens is dit de laatste beschouwing van de secretaris. Ten eerste omdat de secretaris al ruim twee jaar geen secretaris meer is, maar meer nog omdat hij de eer heeft om maandelijks een blog te schrijven voor de website van Binnenlands Bestuur (www.binnenlandsbestuur.nl). Uiteraard moeten deze bijdragen gaan over of op zijn minst een relatie hebben met het openbaar bestuur en naast de drukke werkzaamheden en de noodzakelijke vrije tijd, heeft hij gemeend deze blogs te beëindigen. Dank aan de trouwe volgers van deze beschouwingen en......bezoek maar eens de website van Binnenlands Bestuur, het meest gelezen blad voor bestuurders en ambtenaren.
Nogmaals dank en wie weet.....tot de beschouwingen op BB.
de Secretaris
vrijdag 3 december 2010
maandag 8 november 2010
We worden bedrogen
Wanneer zal het nu eens tot de arme belasting betalers doordringen dat alle verhalen over de opwarming van de aarde sprookje zijn die ons worden voorgespiegeld door een machtige mondiale elite die er belang bij heeft dat wij veel geld blijven steken in pogingen de zogenaamde menselijke invloed op klimaatverandering te beperken. Voorop lopen natuurlijk o.a. de energiebedrijven die achter de ideeën voor CO² opslag zitten, zodat zij door kunnen gaan met het bouwen van milieuvernietigende kolencentrales.
Vanaf 1990 zijn mondiaal honderden miljarden euro’s belastinggeld gespendeerd aan de apocalyptische uitkomsten van IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) -klimaatmodellen. Modellen die extrapoleren op de uitkomsten van de opwarming van de aarde. Nadat bekend werd dat er onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van het wetenschappelijke advies orgaan van de VN, het IPCC, Radjendra Pachauri, geknoeid was met de cijfers en deze Radjendra Pachauri vervolgens het veld moest ruimen, bleek hoe gevoelig deze modellen verder zijn voor politieke- en economische variabelen.
Het IPCC stelt al 20 jaar alles in het werk regeringen over de hele wereld ervan te overtuigen dat de door de menselijke activiteiten voortgebrachte uitstoot van koolstofdioxide (CO2) een gevaar betekent voor het temperatuursevenwicht op onze planeet - en daarmee voor de hele beschaving. Overal worden de rapporten van het IPCC aangehaald als bewijs voor de noodzaak maatregelen te nemen om "de aarde te redden". Maar de kritiek op het IPCC neemt de laatste tijd gestaag toe. Men krijgt het verwijt slechts op te treden als lobbyisten ter meerdere eer en (financiële) glorie van politici en gewiekste zakenmensen.
Harold Lewis is een vooraanstaand hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Californië, Santa Barbara. Hij heeft zijn ontslagbrief aan Curtis G. Callan Jr, Princeton University, voorzitter van de American Physical Society aangeboden naar aanleiding van de meest succesvolle pseudowetenschappelijke fraude genaamd: global warming. Harold Lewis zegt hierover het letterlijk het volgende: 'Opwarming van de aarde is de grootste en meest succesvolle pseudowetenschappelijke fraude dat ik heb gezien in mijn lange leven. Anthony Watts beschrijft het als volgt:"This is an important moment in science history. I would describe it as a letter on the scale of Martin Luther, nailing his 95 theses to the Wittenburg church door. It is worthy of repeating this letter in entirety on every blog that discusses science.It’s so utterly damning that I’m going to run it in full without further comment. De volledige ontslagbrief is te lezen op internet. Effe googelen dus maar.
Ook vanuit Nederland komt luide kritiek op het voornemen CO²-gas op te slaan. Zo konden we nog niet zo lang geleden in de Volkskrant een interview lezen met Heleen de Coninck van ECN. Zij zegt in dat interview onder meer het volgende: 'Wetenschappers zijn te optimistisch over de afvang en opslag van CO2. De groepsdruk is zo groot, dat kritiek bijna onmogelijk is.'
Uit het Volkskrant-bericht over het interview met De Coninck>> (...) De Coninck was zelf betrokken bij het VN klimaatrapport waarin de techniek van CCS werd beschreven. ‘Ik heb de academische gemeenschap daarna zien veranderen van een kleine, zelfkritische groep wetenschappers in een veel grotere groep onderzoekers die elkaar voortdurend aan het feliciteren zijn’, aldus De Coninck in een interview met de Volkskrant. Zo zou een taboe liggen op de hoge kosten van CCS (De publiek-private Taskforce CCS werkt aan de snelle realisatie van grootschalige CO2-afvang, -transport en -opslag in Nederland. CCS staat voor Carbon Capture and Storige).
De Conick denkt dat de academici zich hebben laten meeslepen door overheid en bedrijfsleven. De overheid heeft de opslag van broeikasgas nodig om aan de klimaatdoelen te voldoen, het bedrijfsleven denkt dat het dankzij CCS kolencentrales kan blijven bouwen.
Verderop uit het interview: ‘Die betrokkenheid van overheid en bedrijfsleven [bij CCS] is natuurlijk goed. Want je moet die partijen zover krijgen, dat ze CCS serieus overwegen, er geld in steken, proeven gaan doen. Maar het is ook gevaarlijk. Er heerst geen academische sfeer meer op de congressen. Overheid en industrie zijn enthousiast geworden, en de experts zijn onbewust in dat enthousiasme meegegaan. Ik heb de CCS-gemeenschap zien veranderen van een kleine, zelfkritische groep wetenschappers tot een veel grotere groep die elkaar voornamelijk aan het feliciteren is. Je hebt nu bijna geen onafhankelijke denkers meer. En als ze er zijn, worden ze weggehoond.’
Ze noemt het voorbeeld van een summer school, waar ze een praatje hield voor jonge wetenschappers. Ze sprak over de kosten van CCS. Er moeten enorme installaties worden gebouwd om het spul af te vangen, er is een complete infrastructuur voor nodig om het onder de grond te stoppen. ‘Ik heb alleen maar gezegd: wees wantrouwend, niemand weet precies wat CCS kost, het hangt af van de omstandigheden. Maar daar werd ik wel op aangesproken door collega’s. Waarom ben je zo negatief, waarom zit je die onzekerheid in die jonge hoofden te planten?’ (...).
Ik zal daar in een volgende beschouwing meer woorden aan wijden. Voorlopig is het voldoende als ik het zaadje van twijfel over nut en noodzaak heb kunnen planten in de hoofden van mijn lezers.
Gegroet en tot een volgende beschouwing,
de Secretaris
Vanaf 1990 zijn mondiaal honderden miljarden euro’s belastinggeld gespendeerd aan de apocalyptische uitkomsten van IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) -klimaatmodellen. Modellen die extrapoleren op de uitkomsten van de opwarming van de aarde. Nadat bekend werd dat er onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van het wetenschappelijke advies orgaan van de VN, het IPCC, Radjendra Pachauri, geknoeid was met de cijfers en deze Radjendra Pachauri vervolgens het veld moest ruimen, bleek hoe gevoelig deze modellen verder zijn voor politieke- en economische variabelen.
Het IPCC stelt al 20 jaar alles in het werk regeringen over de hele wereld ervan te overtuigen dat de door de menselijke activiteiten voortgebrachte uitstoot van koolstofdioxide (CO2) een gevaar betekent voor het temperatuursevenwicht op onze planeet - en daarmee voor de hele beschaving. Overal worden de rapporten van het IPCC aangehaald als bewijs voor de noodzaak maatregelen te nemen om "de aarde te redden". Maar de kritiek op het IPCC neemt de laatste tijd gestaag toe. Men krijgt het verwijt slechts op te treden als lobbyisten ter meerdere eer en (financiële) glorie van politici en gewiekste zakenmensen.
Harold Lewis is een vooraanstaand hoogleraar natuurkunde aan de Universiteit van Californië, Santa Barbara. Hij heeft zijn ontslagbrief aan Curtis G. Callan Jr, Princeton University, voorzitter van de American Physical Society aangeboden naar aanleiding van de meest succesvolle pseudowetenschappelijke fraude genaamd: global warming. Harold Lewis zegt hierover het letterlijk het volgende: 'Opwarming van de aarde is de grootste en meest succesvolle pseudowetenschappelijke fraude dat ik heb gezien in mijn lange leven. Anthony Watts beschrijft het als volgt:"This is an important moment in science history. I would describe it as a letter on the scale of Martin Luther, nailing his 95 theses to the Wittenburg church door. It is worthy of repeating this letter in entirety on every blog that discusses science.It’s so utterly damning that I’m going to run it in full without further comment. De volledige ontslagbrief is te lezen op internet. Effe googelen dus maar.
Ook vanuit Nederland komt luide kritiek op het voornemen CO²-gas op te slaan. Zo konden we nog niet zo lang geleden in de Volkskrant een interview lezen met Heleen de Coninck van ECN. Zij zegt in dat interview onder meer het volgende: 'Wetenschappers zijn te optimistisch over de afvang en opslag van CO2. De groepsdruk is zo groot, dat kritiek bijna onmogelijk is.'
Uit het Volkskrant-bericht over het interview met De Coninck>> (...) De Coninck was zelf betrokken bij het VN klimaatrapport waarin de techniek van CCS werd beschreven. ‘Ik heb de academische gemeenschap daarna zien veranderen van een kleine, zelfkritische groep wetenschappers in een veel grotere groep onderzoekers die elkaar voortdurend aan het feliciteren zijn’, aldus De Coninck in een interview met de Volkskrant. Zo zou een taboe liggen op de hoge kosten van CCS (De publiek-private Taskforce CCS werkt aan de snelle realisatie van grootschalige CO2-afvang, -transport en -opslag in Nederland. CCS staat voor Carbon Capture and Storige).
De Conick denkt dat de academici zich hebben laten meeslepen door overheid en bedrijfsleven. De overheid heeft de opslag van broeikasgas nodig om aan de klimaatdoelen te voldoen, het bedrijfsleven denkt dat het dankzij CCS kolencentrales kan blijven bouwen.
Verderop uit het interview: ‘Die betrokkenheid van overheid en bedrijfsleven [bij CCS] is natuurlijk goed. Want je moet die partijen zover krijgen, dat ze CCS serieus overwegen, er geld in steken, proeven gaan doen. Maar het is ook gevaarlijk. Er heerst geen academische sfeer meer op de congressen. Overheid en industrie zijn enthousiast geworden, en de experts zijn onbewust in dat enthousiasme meegegaan. Ik heb de CCS-gemeenschap zien veranderen van een kleine, zelfkritische groep wetenschappers tot een veel grotere groep die elkaar voornamelijk aan het feliciteren is. Je hebt nu bijna geen onafhankelijke denkers meer. En als ze er zijn, worden ze weggehoond.’
Ze noemt het voorbeeld van een summer school, waar ze een praatje hield voor jonge wetenschappers. Ze sprak over de kosten van CCS. Er moeten enorme installaties worden gebouwd om het spul af te vangen, er is een complete infrastructuur voor nodig om het onder de grond te stoppen. ‘Ik heb alleen maar gezegd: wees wantrouwend, niemand weet precies wat CCS kost, het hangt af van de omstandigheden. Maar daar werd ik wel op aangesproken door collega’s. Waarom ben je zo negatief, waarom zit je die onzekerheid in die jonge hoofden te planten?’ (...).
Ik zal daar in een volgende beschouwing meer woorden aan wijden. Voorlopig is het voldoende als ik het zaadje van twijfel over nut en noodzaak heb kunnen planten in de hoofden van mijn lezers.
Gegroet en tot een volgende beschouwing,
de Secretaris
zondag 31 oktober 2010
Zo moeilijk is het toch niet!!
Regelmatig worden we door de media op de hoogte gesteld van de 'excessen' in de samenleving. Overlastgevende jongeren, coma-zuipende jongeren, geweld tegen politie en andere hulpverleners krijgen alle aandacht. Niet in het minst van de populistische politici die meteen een harde aanpak beloven "om dat tuig voor eens en voor altijd manieren te leren".
Helaas komen de dames en heren die het voor het zeggen hebben niet verder dan wat curatieve maatregelen, die niet alleen extra geld kosten, bijvoorbeeld vanwege het ophangen van camera's en het inzetten van meer politie, maar die over het algemeen ook weinig zoden aan de dijk zetten en zeker niet duurzaam zijn. Was het eerst vooral Wilders die harde woorden uitte, niet alleen tegen de Islam, maar ook tegen genoemde uitwassen, in het parlement krijgt hij helaas steeds meer navolging. Mogelijk omdat gebleken is dat het uitkramen van stoere taal meer aanhangers oplevert dan bedachtzaam en nadenkend opereren. Niet te ontkennen valt overigens dat de wat linksere partijen het altijd moeilijk hebben gehad om problemen in de samenleving concreet te benoemen, laat staan dat men er een adequate oplossing voor kon bedenken. De samenstelling van het nieuwe kabinet met de gedoogsteun van de PVV wekt niet de indruk dat men erg belust is op preventieve maatregelen, zodat daar een kans ligt voor de oppositie. Job Cohen, die nog steeds de indruk maakt alsof hij verdwaald als een kip in een roedel wolven moet in dit opzicht, tezamen met zijn linkse partners, snel met allerlei initiatieven komen om te laten zien dat er wel degelijk goede antwoorden zijn op de problemen in de samenleving. Op deze manier kan de PvdA ook weer wat vertrouwen terugwinnen van de kiezers, want als we Maurice moeten geloven is dat wel tot op een dieptepunt gedaald. Nou verveelt Maurice ons al jaren met zijn zinloze peilingen die er op de dag des oordeels vaak volkomen naast blijken te zitten, maar de trend dat de PvdA aanhangers aan het verliezen is, klopt als een bus.
Laat ik nu maar eens een aantal voorstellen doen die er mede aan bij zullen dragen dat ons land wat leefbaarder wordt en die, als Job ze naar voren brengt zeker de partij weer in de lift zullen brengen.
Haal alle alcoholische dranken uit de supermarkten en zorg ervoor dat ze alleen verkrijgbaar zijn in speciale drankwinkels, waar je je moet identificeren als je naar binnen gaat. Het probleem van jongeren die met zakken vol breezers de schuifdeuren van de supers uitlopen is hiermee getackeld. Aansluitend daarop worden de sluitingstijden van horeca-gelegenheden gesteld op 02.00 uur maximaal. Dat betekent dat de avonden vroeger moeten beginnen en dat de 'stappers' er niet zoveel aan hebben om pas om half 1 's nachts naar de kroeg te gaan.
Uitgaansgelegenheden moeten ook niet meer de gelegenheid krijgen om zgn. Teenage-party's te organiseren. Feesten waarbij jongeren van 12 tot 16 jaar al voorbereid worden op het uitgaansleven, weliswaar nog zonder alcohol, maar toch....!
Pas ook het onderwijs aan en doe iets aan de twee grootste veroorzakers van voortijdig schoolverlaten. Zorg er dus allereerst voor dat het onderwijs aantrekkelijker wordt en meer appelleert aan de leefwereld van de jongeren, dus meer met ICT, maak het flitsender en sneller. en kijk daarbij nog eens kritisch naar de inhoud van alle vakken. Maak de school ook huiswerkvrij. Als de leerlingen naar huis gaan, en dat mag dan best een uurtje later, dan is de aandacht voor school thuis niet meer nodig. Huiswerkvrije scholen bestaan en laten zien dat het heel wat oplevert, terwijl de nodige thuisproblemen ("heb je je huiswerk al af?") worden voorkomen.
Ik kan zo nog wel tien maatregelen bedenken, niet zo moeilijk trouwens, want veel van deze oplossingen worden volgens mij wekelijks door allerlei mensen bedacht, al of niet aan de borreltafel. Helaas worden deze mensen niet gehoord, vaak al vanuit de Haagse arrogantie dat "als je niet hebt gestudeerd, je ook niets te melden hebt". Vooruit, nog eentje dan, op de valreep:
Ooit hebben we met elkaar vastgesteld dat jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie op zak moet hebben als hij of zij stopt met de studie. Die startkwalificatie houdt in een afgeronde Havo- of VWO opleiding of MBO niveau 2 opleiding. Zonder startkwalificatie wordt je niet geacht kans te hebben op duurzaam werk. Doelstelling van het Ministerie van OCW is om voortijdig schoolverlaters terug te helpen in de schoolbanken om toch die startkwalificatie te behalen. Dat lukt in veel gevallen niet, omdat ook de ouders de grip op de jongeren hebben verloren. Waarom worden er voor jongeren met schoolproblemen geen scholen opgericht die allerlei vormen van onderwijs intern geven, naar voorbeeld van de kostscholen van vroeger. Maandagmorgen naar school en vrijdag aan het eind van de dag weer naar huis. Natuurlijk moet de overheid hier forse investeringen voor plegen, maar deze investeringen wegen zeker op tegen de maatschappelijke kosten die de samenleving moet opbrengen voor jongeren die zonder kansen op de arbeidsmarkt betreden.
In uw thuisbeschouwingen kunt u vast nog wel meer van dit soort maatregelen bedenken. Stuur ze op naar kamerleden van bijvoorbeeld de PvdA (even googelen en u vindt ze) en misschien vindt u uw eigen idee later terug in wet-en regelgeving. Zo moeilijk is het toch niet?
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
Helaas komen de dames en heren die het voor het zeggen hebben niet verder dan wat curatieve maatregelen, die niet alleen extra geld kosten, bijvoorbeeld vanwege het ophangen van camera's en het inzetten van meer politie, maar die over het algemeen ook weinig zoden aan de dijk zetten en zeker niet duurzaam zijn. Was het eerst vooral Wilders die harde woorden uitte, niet alleen tegen de Islam, maar ook tegen genoemde uitwassen, in het parlement krijgt hij helaas steeds meer navolging. Mogelijk omdat gebleken is dat het uitkramen van stoere taal meer aanhangers oplevert dan bedachtzaam en nadenkend opereren. Niet te ontkennen valt overigens dat de wat linksere partijen het altijd moeilijk hebben gehad om problemen in de samenleving concreet te benoemen, laat staan dat men er een adequate oplossing voor kon bedenken. De samenstelling van het nieuwe kabinet met de gedoogsteun van de PVV wekt niet de indruk dat men erg belust is op preventieve maatregelen, zodat daar een kans ligt voor de oppositie. Job Cohen, die nog steeds de indruk maakt alsof hij verdwaald als een kip in een roedel wolven moet in dit opzicht, tezamen met zijn linkse partners, snel met allerlei initiatieven komen om te laten zien dat er wel degelijk goede antwoorden zijn op de problemen in de samenleving. Op deze manier kan de PvdA ook weer wat vertrouwen terugwinnen van de kiezers, want als we Maurice moeten geloven is dat wel tot op een dieptepunt gedaald. Nou verveelt Maurice ons al jaren met zijn zinloze peilingen die er op de dag des oordeels vaak volkomen naast blijken te zitten, maar de trend dat de PvdA aanhangers aan het verliezen is, klopt als een bus.
Laat ik nu maar eens een aantal voorstellen doen die er mede aan bij zullen dragen dat ons land wat leefbaarder wordt en die, als Job ze naar voren brengt zeker de partij weer in de lift zullen brengen.
Haal alle alcoholische dranken uit de supermarkten en zorg ervoor dat ze alleen verkrijgbaar zijn in speciale drankwinkels, waar je je moet identificeren als je naar binnen gaat. Het probleem van jongeren die met zakken vol breezers de schuifdeuren van de supers uitlopen is hiermee getackeld. Aansluitend daarop worden de sluitingstijden van horeca-gelegenheden gesteld op 02.00 uur maximaal. Dat betekent dat de avonden vroeger moeten beginnen en dat de 'stappers' er niet zoveel aan hebben om pas om half 1 's nachts naar de kroeg te gaan.
Uitgaansgelegenheden moeten ook niet meer de gelegenheid krijgen om zgn. Teenage-party's te organiseren. Feesten waarbij jongeren van 12 tot 16 jaar al voorbereid worden op het uitgaansleven, weliswaar nog zonder alcohol, maar toch....!
Pas ook het onderwijs aan en doe iets aan de twee grootste veroorzakers van voortijdig schoolverlaten. Zorg er dus allereerst voor dat het onderwijs aantrekkelijker wordt en meer appelleert aan de leefwereld van de jongeren, dus meer met ICT, maak het flitsender en sneller. en kijk daarbij nog eens kritisch naar de inhoud van alle vakken. Maak de school ook huiswerkvrij. Als de leerlingen naar huis gaan, en dat mag dan best een uurtje later, dan is de aandacht voor school thuis niet meer nodig. Huiswerkvrije scholen bestaan en laten zien dat het heel wat oplevert, terwijl de nodige thuisproblemen ("heb je je huiswerk al af?") worden voorkomen.
Ik kan zo nog wel tien maatregelen bedenken, niet zo moeilijk trouwens, want veel van deze oplossingen worden volgens mij wekelijks door allerlei mensen bedacht, al of niet aan de borreltafel. Helaas worden deze mensen niet gehoord, vaak al vanuit de Haagse arrogantie dat "als je niet hebt gestudeerd, je ook niets te melden hebt". Vooruit, nog eentje dan, op de valreep:
Ooit hebben we met elkaar vastgesteld dat jongeren tot 23 jaar een startkwalificatie op zak moet hebben als hij of zij stopt met de studie. Die startkwalificatie houdt in een afgeronde Havo- of VWO opleiding of MBO niveau 2 opleiding. Zonder startkwalificatie wordt je niet geacht kans te hebben op duurzaam werk. Doelstelling van het Ministerie van OCW is om voortijdig schoolverlaters terug te helpen in de schoolbanken om toch die startkwalificatie te behalen. Dat lukt in veel gevallen niet, omdat ook de ouders de grip op de jongeren hebben verloren. Waarom worden er voor jongeren met schoolproblemen geen scholen opgericht die allerlei vormen van onderwijs intern geven, naar voorbeeld van de kostscholen van vroeger. Maandagmorgen naar school en vrijdag aan het eind van de dag weer naar huis. Natuurlijk moet de overheid hier forse investeringen voor plegen, maar deze investeringen wegen zeker op tegen de maatschappelijke kosten die de samenleving moet opbrengen voor jongeren die zonder kansen op de arbeidsmarkt betreden.
In uw thuisbeschouwingen kunt u vast nog wel meer van dit soort maatregelen bedenken. Stuur ze op naar kamerleden van bijvoorbeeld de PvdA (even googelen en u vindt ze) en misschien vindt u uw eigen idee later terug in wet-en regelgeving. Zo moeilijk is het toch niet?
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
zondag 17 oktober 2010
Bezuinigingstip voor Rutte cs
Nou er toch een regering zit van liberale snit, overigens een regering waar ik weinig goeds van verwacht, ben ik wel zo opportunistisch om van de gelegenheid gebruik te maken hier en daar voorstellen te doen om enige overheidbemoeienis weg te snoeien. Laat ik maar beginnen met het onderwijs. De administratieve lasten voor groepsleerkrachten onder druk van de onderwijsinspectie hebben onaanvaardbare proporties aangenomen. Leerkrachten zijn verplicht tot het maken van een groepsplan en een weekplan. Daarnaast voor een aantal individuele kinderen nog handelingsplannen en dan ook nog eens per vak. Voorts moeten de uitslagen van toetsen worden ingevoerd in de computer en dan is het maar afwachten of de inspecteur de administratie wel op orde vindt. Het is in deze tijd helaas vaak belangrijker dat alles op papier klopt, dan dat er werkelijk wordt gelet op de kwaliteit van het onderwijs. Voor de inspecteur is het voldoende om te weten dat een school bij rekenen bijvoorbeeld gebruik maakt van de methode 'Rekenrijk', omdat deze methode voldoet aan de kerndoelen. Of alle leerkrachten ook daadwerkelijk de methode gebruiken zoals ze bedoeld is, maakt dan weer niet uit (is ook lastig controleerbaar). Inmiddels heeft de oude ministerraad begin dit jaar ingestemd met het wetsvoorstel 'Referentieniveaus taal en rekenen' die in het schooljaar 2010/2011 van start gaat. Uiteraard via een geleidelijke invoering om de werkdruk voor de leerkrachten niet onnodig te verhogen, maar wel meetellend voor de verwijzing naar het voortgezet onderwijs. De bedoelingen met deze referentieniveaus zijn ongetwijfeld goed en tal van geleerden die niets anders te doen hadden, in ieder geval niets beters, hebben zich er over gebogen, maar de vraag: "welk probleem lossen we hiermee op" staat in dit geval kaarsrecht overeind.
We kennen toch al het Cito-leerlingvolgsysteem en we kennen toch al de Cito-eindtoets? Maak deze verplicht voor alle basisscholen, net als in het voortgezet onderwijs het Centraal Eindexamen landelijk verplicht is, doe datzelfde met het leerlingvolgsysteem en we hebben een sluitend systeem van niveaubepaling van alle kinderen in het basisonderwijs.
Zorg ervoor dat die toetsen allemaal digitaal kunnen worden gemaakt, gescoord en genormeerd naar de verschillende schoolniveaus (zwak, voldoende en goed presterende scholen) en laat de scholen alstublieft zelf bepalen op welke wijze ze de stempel zwak willen ontlopen. Scholen die twee jaar achter elkaar het stempel zwak krijgen, middels een doorsnede van de eindtoetscores, krijgen een officiële waarschuwing en opnieuw twee jaar de tijd om zich te verbeteren.
In dit mooie systeem hebben we de onderwijsinspectie en hun eeuwige gezeur, muggenzifterij, afgaan op de papieren kwaliteit van het onderwijs en administratieve voorschriften niet meer nodig. Afschaffen dus. Tegen de totale bezuiniging van 18 miljard zal het opheffen van dit overbodige overheidscontrole-orgaan slechts een druppel op de gloeiende plaat zijn, maar voor leerkrachten zal dit zeer motiverend werken en dat alleen zal aanmerkelijke verhogend werken op de kwaliteit van het onderwijs.
Laat deze beschouwing rustig op u inwerken en tot de volgende.
de Secretaris
We kennen toch al het Cito-leerlingvolgsysteem en we kennen toch al de Cito-eindtoets? Maak deze verplicht voor alle basisscholen, net als in het voortgezet onderwijs het Centraal Eindexamen landelijk verplicht is, doe datzelfde met het leerlingvolgsysteem en we hebben een sluitend systeem van niveaubepaling van alle kinderen in het basisonderwijs.
Zorg ervoor dat die toetsen allemaal digitaal kunnen worden gemaakt, gescoord en genormeerd naar de verschillende schoolniveaus (zwak, voldoende en goed presterende scholen) en laat de scholen alstublieft zelf bepalen op welke wijze ze de stempel zwak willen ontlopen. Scholen die twee jaar achter elkaar het stempel zwak krijgen, middels een doorsnede van de eindtoetscores, krijgen een officiële waarschuwing en opnieuw twee jaar de tijd om zich te verbeteren.
In dit mooie systeem hebben we de onderwijsinspectie en hun eeuwige gezeur, muggenzifterij, afgaan op de papieren kwaliteit van het onderwijs en administratieve voorschriften niet meer nodig. Afschaffen dus. Tegen de totale bezuiniging van 18 miljard zal het opheffen van dit overbodige overheidscontrole-orgaan slechts een druppel op de gloeiende plaat zijn, maar voor leerkrachten zal dit zeer motiverend werken en dat alleen zal aanmerkelijke verhogend werken op de kwaliteit van het onderwijs.
Laat deze beschouwing rustig op u inwerken en tot de volgende.
de Secretaris
zondag 3 oktober 2010
De geheime plannen van Geert
Geweldig zoals Geert het spelletje speelt. Van mijn grote vriend Martin, belangrijk in de partij, weet ik alle ins-en-outs van Geert en ik moet zeggen....ik ben onder de indruk. Iedereen die denkt dat Geert nu zijn zin heeft, slaat de plank behoorlijk mis. Hij is net begonnen. Als dit Kabinet behoorlijk op dreef is, dan trekt Geert de stekker eruit met het verwijt dat de 'partners' niet genoeg durven door te pakken. Dat gaat natuurlijk gepaard met stevige woorden die de gewone man wil horen en bij de eerstvolgende verkiezingen wordt Geert de grootste. En dan, dan gaat Geert helemaal los. Martin liet me een blauwdruk zien van de geheime plannen van Geert onder de voorwaarde dat ik er niets over naar buiten zou brengen. Maar ja, daar stoor ik me natuurlijk niet aan, vrijheid van meningsuiting niet waar! Zou Geert toch ook vinden?
Pas als Geert aan de macht is, wordt Nederland namelijk echt teruggegeven aan de hardwerkende Nederlander, aan mij dus en aan jou, beste lezer. Ik zal een paar van Geerts plannetjes openbaren en eerlijk waar: ik sta te juichen en ik denk dat jij dat ook zult gaan doen. Let op! Om de doorstroming in het verkeer te bevorderen gaat de maximumsnelheid omhoog naar 160 km per uur. Voor mensen die lange afstanden moeten rijden een waar genot. Ik ben voor. De hypotheekrente blijft niet alleen bestaan, nee Geert doet meer! Banken worden ook verplicht om de laagste rente in rekening te brengen met een maximum opslag van 0,5 %. Opnieuw een traktatie voor mij, als woningbezitter, maar ook goed voor de starters. Nagenoeg geniaal is het idee om, naast de boerka's, ook pet plus capuchon te verbieden. Knap gevonden hoor, 't is ook geen gezicht zo'n kop verborgen onder pet en capuchon. Het wordt voortaan kiezen voor de opgeschoten jeugd.
Gesponsord door een aantal rijke Chinezen wordt er een muur om Nederland gebouwd met slechts vijf toegangspoorten. Goed voor de werkgelegenheid en een verdere beperking van de instroom van vreemdelingen. Uiteraard wordt de muur voorzien van prikkeldraad en stroom, dat spreekt voor zich. Anders klimmen ze als apen over onze muren.
Na de aanstelling van animal-cops tijdens deze Kabinetsperiode, zal Geert zorgen voor de benoeming van 15oo colour-cops. Zij moeten iedereen 'met een kleurtje' achter de vodden aanzitten en een beetje het leven zuur maken, tenzij ze onomstotelijk kunnen bewijzen dat zij een meerwaarde vormen voor onze Nederlandse samenleving en ik zeg u: "Die eisen zijn hoog!"
Om het de colour-cops wat gemakkelijker te maken worden zonnebanken verboden, moeten zonnestudio's sluiten en worden Nederlanders verzocht om zo min mogelijk in de zon te liggen en met hun vakantiebestemming rekening te houden met de mogelijkheid dat bij terugkomst de colour-cops zich af en toe vergissen. Nederlanders die toch gebruind terugkomen van vakantie kunnen bij het boeken van een reis bij een erkend reisbureau ook een embleem krijgen met een afbeelding van een zonnig strand. Als dit op de kleding wordt gedragen weten de colour-cops dat zij te maken hebben met echte Nederlanders en lopen ze niet de kans om lastig gevallen te worden.
En? Hoe lijkt dit allemaal? Smaakt naar meer zeker hè? Ik kan u verzekeren: er is meer, maar ik wil Geert niet al het gras voor de voeten wegmaaien. Houdt de ontwikkelingen goed in de gaten en ik heb u onderhand genoeg meegegeven om eens nader met uw familie, vrienden en kennissen te beschouwen.
Tot de volgende keer,
de Secretaris
Pas als Geert aan de macht is, wordt Nederland namelijk echt teruggegeven aan de hardwerkende Nederlander, aan mij dus en aan jou, beste lezer. Ik zal een paar van Geerts plannetjes openbaren en eerlijk waar: ik sta te juichen en ik denk dat jij dat ook zult gaan doen. Let op! Om de doorstroming in het verkeer te bevorderen gaat de maximumsnelheid omhoog naar 160 km per uur. Voor mensen die lange afstanden moeten rijden een waar genot. Ik ben voor. De hypotheekrente blijft niet alleen bestaan, nee Geert doet meer! Banken worden ook verplicht om de laagste rente in rekening te brengen met een maximum opslag van 0,5 %. Opnieuw een traktatie voor mij, als woningbezitter, maar ook goed voor de starters. Nagenoeg geniaal is het idee om, naast de boerka's, ook pet plus capuchon te verbieden. Knap gevonden hoor, 't is ook geen gezicht zo'n kop verborgen onder pet en capuchon. Het wordt voortaan kiezen voor de opgeschoten jeugd.
Gesponsord door een aantal rijke Chinezen wordt er een muur om Nederland gebouwd met slechts vijf toegangspoorten. Goed voor de werkgelegenheid en een verdere beperking van de instroom van vreemdelingen. Uiteraard wordt de muur voorzien van prikkeldraad en stroom, dat spreekt voor zich. Anders klimmen ze als apen over onze muren.
Na de aanstelling van animal-cops tijdens deze Kabinetsperiode, zal Geert zorgen voor de benoeming van 15oo colour-cops. Zij moeten iedereen 'met een kleurtje' achter de vodden aanzitten en een beetje het leven zuur maken, tenzij ze onomstotelijk kunnen bewijzen dat zij een meerwaarde vormen voor onze Nederlandse samenleving en ik zeg u: "Die eisen zijn hoog!"
Om het de colour-cops wat gemakkelijker te maken worden zonnebanken verboden, moeten zonnestudio's sluiten en worden Nederlanders verzocht om zo min mogelijk in de zon te liggen en met hun vakantiebestemming rekening te houden met de mogelijkheid dat bij terugkomst de colour-cops zich af en toe vergissen. Nederlanders die toch gebruind terugkomen van vakantie kunnen bij het boeken van een reis bij een erkend reisbureau ook een embleem krijgen met een afbeelding van een zonnig strand. Als dit op de kleding wordt gedragen weten de colour-cops dat zij te maken hebben met echte Nederlanders en lopen ze niet de kans om lastig gevallen te worden.
En? Hoe lijkt dit allemaal? Smaakt naar meer zeker hè? Ik kan u verzekeren: er is meer, maar ik wil Geert niet al het gras voor de voeten wegmaaien. Houdt de ontwikkelingen goed in de gaten en ik heb u onderhand genoeg meegegeven om eens nader met uw familie, vrienden en kennissen te beschouwen.
Tot de volgende keer,
de Secretaris
zondag 19 september 2010
I Maximus
Nog een week of 2, hooguit drie en dan kun je wel zeggen dat ik mijn doel heb bereikt: Het CDA weghalen uit het midden en er een solide rechtse partij van maken. Uiteraard had ik daarbij een mooie positie voor mij in gedachten. Hoe het spel gespeeld werd snapte ik pas goed toen ik zag hoe gemakkelijk je een gevaarlijke tegenstander kan uitschakelen door een negatief beeld van hem op te hangen. Jammer voor Wouter (best een aardige vent), maar zijn partij moest een toontje lager zingen en mijn 'met Bos ben je de klos' heeft uitstekend gewerkt. Ook JP moest weg. Maar dat moest ik sluw aanpakken. Belangrijk was dat ik hem de hemel inprees na de val van het Kabinet. Toen Van Heeswijk mij belde op die mooie avond en me vroeg wat ik vond van het doorgaan met JP als eerste man steunde ik dat voorstel uiteraard van harte. Ik wist wel dat het niets zou worden, dat we als partij klappen zouden krijgen. De mensen waren helemaal uitgekeken op JP en mijn kans zou daarna komen. Ik had daar al uitvoerig over gesproken met Henk, toen nog secretaris van het bestuur, maar in belangrijk in mijn plannen. Henk steunde me. Henk is zo mogelijk nog onbetrouwbaarder en manipulatiever dan ik, maar van een grefo wordt dat kennelijk eerder verwacht dan van een katholiek. Je snapt wel dat het zetelverlies van mijn partij me dus niet slecht uitkwam, al kon ik dat natuurlijk niet laten merken. JP stapte op, gevolgd door Peter, de partijvoorzitter. Dat ik het daarna voor het zeggen zou hebben in de partij was natuurlijk zonneklaar. Veel concurrentie had ik tenslotte niet, daar had ik wel voor gezorgd. JP en Peter vertrouwden me volkomen en zodoende kon ik mijn invloed laten gelden bij de samenstelling van de lijst. Alleen kon ik niet zo gemakkelijk van Ab af. Die heeft in de partij nog een grote naam, maar ik erger me al jaren wild aan dat arrogante semi-linkse geweten van onze partij. Met mijn meest vrome gezicht zei ik na de verkiezingen dat ons als verliezers bescheidenheid past. Natuurlijk hadden Henk en ik al nog voor de start van de onderhandelingen met Geert het hele scenario doorgesproken en heeft hij die zaken weer afgekaart met Mark. Het liep precies zoals we wilden. Het boegbeeld Cohen overspeelde al vrij snel zijn hand bij Mark, die tot Jobs 'stomme verbazing' de onderhandelingen staakte. Gelukkig was het niet al te duidelijk dat Mark het liefst met ons verder wilde. Wat dat betreft moet Mark nog veel leren. Hij wil zo graag minister-president worden dat Geert en ik vrijwel alles voor elkaar kunnen krijgen. Ik moest alleen nog de kwestie Ab regelen. Ik vind dat ik dat slim heb aangepakt door hem medeonderhandelaar te maken. Ik wist dat hij daar niet tegen zou kunnen en zijn kont tegen de krib zou gooien. Met behulp van mijn broeder-in-de-strijd Henk hebben we het probleem Klink aardig kunnen tackelen. Kathleen en Ad, de twee andere dissidenten hebben we nu al aardig aan de leiband. Overigens speelt dat probleem niet echt meer, omdat de SGP in vertrouwen al aan Piet Hein heeft laten weten een nieuw rechts Kabinet te zullen steunen.
Nu we er bijna uit zijn, kon ik niet nalaten om nog even te zuigen naar links en dan vooral naar de PvdA, door te zeggen dat ik reken op een constructieve houding van de oppositie. Daarbij trok ik natuurlijk weer mijn meest redelijke gezicht dat zoiets uitstraalde als "wie kan daar nou tegen zijn". Gaat die Job dat 's avonds op zijn eigen hakkelende wijze in P&W ook nog eens bevestigen. Nee, die zien we voorlopig niet meer terug!
Ik wil liever geen minister van Buitenlandse Zaken meer worden. Ik wil dicht in de buurt van Mark blijven. Alleen met Geert vertrouw ik het niet en bij Buitenlandse Zaken ben ik te vaak van huis. Ik wil wel zo'n nieuw combinatie-ministerie, beetje met landbouw, milieu en nog wat van die dingen. Kan ik aan de ene kant iets extra's doen voor onze achterban en aan de ander kant die linkse milieugroeperingen aan banden leggen.
Ik ben al wat kandidaten voor ministersposten aan het benaderen. Screening op competenties is van belang, maar het moeten geen al te grote ego's zijn en vooral van rechtse signatuur. De tijd om voor eens en voor altijd met links af te rekenen, buiten en vooral binnen mijn partij, is aangebroken en daar wil en zal ik goed gebruik van maken. Dat wordt mijn erfenis en tevens de kroon op mijn werk.
Was getekend: Maxime Verhagen
Nu we er bijna uit zijn, kon ik niet nalaten om nog even te zuigen naar links en dan vooral naar de PvdA, door te zeggen dat ik reken op een constructieve houding van de oppositie. Daarbij trok ik natuurlijk weer mijn meest redelijke gezicht dat zoiets uitstraalde als "wie kan daar nou tegen zijn". Gaat die Job dat 's avonds op zijn eigen hakkelende wijze in P&W ook nog eens bevestigen. Nee, die zien we voorlopig niet meer terug!
Ik wil liever geen minister van Buitenlandse Zaken meer worden. Ik wil dicht in de buurt van Mark blijven. Alleen met Geert vertrouw ik het niet en bij Buitenlandse Zaken ben ik te vaak van huis. Ik wil wel zo'n nieuw combinatie-ministerie, beetje met landbouw, milieu en nog wat van die dingen. Kan ik aan de ene kant iets extra's doen voor onze achterban en aan de ander kant die linkse milieugroeperingen aan banden leggen.
Ik ben al wat kandidaten voor ministersposten aan het benaderen. Screening op competenties is van belang, maar het moeten geen al te grote ego's zijn en vooral van rechtse signatuur. De tijd om voor eens en voor altijd met links af te rekenen, buiten en vooral binnen mijn partij, is aangebroken en daar wil en zal ik goed gebruik van maken. Dat wordt mijn erfenis en tevens de kroon op mijn werk.
Was getekend: Maxime Verhagen
zondag 5 september 2010
Ex-bestuurders verdienen het!
Vooral sinds de gemeenteraadsverkiezingen in dit voorjaar liggen de ex-bestuurders onder vuur vanwege de zgn. riante wachtgeldregelingen. Kreten als 'zakkenvullers' en 'profiteurs' zijn regelmatig te horen en ook de media gooien in dit verband maar al te graag olie op het vuur. Het Dagblad van het Noorden suggereerde afgelopen zaterdag met de kop 'Miljoenen voor afgezwaaide wethouders' dat deze groep dames en heren maar al te graag hun hand op houden, zonder daar iets tegenover te stellen. 'Legaal maar omstreden' luidt een andere kop en je moet al ver in het artikel duiken om enig fatsoenlijk tegengeluid te bemerken. Weinigen troosten zich de moeite om uit te leggen hoe het nu precies zit en waarom deze wachtgeldregelingen zo 'ruimhartig' zijn. Overigens is de maximum duur van het wachtgeld voor het overgrote deel van de voormalige politieke bestuurders teruggebracht van 6 naar 4 jaar. Het beeldvorming rond de wachtgeldregelingen van ex-bestuurders wordt m.i. negatief gekleurd door de uitwassen die breed worden uitgemeten in de pers. Deze wordt vnl. veroorzaakt doordat er een minimum wachtgeldduur bestaat van 2 jaar, waardoor een politicus die na enkele maanden, al of niet noodgedwongen (vertrekreden speelt geen rol in de wachtgeldregeling) afstand moet doen van zijn bestuurdersbaantje en elk geval 2 jaar kan genieten van de uitkering. Zelf Philomena Bijlhout die voor de LPF slechts enkele uren als staatssecretaris werkzaam was geweest ontving vervolgens nog ruim 2 jaar wachtgeld onder het vorige regime.
Ik ben voor een ruimharige regeling voor ex-politici. Er is geen baan die zo riskant is als die van politiek bestuurder. Je bent namelijk niet alleen afhankelijk van je eigen kwaliteiten, maar ook en misschien nog wel meer van de luimen van de raad of je eigen fractie. Het zijn niet alleen de zwakke wethouders die het veld moeten ruimen, ook goede en misschien wel te goede wethouders worden sinds de invoering van het dualisme te snel de wacht aangezegd. Een onderzoek uit 2008 weest uit dat ex-wethouders moeilijk aan de bak komen na hun bestuurlijke carrière. Zeker waar het wethouders betreft uit middelgrote en kleinere gemeenten. Verder is er vrijwel geen baan te vinden waarin je zoveel uren moet maken als wethouder. Vergaderen, inspraakavonden, dossiers lezen, spreekuur en wat dies meer zij, zorgen ervoor dat werkweken van meer dan 70 uur geen uitzondering zijn.
Als je je maatschappelijke carrière inruilt voor een politieke dan moet je veelal in de salarissfeer een veer laten, maar uit idealisme om iets te betekenen voor de inwoners van je gemeente of land is dat meestal niet zo'n probleem. Veel mensen hebben dat er graag voor over. Wat de kandidaten onzeker en ongerust maakt is de onzekerheid over de toekomst. De politiek biedt namelijk geen enkele zekerheid.
Die onzekerheid over de toekomst mag van mij derhalve best een goede compensatie hebben en daarom ben ik van mening dat een wachtgeldregeling die tegemoetkomt aan bestuurders die de zekerheid van een bestaan bij de overheid of in het bedrijfsleven inruilen voor de onzekerheid van de politiek best heel genereus mag zijn.
Het gehuil over die zgn. 'riante' wachtgeldregeling is mijns inziens dus ook te gemakkelijk en zeer ongepast.
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
Ik ben voor een ruimharige regeling voor ex-politici. Er is geen baan die zo riskant is als die van politiek bestuurder. Je bent namelijk niet alleen afhankelijk van je eigen kwaliteiten, maar ook en misschien nog wel meer van de luimen van de raad of je eigen fractie. Het zijn niet alleen de zwakke wethouders die het veld moeten ruimen, ook goede en misschien wel te goede wethouders worden sinds de invoering van het dualisme te snel de wacht aangezegd. Een onderzoek uit 2008 weest uit dat ex-wethouders moeilijk aan de bak komen na hun bestuurlijke carrière. Zeker waar het wethouders betreft uit middelgrote en kleinere gemeenten. Verder is er vrijwel geen baan te vinden waarin je zoveel uren moet maken als wethouder. Vergaderen, inspraakavonden, dossiers lezen, spreekuur en wat dies meer zij, zorgen ervoor dat werkweken van meer dan 70 uur geen uitzondering zijn.
Als je je maatschappelijke carrière inruilt voor een politieke dan moet je veelal in de salarissfeer een veer laten, maar uit idealisme om iets te betekenen voor de inwoners van je gemeente of land is dat meestal niet zo'n probleem. Veel mensen hebben dat er graag voor over. Wat de kandidaten onzeker en ongerust maakt is de onzekerheid over de toekomst. De politiek biedt namelijk geen enkele zekerheid.
Die onzekerheid over de toekomst mag van mij derhalve best een goede compensatie hebben en daarom ben ik van mening dat een wachtgeldregeling die tegemoetkomt aan bestuurders die de zekerheid van een bestaan bij de overheid of in het bedrijfsleven inruilen voor de onzekerheid van de politiek best heel genereus mag zijn.
Het gehuil over die zgn. 'riante' wachtgeldregeling is mijns inziens dus ook te gemakkelijk en zeer ongepast.
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
dinsdag 17 augustus 2010
Boekbeschouwing: De Superpromotor
Zoals gewoonlijk de vakantie deels nuttig gemaakt door een boek te lezen dat rechtstreeks of zijdelings te maken heeft met mijn werk. Deze keer was het 'De Superpromotor' door Rijn Vogelaar. Rijn is algemeen directeur van Blauw Research en gespecialiseerd in klantrelaties, aanbevelingsgedrag en social networking.
Het interessante aan dit boek is dat Rijn duidelijk maakt dat organisaties, waartoe ik gemakshalve ook maar alle bedrijven reken, zich vooral bezig houden met de 'klagende klanten, zeurende journalisten, ontevreden medewerkers of gefrustreerde burgers'. Net als in het onderwijs, waar leerlingen vooral horen wat ze niet goed doen, richten organisaties zich vooral op zaken die mis gaan. Er is een hele industrie ontstaan rond kwaliteitsystemen en verbeterprogramma's, allemaal om het de klagers naar de zin te maken.
"Niet doen!" zegt de auteur, "maak het podium vrij voor de enthousiastelingen, de superpromotors". Een superpromotor is een enthousiasteling die zijn enthousiasme deelt of uitdraagt en anderen hiermee beïnvloedt. Dit in tegenstelling tot de antipromotor die uitgesproken negatief is en daarmee maar al te graag zijn omgeving beïnvloedt, waarmee hij zich kan ontwikkelen tot een geduchte vijand.
Haarfijn legt Vogelaar in zijn boek uit waarom bedrijven zich moeten richten op de superpromoter, waarbij hij uitvoerig verschillende werkwijzen aan de hand doet om deze superpromotors op te sporen en actief in te zetten ten faveure van de eigen organisatie. Daarbij wordt ingegaan op diverse methodieken om enthousiasme te meten. Rijn laat zien hoe makkelijk superpromotors hun wervende activiteiten in kunnen zetten in verschillende sociale netwerken die mede ons tijdsbeeld bepalen. Rijn raadt de bedrijven aan niet te sturen op klant(on)tevredenheid, maar zich meer te richten op enthousiasme en het daaraan gekoppelde aanbevelingsgedrag. Sturen op superpromotors dus, waarbij die superpromotors dienen als 'generatoren voor omzetgroei, bewaker van de ziel, ziener, energiebron, kritische vriend en als kostenbesparing.
In een van de laatste hoofdstukken introduceert de schrijver 'Odilia' "een praktisch model om relevante superpromotors te leren kennen en hen te assisteren bij het beïnvloeden van hun omgeving.
In de visie van Rijn moeten organisaties ophouden met de overconcentratie op ontevreden klanten maar moeten zijn ontdekken wie hun superpromotors zijn en naar ze luisteren. Organisaties die dit doen en dan ook nog de juiste acties ondernemen, hebben de kans om een flinke voorsprong te nemen op de concurrentie.
Een makkelijk te lezen boekje dat een must is voor directies en marketingafdelingen van organisaties die radicaal willen breken met de manier waarop klanten tot dusver worden benaderd.
Het boek is uitgegeven bij Van Duuren Media B.V.in Culemborg.
Ik wens u veel leesplezier,
De secretaris
Het interessante aan dit boek is dat Rijn duidelijk maakt dat organisaties, waartoe ik gemakshalve ook maar alle bedrijven reken, zich vooral bezig houden met de 'klagende klanten, zeurende journalisten, ontevreden medewerkers of gefrustreerde burgers'. Net als in het onderwijs, waar leerlingen vooral horen wat ze niet goed doen, richten organisaties zich vooral op zaken die mis gaan. Er is een hele industrie ontstaan rond kwaliteitsystemen en verbeterprogramma's, allemaal om het de klagers naar de zin te maken.
"Niet doen!" zegt de auteur, "maak het podium vrij voor de enthousiastelingen, de superpromotors". Een superpromotor is een enthousiasteling die zijn enthousiasme deelt of uitdraagt en anderen hiermee beïnvloedt. Dit in tegenstelling tot de antipromotor die uitgesproken negatief is en daarmee maar al te graag zijn omgeving beïnvloedt, waarmee hij zich kan ontwikkelen tot een geduchte vijand.
Haarfijn legt Vogelaar in zijn boek uit waarom bedrijven zich moeten richten op de superpromoter, waarbij hij uitvoerig verschillende werkwijzen aan de hand doet om deze superpromotors op te sporen en actief in te zetten ten faveure van de eigen organisatie. Daarbij wordt ingegaan op diverse methodieken om enthousiasme te meten. Rijn laat zien hoe makkelijk superpromotors hun wervende activiteiten in kunnen zetten in verschillende sociale netwerken die mede ons tijdsbeeld bepalen. Rijn raadt de bedrijven aan niet te sturen op klant(on)tevredenheid, maar zich meer te richten op enthousiasme en het daaraan gekoppelde aanbevelingsgedrag. Sturen op superpromotors dus, waarbij die superpromotors dienen als 'generatoren voor omzetgroei, bewaker van de ziel, ziener, energiebron, kritische vriend en als kostenbesparing.
In een van de laatste hoofdstukken introduceert de schrijver 'Odilia' "een praktisch model om relevante superpromotors te leren kennen en hen te assisteren bij het beïnvloeden van hun omgeving.
In de visie van Rijn moeten organisaties ophouden met de overconcentratie op ontevreden klanten maar moeten zijn ontdekken wie hun superpromotors zijn en naar ze luisteren. Organisaties die dit doen en dan ook nog de juiste acties ondernemen, hebben de kans om een flinke voorsprong te nemen op de concurrentie.
Een makkelijk te lezen boekje dat een must is voor directies en marketingafdelingen van organisaties die radicaal willen breken met de manier waarop klanten tot dusver worden benaderd.
Het boek is uitgegeven bij Van Duuren Media B.V.in Culemborg.
Ik wens u veel leesplezier,
De secretaris
donderdag 8 juli 2010
Zaakje voor de formateurs
Op de valreep moet ik uiteraard nog even aandacht schenken aan de lopende formatiepogingen. Dat het CDA niet in de regering zal komen is pure winst. Verder lijkt Paars plus alleen maar te kunnen lukken als partijen veel kwesties over laten aan de Kamer. Onder het mom van een simpel regeerakkoord op 1 A4-tje laten de linkse partijen, waar ik gemakshalve ook maar even D66 toe reken, zich mooi in de luren leggen door de VVD. Die kan er namelijk veel 'rechtse' zaken in de Kamer doorheen jassen, omdat er regelmatig een rechtse meerderheid te vormen zal zijn met PVV en CDA, terwijl links telkens het nakijken zal hebben over de voor hen belangrijke zaken. Nieuwe verkiezingen lijken me de enige goede oplossing en dan maar hopen dat niet alleen de PVV daar garen bij spint. Mocht het toch nog tot een werkbare coalitie leiden, dan hoop ik dat Pechtold het oorspronkelijke gedachtengoed van zijn partij, de bestuurlijke vernieuwing, niet vergeten is. Toen in 2002 het dualisme bij de lagere overheden (provincie en gemeente) werd ingevoerd, werd als voorbeeld de situatie in de Tweede Kamer aangehaald. Ministers maken daar tenslotte ook geen deel uit van het parlement. Ik wil het nu niet hebben over de uitwassen die het dualisme in veel gemeenten heeft voortgebracht, maar wel over een los eindje dat nog rondzwerft, nl de positie van de burgemeester. Waar de grootste partij over het algemeen de premier levert, vindt op lokaal niveau iets heel anders plaats. De burgemeester wordt voorgedragen door de raad en door de Kroon benoemd. Het lijkt mij wenselijk dat hier ook de landelijke situatie wordt doorgetrokken. Na de gemeenteraadsverkiezingen komt er een coalitie, waarbij de grootste partij in het college de burgemeester levert. Die heeft dus ook een zittingsperiode van 4 jaar. Het levert een steviger bijdrage aan de lokale democratie.
Een coalitie wil graag een programma uitvoeren en het is logisch dat de burgemeester symbool staat voor de uitvoering daarvan. Ik zou het ook vanzelfsprekend vinden dat de positie van de gemeentesecretaris wordt ingevuld door een vertrouweling van de burgemeester. De kwaliteit van de samenwerking binnen het duo burgemeester/secretaris is veelal bepalend voor de kwaliteit van de verbinding tussen het politieke bestuur en het ambtelijk apparaat. Steeds vaker sneuvelen gemeentesecretarissen op het feit dat ze met de (nieuwe) burgemeester niet door één deur kunnen. Een oud gezegde is dat een goede secretaris 'sneuvelbereid' moet zijn, maar dat is niet gemakkelijk met een hypotheek en studerende kinderen.
Het zou goed zijn als de formateurs aan deze kwestie ook eens de nodige aandacht zouden schenken.
Tot in september,
de Secretaris
Een coalitie wil graag een programma uitvoeren en het is logisch dat de burgemeester symbool staat voor de uitvoering daarvan. Ik zou het ook vanzelfsprekend vinden dat de positie van de gemeentesecretaris wordt ingevuld door een vertrouweling van de burgemeester. De kwaliteit van de samenwerking binnen het duo burgemeester/secretaris is veelal bepalend voor de kwaliteit van de verbinding tussen het politieke bestuur en het ambtelijk apparaat. Steeds vaker sneuvelen gemeentesecretarissen op het feit dat ze met de (nieuwe) burgemeester niet door één deur kunnen. Een oud gezegde is dat een goede secretaris 'sneuvelbereid' moet zijn, maar dat is niet gemakkelijk met een hypotheek en studerende kinderen.
Het zou goed zijn als de formateurs aan deze kwestie ook eens de nodige aandacht zouden schenken.
Tot in september,
de Secretaris
maandag 28 juni 2010
Schaam je, FNV
Werkgevers en werknemers in de SER hebben een zgn Pensioenakkoord gesloten. Belangrijkste punt is natuurlijk de verhoging van de AOW/pensioenleeftijd naar 66 jaar met de afspraak om t.z.t. te bekijken of er nog een jaartje bij moet. Ik heb hier al eerder betoogd dat er een addertje onder het gras zit, een forse adder zelfs in de vorm van een gelijkblijvende premie en een mogelijke wisselende pensioenuitkering. De FNV leden werden geraadpleegd en konden in een referendum aangeven of dit akkoord hun instemming had. In de oproep daartoe die bij de leden in de bus was gevallen werd echter met geen woord gerept over de mogelijkheid dat de pensioenuitkering afhankelijk zou worden van het beleggingsresultaat. Er werd alleen gerept van een 'gelijkblijvende' premie. Dit is volksverlakkerij pur sang en een vakbond die zegt op te komen voor de belangen van de werknemers onwaardig. Uiterlijk in 2012 komt men met nieuwe pensioencontracten en ik raad iedereen die zijn pensioen lief heeft aan, de ontwikkelingen zorgvuldig te (blijven) volgen.
Ook een omissie in de overeenkomst is m.i. dat er niet meer wordt gerept van het maken van een uitzondering voor de 'zware' beroepen. Ook in dit geval hebben de vakbonden hun huig naar de werkgeverswind laten hangen. Een treurige zaak en dat roept maar eens te meer de vraag op of de vakbonden die nog maar slechts 20 % van de werknemers aan zich gebonden weten, wel de goede instituten zijn om over de belangen van de werknemers te praten.
Erg fraai is het in elk geval allemaal niet.
De secretaris komt in september weer terug. Ik wens u een goede zomervakantie.
de Secretaris
Ook een omissie in de overeenkomst is m.i. dat er niet meer wordt gerept van het maken van een uitzondering voor de 'zware' beroepen. Ook in dit geval hebben de vakbonden hun huig naar de werkgeverswind laten hangen. Een treurige zaak en dat roept maar eens te meer de vraag op of de vakbonden die nog maar slechts 20 % van de werknemers aan zich gebonden weten, wel de goede instituten zijn om over de belangen van de werknemers te praten.
Erg fraai is het in elk geval allemaal niet.
De secretaris komt in september weer terug. Ik wens u een goede zomervakantie.
de Secretaris
donderdag 27 mei 2010
2 ideeën voor de prullebak
Niet alleen de politiek geïnteresseerden vinden de verkiezingstijd een hoogtepunt, ook de creatievelingen kunnen hun geluk niet op. In de hoop dat ze een vooraanstaande rol kunnen spelen tijdens de debatten en misschien zelfs bij de coalitiebesprekingen strooien ze het ene idee na het andere over ons uit. Over het algemeen laat ik die gedachtenspinsels maar voor wat ze zijn, omdat over het algemeen ieder weldenkend mens ze net zo snel vergeet als ze zijn gedropt.
Dat ik deze keer een uitzondering maak en twee ideeën wil bespreken, komt omdat deze kronkels voortkomen uit de gekrochten van ogenschijnlijk eerbiedwaardige organisaties.
Laat ik maar eens beginnen met het onzinnige idee van de Onderwijsraad om driejarigen naar de basisschool te sturen, weliswaar vrijwillig zoals nu de vierjarigen, maar toch.....
Als argument wordt gebruikt dat de de kwaliteit van het gebodene op de kinderopvang en in de peuterspeelzaal te wensen overlaat. Op de basisschool zijn goed opgeleide leraren aanwezig die voor een kwalitatief sterk aanbod kunnen zorgen. Uiteraard moet alles speels gebeuren en is het niet de bedoeling dat de arme schapen in bankjes moeten zitten met de armen over elkaar. Uiteraard moet de lerarenopleiding ook op de schop en moet er een specialisatie komen voor het 'Jonge Kind'. Basisscholen moeten met een samenhangend aanbod komen voor 3, 4 en 5 jarigen.
Er zijn niet nader genoemde incidentele invoeringskosten en structureel kost dit wangedrocht 125 miljoen per jaar. Ik neem maar gemakshalve aan dat de aanloopkosten o.a. bijscholing van de huidige leerkrachten bevat, de aanschaf van educatief materiaal en de bouw van extra lokalen. Desgevraagd zei Fons van Wieringen, voorzitter van het zichzelf overbodig gemaakte adviesorgaan, dat de leerkrachten ook wel een aantal ochtenden naar de peuterspeelzaal zou kunnen gaan. De beste man denkt zeker dat de achterblijvende kleuters zich gedurende die tijden prima zelf kunnen vermaken. Mijn inschatting is overigens dat de aanloopkosten wel eens de pan uit zouden kunnen rijzen, alleen door de hoge (aan-)bouwkosten. Je vraagt je af waarom men niet op het idee komt om de opleidingen voor peuterspeelzaalleidster op te krikken tot HBO niveau. Lijkt mij een goedkopere en voor de hand liggender oplossing. Tenslotte gaan ook jongere kinderen naar kinderopvang en peuterspeelzaal. Is hun wel en wee dan niet zo interessant of is de volgende stap dat de basisschool over 20 jaar al na de wieg begint?
Het lijkt erop dat wergevers en werknemers in de SER een AOW akkoord gaan bereiken waarbij de AOW en pensioenleeftijd naar 66 jaar gaat in 2020 en dat vervolgens elke vijf jaar wordt bekeken of er nog een verdere leeftijdsverhoging noodzakelijk is. De discussie zal zich in de komende weken wel toespitsen op die verhoging tot 66 jaar. Zoals de details nu langzamerhand naar buiten druppelen zit er echter een forse adder onder het gras van dit mooie gezamenlijke plan. De pensioenuitkeringen, zo staat ergens geschreven, zijn voortaan afhankelijk van het beleggingsresultaat. Op deze manier veramerikaniseren we dus opnieuw en verder onze samenleving. Alsof men niet kijkt naar de overkant van de plas om te zien hoe het daar vaak misgaat met de pensioenfondsen. Alsof men overal in de wereld niet jaloers is op ons pensioenstelsel. Wat is er dan precies aan de hand volgens de uitgelekte plannen? Op dit moment moeten de pensioenfondsen een dekkingsgraad hebben van 105 %. Als zij onder die grens duiken, moeten ze een herstelplan indienen bij DNB om de dekkingsgraad te verhogen. Zoals het er nu naar uitziet klemt die dekkingsgraad straks minder, omdat de pensioenuitkeringen omlaag mogen als de beleggingsresultaten tegenvallen. De pensioengerechtigden zullen voortaan volatile inkomsten hebben. Een eerste stap op weg naar een afscheid van het zgn. omslagstelsel. Als dit onzalige idee ook opduikt in de definitieve overeenkomst kunnen we constateren dat de werknemers zich een behoorlijk oor aan hebben laten naaien en moeten we maar hopen dat de politiek door het rookgordijn van de AOW-eeftijd heenkijkt en de pijlen gaat richten op datgeven waar het hier werkelijk om gaat: Een waarschijnlijk expres klein geschreven, maar o zo gevaarlijk onderdeel van het SER akkoord.
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
Dat ik deze keer een uitzondering maak en twee ideeën wil bespreken, komt omdat deze kronkels voortkomen uit de gekrochten van ogenschijnlijk eerbiedwaardige organisaties.
Laat ik maar eens beginnen met het onzinnige idee van de Onderwijsraad om driejarigen naar de basisschool te sturen, weliswaar vrijwillig zoals nu de vierjarigen, maar toch.....
Als argument wordt gebruikt dat de de kwaliteit van het gebodene op de kinderopvang en in de peuterspeelzaal te wensen overlaat. Op de basisschool zijn goed opgeleide leraren aanwezig die voor een kwalitatief sterk aanbod kunnen zorgen. Uiteraard moet alles speels gebeuren en is het niet de bedoeling dat de arme schapen in bankjes moeten zitten met de armen over elkaar. Uiteraard moet de lerarenopleiding ook op de schop en moet er een specialisatie komen voor het 'Jonge Kind'. Basisscholen moeten met een samenhangend aanbod komen voor 3, 4 en 5 jarigen.
Er zijn niet nader genoemde incidentele invoeringskosten en structureel kost dit wangedrocht 125 miljoen per jaar. Ik neem maar gemakshalve aan dat de aanloopkosten o.a. bijscholing van de huidige leerkrachten bevat, de aanschaf van educatief materiaal en de bouw van extra lokalen. Desgevraagd zei Fons van Wieringen, voorzitter van het zichzelf overbodig gemaakte adviesorgaan, dat de leerkrachten ook wel een aantal ochtenden naar de peuterspeelzaal zou kunnen gaan. De beste man denkt zeker dat de achterblijvende kleuters zich gedurende die tijden prima zelf kunnen vermaken. Mijn inschatting is overigens dat de aanloopkosten wel eens de pan uit zouden kunnen rijzen, alleen door de hoge (aan-)bouwkosten. Je vraagt je af waarom men niet op het idee komt om de opleidingen voor peuterspeelzaalleidster op te krikken tot HBO niveau. Lijkt mij een goedkopere en voor de hand liggender oplossing. Tenslotte gaan ook jongere kinderen naar kinderopvang en peuterspeelzaal. Is hun wel en wee dan niet zo interessant of is de volgende stap dat de basisschool over 20 jaar al na de wieg begint?
Het lijkt erop dat wergevers en werknemers in de SER een AOW akkoord gaan bereiken waarbij de AOW en pensioenleeftijd naar 66 jaar gaat in 2020 en dat vervolgens elke vijf jaar wordt bekeken of er nog een verdere leeftijdsverhoging noodzakelijk is. De discussie zal zich in de komende weken wel toespitsen op die verhoging tot 66 jaar. Zoals de details nu langzamerhand naar buiten druppelen zit er echter een forse adder onder het gras van dit mooie gezamenlijke plan. De pensioenuitkeringen, zo staat ergens geschreven, zijn voortaan afhankelijk van het beleggingsresultaat. Op deze manier veramerikaniseren we dus opnieuw en verder onze samenleving. Alsof men niet kijkt naar de overkant van de plas om te zien hoe het daar vaak misgaat met de pensioenfondsen. Alsof men overal in de wereld niet jaloers is op ons pensioenstelsel. Wat is er dan precies aan de hand volgens de uitgelekte plannen? Op dit moment moeten de pensioenfondsen een dekkingsgraad hebben van 105 %. Als zij onder die grens duiken, moeten ze een herstelplan indienen bij DNB om de dekkingsgraad te verhogen. Zoals het er nu naar uitziet klemt die dekkingsgraad straks minder, omdat de pensioenuitkeringen omlaag mogen als de beleggingsresultaten tegenvallen. De pensioengerechtigden zullen voortaan volatile inkomsten hebben. Een eerste stap op weg naar een afscheid van het zgn. omslagstelsel. Als dit onzalige idee ook opduikt in de definitieve overeenkomst kunnen we constateren dat de werknemers zich een behoorlijk oor aan hebben laten naaien en moeten we maar hopen dat de politiek door het rookgordijn van de AOW-eeftijd heenkijkt en de pijlen gaat richten op datgeven waar het hier werkelijk om gaat: Een waarschijnlijk expres klein geschreven, maar o zo gevaarlijk onderdeel van het SER akkoord.
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
zaterdag 15 mei 2010
Onderwijs dat niet past.
Weer Samen Naar School (WSNS) is een project met als doel kinderen, die extra zorg en begeleiding nodig hebben, zoveel mogelijk op een reguliere basisschool te houden. Het betreft voornamelijk om leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen met ADHD, dyslexie of bepaalde vormen van autisme. Zo startte dit ambitieuze project in 1991. Met de invoering van WSNS werd in 1998 ook een streep gezet door een deel van het speciaal onderwijs (LOM en MLK). Vanuit de (nieuwe) sbo (speciaal basisonderwijs) school moest voortaan de expertise komen voor de kinderen die extra begeleiding nodig hadden. Een mooi en ook idealistisch project zou je zo zeggen: Kinderen met een min of meer ernstige gedrags- of leerprobleem behoefden niet meer van de reguliere school af naar het speciaal onderwijs, maar konden voortaan in "hun eigen" omgeving worden opgevangen en begeleid. Wat is nu het resultaat als we bijna 20 jaar later de stand opmaken?
Tot een kwart van de leerlingen in het regulier basisonderwijs komt in aanmerking voor een aangepast programma. In een gemiddelde klas van 25 leerlingen gaat het dus om 5 à 6 leerlingen en zeker een tweetal daarvan heeft gedragsproblemen als ADHD of PDD-NOS. De overigen hebben behoorlijke lees-, taal- of rekenproblemen. Deze leerlingen werden voor 1998 verwezen naar de LOM- of MLK-school. Nu niet . De leerkracht, met niet meer dan PABO in zijn achterzak, wordt nu geacht de specialist te zijn die voor deze groep kinderen een programma op maat schrijft (handelingsplan) en het vervolgens zelf gaat uitvoeren.
In theorie klopt dit verhaal en ziet het er aardig uit. De praktijk laat echter iets heel anders zien.
De leerkracht is niet toegerust voor de begeleiding van kinderen die veel extra aandacht nodig hebben en die kinderen vergen zoveel aandacht van de leerkracht, vooral kinderen met gedragsproblemen, dat de overige kinderen in de groep regelmatig aandacht te kort komen. Het is het dus allemaal net niet. Kinderen die extra aandacht en deskundige begeleiding nodig hebben, krijgen die aandacht wel maar de noodzakelijke begeleiding niet of mondjesmaat en de 'gewone en gemiddelde' kinderen leiden onder het feit dat de een kleine groep kinderen de meeste tijd van de leerkracht opeist. Je zou gerust kunnen zeggen dat hier de Wet van Pareto van toepassing is: de leerkracht steekt 80 % van zijn tijd in 20 % van de kinderen. Beide groepen kinderen komen dus te kort op de basisschool. Gevolgen op langere termijn zijn evident. De groep 'probleemkinderen' worden niet adequaat geholpen en nemen hun inmiddels gegroeide problemen mee naar het voortgezet onderwijs, waar ze veelal terecht komen in de spelonken van het vmbo alwaar ze worden ondergebracht in de basisberoepsgerichte leerweg. Een 'opleiding' die je ook zonder diploma af kunt sluiten en die toegang geeft tot niveau 1 van het MBO. Op de vmbo kan men weinig meer doen aan de problemen van die kinderen, omdat de basis al niet goed is gelegd. Gevolg is dat een groot aantal van deze jongeren opgroeit met een weinig hoopvolle toekomst. De groep met niet of onvoldoende behandelde gedragsproblemen zijn de jongeren die in en vanaf de puberteit voor grotere problemen kunnen zorgen in het sociale verkeer. De uitzichtsloosheid van deze groeiende groep en de toenemende problematiek zorgen voor een grote toename van de maatschappelijke kosten. Enerzijds door de groei van de WSW bedrijven, anderzijds door het oplopend aantal kleine en geweldsdelicten. Het zou goed zijn te onderzoeken of de delictplegers inderdaad jongeren zijn die op de basisschool al gesignaleerd zijn voor een speciale behandeling.
Dat de middengroep kinderen aandacht te kort komt sinds de samensmelting van LOM en MLK in de sbo school en de daarmee gepaard gaande financiering die geen recht doet aan de zorg die de probleemkinderen verdienen en nodig hebben, zal in enkele gevallen ertoe leiden dat die 'gemiddelde' kinderen gaan onderpresteren. Grotere zorg is er echter voor nog een groep kinderen die extra aandacht nodig heeft, nl. de hoogbegaafden Dat deze kinderen mede leiden onder het gebrek aan aandacht dat de groepsleerkracht ze kan geven, blijkt mede uit het feit dat overal in het land de Leonardo klassen in het basisonderwijs als paddestoelen uit de grond schieten. Initiatieven die vaak mede worden toegejuicht door de overheid. Dat dit afbreuk doet aan Weer Samen Naar School schijnt niemand te deren. Het wordt echter nog erger.
Met ingang van 1 augustus 2012 wordt in Nederland het Passend Onderwijs ingevoerd. De overheid verplicht vanaf die datum de gewone scholen (reguliere scholen) om een passend onderwijsaanbod aan te bieden voor kinderen met een beperking, leer- of ontwikkelings-problemen, een stoornis of een ziekte. Passend onderwijs wordt gezien als een grote onderwijsvernieuwing. Ik durf de stelling aan dat het een drama wordt, omdat met de invoering van dit onderwijs geen enkel kind recht wordt gedaan en er alleen maar verliezers zullen zijn.
Het wordt onderwijs dat absoluut niet past.
Een sombere maar realistische beschouwing, helaas.
de Secretaris
Tot een kwart van de leerlingen in het regulier basisonderwijs komt in aanmerking voor een aangepast programma. In een gemiddelde klas van 25 leerlingen gaat het dus om 5 à 6 leerlingen en zeker een tweetal daarvan heeft gedragsproblemen als ADHD of PDD-NOS. De overigen hebben behoorlijke lees-, taal- of rekenproblemen. Deze leerlingen werden voor 1998 verwezen naar de LOM- of MLK-school. Nu niet . De leerkracht, met niet meer dan PABO in zijn achterzak, wordt nu geacht de specialist te zijn die voor deze groep kinderen een programma op maat schrijft (handelingsplan) en het vervolgens zelf gaat uitvoeren.
In theorie klopt dit verhaal en ziet het er aardig uit. De praktijk laat echter iets heel anders zien.
De leerkracht is niet toegerust voor de begeleiding van kinderen die veel extra aandacht nodig hebben en die kinderen vergen zoveel aandacht van de leerkracht, vooral kinderen met gedragsproblemen, dat de overige kinderen in de groep regelmatig aandacht te kort komen. Het is het dus allemaal net niet. Kinderen die extra aandacht en deskundige begeleiding nodig hebben, krijgen die aandacht wel maar de noodzakelijke begeleiding niet of mondjesmaat en de 'gewone en gemiddelde' kinderen leiden onder het feit dat de een kleine groep kinderen de meeste tijd van de leerkracht opeist. Je zou gerust kunnen zeggen dat hier de Wet van Pareto van toepassing is: de leerkracht steekt 80 % van zijn tijd in 20 % van de kinderen. Beide groepen kinderen komen dus te kort op de basisschool. Gevolgen op langere termijn zijn evident. De groep 'probleemkinderen' worden niet adequaat geholpen en nemen hun inmiddels gegroeide problemen mee naar het voortgezet onderwijs, waar ze veelal terecht komen in de spelonken van het vmbo alwaar ze worden ondergebracht in de basisberoepsgerichte leerweg. Een 'opleiding' die je ook zonder diploma af kunt sluiten en die toegang geeft tot niveau 1 van het MBO. Op de vmbo kan men weinig meer doen aan de problemen van die kinderen, omdat de basis al niet goed is gelegd. Gevolg is dat een groot aantal van deze jongeren opgroeit met een weinig hoopvolle toekomst. De groep met niet of onvoldoende behandelde gedragsproblemen zijn de jongeren die in en vanaf de puberteit voor grotere problemen kunnen zorgen in het sociale verkeer. De uitzichtsloosheid van deze groeiende groep en de toenemende problematiek zorgen voor een grote toename van de maatschappelijke kosten. Enerzijds door de groei van de WSW bedrijven, anderzijds door het oplopend aantal kleine en geweldsdelicten. Het zou goed zijn te onderzoeken of de delictplegers inderdaad jongeren zijn die op de basisschool al gesignaleerd zijn voor een speciale behandeling.
Dat de middengroep kinderen aandacht te kort komt sinds de samensmelting van LOM en MLK in de sbo school en de daarmee gepaard gaande financiering die geen recht doet aan de zorg die de probleemkinderen verdienen en nodig hebben, zal in enkele gevallen ertoe leiden dat die 'gemiddelde' kinderen gaan onderpresteren. Grotere zorg is er echter voor nog een groep kinderen die extra aandacht nodig heeft, nl. de hoogbegaafden Dat deze kinderen mede leiden onder het gebrek aan aandacht dat de groepsleerkracht ze kan geven, blijkt mede uit het feit dat overal in het land de Leonardo klassen in het basisonderwijs als paddestoelen uit de grond schieten. Initiatieven die vaak mede worden toegejuicht door de overheid. Dat dit afbreuk doet aan Weer Samen Naar School schijnt niemand te deren. Het wordt echter nog erger.
Met ingang van 1 augustus 2012 wordt in Nederland het Passend Onderwijs ingevoerd. De overheid verplicht vanaf die datum de gewone scholen (reguliere scholen) om een passend onderwijsaanbod aan te bieden voor kinderen met een beperking, leer- of ontwikkelings-problemen, een stoornis of een ziekte. Passend onderwijs wordt gezien als een grote onderwijsvernieuwing. Ik durf de stelling aan dat het een drama wordt, omdat met de invoering van dit onderwijs geen enkel kind recht wordt gedaan en er alleen maar verliezers zullen zijn.
Het wordt onderwijs dat absoluut niet past.
Een sombere maar realistische beschouwing, helaas.
de Secretaris
vrijdag 23 april 2010
Henk en Ingrid
Nou weten we het dus: Henk en Ingrid zijn de pijlers van de samenleving, de gewone burgers waar ons land er zoveel van heeft. Een van hen werkt fulltime, de ander parttime en er lopen ook nog twee koters rond. Voor hen doet Geert het dus allemaal. Hij beschermt hun hypotheek (-renteaftrek)en ze hoeven ook niet langer door te werken. Henk en Ingrid staan bij Geert symbool voor de hardwerkende Nederlander die zich ergert aan de 'politieke spelletjes' in Den Haag en aan de yuppenverheerlijking in de grachtengordel. Geert heeft in één ding gelijk: Henk en Ingrid zijn de politiek en het kennelijk bijbehorende gehakketak op elkaar spuugzat. Henk en Ingrid willen met rust gelaten worden, werken ijverig en betalen trouw hun belasting. Ze hebben een caravan op de Veluwe of aan de kust, doen ook graag een allinclusiveje in Turkije, geloven alles wat in de Telegraaf staat en staan soms midden in de nacht op voor de Formule I. Geert slaat de plank echter volkomen mis als hij denkt dat Henk en Ingrid massaal op hem gaan stemmen. Hij onderschat ze volkomen, maar Henk en Ingrid zijn niet dom. Henk en Ingrid krijgen Geert zo langzamerhand wel een beetje door. Henk en Ingrid mogen dan wel niet weten wat one-issue partij betekent, ze worden wel ontzettend moe van Geert en zijn onophoudelijke gevit op de medelanders. Ze snappen inmiddels wel dat Geert verder geen ideeën heeft. Geert heeft niet voor niets gewacht tot alle andere partijen hun verkiezingsprogramma af hadden. Met een beetje knippen en plakken kwam Geert een heel eind. Henk en Ingrid houden er ook niet van om door Geert zo in het zonnetje gezet te worden. Henk en Ingrid willen mensen aan het roer die vertrouwen wekken, die uitstralen dat het allemaal wel goed komt. En dat vertrouwen hebben ze niet in Geert. Nee, Henk en Ingrid willen vast en zeker Job in het Torentje. Gelukkig maar! Leve alle Henk en Ingrids in Nederland.
Zijn wij niet allemaal een beetje Henk en Ingrid?
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
Zijn wij niet allemaal een beetje Henk en Ingrid?
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
zondag 11 april 2010
Een gemiste kans
Het verkiezingsprogramma van de PvdA kan rustig beschouwd worden als een gemiste kans. Er spreekt geen ambitie uit, heeft helaas een hoog bla, bla gehalte en biedt nauwelijks smart geformuleerde doelstellingen. Nog erger is dat het programma een visie mist op de wijze waarop men vorm wil geven aan de toekomst van ons land. Ik zal achtereenvolgens de paragrafen uit hoofdstuk 2 doorlopen, omdat dit het hoofdstuk is waarin de PvdA haar (amendeerbare) voorstellen doet. Over onderwijs maakt de PvdA helaas verkeerde keuzes of onvolledige keuzes. Zo wordt benoemd dat het niveau van de lerarenopleidingen omhoog moet door het verhogen van de in- en uitstroomeisen. Echter is dat niet het enige probleem en waarschijnlijk zelfs niet het grootste. De inrichting van de lerarenopleiding en de kwaliteit van de leraren aldaar laat vaak zeer te wensen over. Daar wordt helaas niet over gesproken.
Het is goed dat de mogelijkheden voor kinderen bij de overgang van basis naar middelbare school worden vergroot en dat het stapelen weer terug gaat komen. We kennen tenslotte allemaal het fenomeen van laatbloeiers, die in het huidige systeem hun talenten niet meer kunnen ontplooien. Nergens wordt in de onderwijsparagraaf gesproken over het terugdringen van de bureaucratische lasten waar de leerkrachten onder gebukt gaan. Een gemiste kans.
Zeer zwakke scholen die zich niet verbeteren moeten dicht is wel een te gemakkelijke oplossing die voor die schoolgemeenschap grote maatschappelijke gevolgen kan hebben. Het verplicht vervangen van directie en leerkrachten is een hier voor de hand liggender oplossing.
Het zou ook een goed idee geweest zijn om nieuwe opleidingen aan ROC's en Hogescholen aan een strengere keuring te onderwerpen. In een poging om meer leerlingen te werven komen er jaarlijks nieuwe opleidingen bij en het zijn er nu zoveel, dat scholieren die voor een studiekeuze staan door de bomen het bos niet meer zien. De keuring zou zich niet alleen moeten richten op de opzet en de kwaliteit van de nieuwe opleiding, maar meer nog op de relevantie in relatie tot datgene wat de maatschappij nodig heeft. Nergens wordt in deze paragraaf gesproken over een nieuwe wijze van financiering van het onderwijs. Zolang de financiering gebaseerd is op het aantal leerlingen op die school, zullen scholen elkaar 'doodconcurreren' met het voeren van gelikte campagnes waar weer veel geld dat bestemd is voor onderwijs in gaat zitten.
Het is jammer dat in het gedeelte over Werk en Inkomen de PvdA er niet voor kiest voor de maatregel om gedurende vijf jaar de lonen niet te verhogen. Niet alleen weten werkgevers en werknemers waar ze aan toe zijn, onderzoek door gerenommeerde economen heeft uitgewezen dat dit voldoende oplevert om de tekorten van de overheid weer op nul te zetten en dat daardoor draconische bezuinigingen niet noodzakelijk zijn. Ook de PvdA doet een greep uit de voorstellen van de werkgroepen 'heroverweging' en voegt daar niets oorspronkelijks aan toe.
Goed is dat alle regelingen rond de participatie van arbeidsgehandicapten worden gestroomlijnd en hopelijk teruggebracht tot één begrijpelijke regeling. De verplichting om bij aanbesteding door rijk en gemeenten 5% van het personeel moet bestaan uit deze arbeidsgehandicapten leidt weer tot meer bureaucratie en extra handhaving. Beter ware het geweest als men in Europa had gepleit voor aanpassing van de aanbestedingsregels. Het drempelbedrag voor Europese aanbesteding ligt nu net boven de 200.000 euro en dat is veel te laat. Tot een half miljoen zouden overheden niet europees behoeven aan te besteden, op voorwaarde dat door de beperkte offerteaanvraag de regionale economie en werkgelegenheid wordt gestimuleerd. De paragraaf "Arbeid en Zorg" ziet er goed uit en verdient waardering. De PvdA had het stukje over flexwerker net zo makkelijk weg kunnen laten, er staat niets bijzonders in. Waarom niet voorgesteld om een goed pensioenfonds voor ZZP-ers en flexwerkers op te zetten, waarbij aansluiting verplicht is. Dat zorgt ervoor dat de maatschappij later niet voor grote kosten komt te staan en is tevens van invloed op deze premies die vaak verdisconteerd worden in de gouden handdruk bij een vertrekregeling. In dit concept-programma mag je, als je ZZP-er wordt nog enige tijd bij je oude pensioenfonds blijven. Een speciaal pensioenfonds voor deze doelgroep waarnaara het oude pensioenfonds de aanspraken moet overdragen zou veel beter zijn.
Inzake de schuldhulpverlening wordt bepaald dat misleidende kredietreclames worden verboden. In dit geval zou het wenselijk zijn om ook de kredietverstrekkingen zelf aan nadere regels te binden, zodat mensen niet verder kunnen springen dan hun financiële polsstok lang is.
Bij de paragraaf over de bancair sector had ik graag gezien dat de overheid een bank had opgericht, of aangewezen (tenslotte is de overheid eigenaar van banken) die de particuliere spaarders een normale hypotheek en/of spaarrente, maar bovenal zekerheid biedt en dus een bank die zich niet te buiten gaat aan speculatief gedrag op welke markt dan ook.
Een eerlijker belasting voor het gebruik van de auto is toe te juichen, maar als dat ook gebeurt naar milieubelasting, plaats en tijd kan dit niet worden opgevat als een serieus plan. Met het laten betalen naar de mate waarin het milieu belast wordt treft de PvdA met name de zwakkeren in de samenleving. Deze groep mensen bezit over het algemeen de oude(re) auto die nog niet voldoet aan de strengere milieunormen. Dat is toch iets dat de partij niet zou moeten willen. Daarnaast leidt belasting op genoemde drie punten tot meer bureaucratie en hoge investeringen. Waarom niet gewoon betalen op basis van het aantal gereden kilometers, meteen mee te nemen met de jaarlijkse APK keuring en vooraf in termijnen te betalen analoog aan bijvoorbeeld de energienota.
Paragraaf over de ruimtelijke ordening is volkomen overbodig, want de provincie heeft op basis van het feit dat zij de bestemmingplannen moet goedkeuren al voldoende middelen in handen om de ongebreidelde groei aan industrieterreinen aan banden te leggen.
Als er nu een sector is waar fors op te bezuinigen is, dan is het wel de zorg. In het programma van de PvdA is hier echter niet over te lezen. Ook hier niets van een structuurwijziging, niets vernieuwends en geen visie op hoe de zorgstructuur er in de toekomst uit moet komen te zien.
Laat ik maar eens twee voorbeelden geven van zinloos geld uitgeven en waarna ik kom met de, door mij al eerder gepresenteerde, oplossing.
In een ziekenhuis werken een aantal artsen in een Maatschap. Mede het aantal patiënten dat door hen wordt ontvangen bepaalt hun inkomen. Ik ken een aantal van die artsen in diverse ziekenhuizen en zij beamen dat zij wel tegen patiënten zeggen: 'Ik wil u over een half jaar weer zien', terwijl die volkomen overbodig is. Tweede voorbeeld: een ziekenhuisdirecteur maakt met de zorgverzekeraar de afspraak voor 100 opnamen. Als het erop lijkt dat dat aantal niet gehaald wordt krijgen de doktoren een seintje en laten zij patiënten opnemen waarvoor het eigenlijk niet noodzakelijk is. Al deze doktoren geven aan dat zij niet zo zouden handelen als zij in loondienst zouden zijn. Je hoeft je dan nl. niet meer druk te maken over je inkomen en gaat extra werk wel uit de weg. En dat is dan meteen de voor de hand liggende oplossing: alle werkers in de zorg in loondienst en wat mij betreft ook nog eens bij de overheid.
Ook de relatie tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars zou op de helling moeten. Het is toch te gek voor woorden dat zorgverzekeraars het beleid in en van een ziekenhuis gaan bepalen.
Tot zover mijn commentaar op het concept-verkiezingsprogramma van de PvdA dat ik beschouw als een beetje behoudend en angstig. Ik wens u allen een vruchtbare beschouwing.
De secretaris
Het is goed dat de mogelijkheden voor kinderen bij de overgang van basis naar middelbare school worden vergroot en dat het stapelen weer terug gaat komen. We kennen tenslotte allemaal het fenomeen van laatbloeiers, die in het huidige systeem hun talenten niet meer kunnen ontplooien. Nergens wordt in de onderwijsparagraaf gesproken over het terugdringen van de bureaucratische lasten waar de leerkrachten onder gebukt gaan. Een gemiste kans.
Zeer zwakke scholen die zich niet verbeteren moeten dicht is wel een te gemakkelijke oplossing die voor die schoolgemeenschap grote maatschappelijke gevolgen kan hebben. Het verplicht vervangen van directie en leerkrachten is een hier voor de hand liggender oplossing.
Het zou ook een goed idee geweest zijn om nieuwe opleidingen aan ROC's en Hogescholen aan een strengere keuring te onderwerpen. In een poging om meer leerlingen te werven komen er jaarlijks nieuwe opleidingen bij en het zijn er nu zoveel, dat scholieren die voor een studiekeuze staan door de bomen het bos niet meer zien. De keuring zou zich niet alleen moeten richten op de opzet en de kwaliteit van de nieuwe opleiding, maar meer nog op de relevantie in relatie tot datgene wat de maatschappij nodig heeft. Nergens wordt in deze paragraaf gesproken over een nieuwe wijze van financiering van het onderwijs. Zolang de financiering gebaseerd is op het aantal leerlingen op die school, zullen scholen elkaar 'doodconcurreren' met het voeren van gelikte campagnes waar weer veel geld dat bestemd is voor onderwijs in gaat zitten.
Het is jammer dat in het gedeelte over Werk en Inkomen de PvdA er niet voor kiest voor de maatregel om gedurende vijf jaar de lonen niet te verhogen. Niet alleen weten werkgevers en werknemers waar ze aan toe zijn, onderzoek door gerenommeerde economen heeft uitgewezen dat dit voldoende oplevert om de tekorten van de overheid weer op nul te zetten en dat daardoor draconische bezuinigingen niet noodzakelijk zijn. Ook de PvdA doet een greep uit de voorstellen van de werkgroepen 'heroverweging' en voegt daar niets oorspronkelijks aan toe.
Goed is dat alle regelingen rond de participatie van arbeidsgehandicapten worden gestroomlijnd en hopelijk teruggebracht tot één begrijpelijke regeling. De verplichting om bij aanbesteding door rijk en gemeenten 5% van het personeel moet bestaan uit deze arbeidsgehandicapten leidt weer tot meer bureaucratie en extra handhaving. Beter ware het geweest als men in Europa had gepleit voor aanpassing van de aanbestedingsregels. Het drempelbedrag voor Europese aanbesteding ligt nu net boven de 200.000 euro en dat is veel te laat. Tot een half miljoen zouden overheden niet europees behoeven aan te besteden, op voorwaarde dat door de beperkte offerteaanvraag de regionale economie en werkgelegenheid wordt gestimuleerd. De paragraaf "Arbeid en Zorg" ziet er goed uit en verdient waardering. De PvdA had het stukje over flexwerker net zo makkelijk weg kunnen laten, er staat niets bijzonders in. Waarom niet voorgesteld om een goed pensioenfonds voor ZZP-ers en flexwerkers op te zetten, waarbij aansluiting verplicht is. Dat zorgt ervoor dat de maatschappij later niet voor grote kosten komt te staan en is tevens van invloed op deze premies die vaak verdisconteerd worden in de gouden handdruk bij een vertrekregeling. In dit concept-programma mag je, als je ZZP-er wordt nog enige tijd bij je oude pensioenfonds blijven. Een speciaal pensioenfonds voor deze doelgroep waarnaara het oude pensioenfonds de aanspraken moet overdragen zou veel beter zijn.
Inzake de schuldhulpverlening wordt bepaald dat misleidende kredietreclames worden verboden. In dit geval zou het wenselijk zijn om ook de kredietverstrekkingen zelf aan nadere regels te binden, zodat mensen niet verder kunnen springen dan hun financiële polsstok lang is.
Bij de paragraaf over de bancair sector had ik graag gezien dat de overheid een bank had opgericht, of aangewezen (tenslotte is de overheid eigenaar van banken) die de particuliere spaarders een normale hypotheek en/of spaarrente, maar bovenal zekerheid biedt en dus een bank die zich niet te buiten gaat aan speculatief gedrag op welke markt dan ook.
Een eerlijker belasting voor het gebruik van de auto is toe te juichen, maar als dat ook gebeurt naar milieubelasting, plaats en tijd kan dit niet worden opgevat als een serieus plan. Met het laten betalen naar de mate waarin het milieu belast wordt treft de PvdA met name de zwakkeren in de samenleving. Deze groep mensen bezit over het algemeen de oude(re) auto die nog niet voldoet aan de strengere milieunormen. Dat is toch iets dat de partij niet zou moeten willen. Daarnaast leidt belasting op genoemde drie punten tot meer bureaucratie en hoge investeringen. Waarom niet gewoon betalen op basis van het aantal gereden kilometers, meteen mee te nemen met de jaarlijkse APK keuring en vooraf in termijnen te betalen analoog aan bijvoorbeeld de energienota.
Paragraaf over de ruimtelijke ordening is volkomen overbodig, want de provincie heeft op basis van het feit dat zij de bestemmingplannen moet goedkeuren al voldoende middelen in handen om de ongebreidelde groei aan industrieterreinen aan banden te leggen.
Als er nu een sector is waar fors op te bezuinigen is, dan is het wel de zorg. In het programma van de PvdA is hier echter niet over te lezen. Ook hier niets van een structuurwijziging, niets vernieuwends en geen visie op hoe de zorgstructuur er in de toekomst uit moet komen te zien.
Laat ik maar eens twee voorbeelden geven van zinloos geld uitgeven en waarna ik kom met de, door mij al eerder gepresenteerde, oplossing.
In een ziekenhuis werken een aantal artsen in een Maatschap. Mede het aantal patiënten dat door hen wordt ontvangen bepaalt hun inkomen. Ik ken een aantal van die artsen in diverse ziekenhuizen en zij beamen dat zij wel tegen patiënten zeggen: 'Ik wil u over een half jaar weer zien', terwijl die volkomen overbodig is. Tweede voorbeeld: een ziekenhuisdirecteur maakt met de zorgverzekeraar de afspraak voor 100 opnamen. Als het erop lijkt dat dat aantal niet gehaald wordt krijgen de doktoren een seintje en laten zij patiënten opnemen waarvoor het eigenlijk niet noodzakelijk is. Al deze doktoren geven aan dat zij niet zo zouden handelen als zij in loondienst zouden zijn. Je hoeft je dan nl. niet meer druk te maken over je inkomen en gaat extra werk wel uit de weg. En dat is dan meteen de voor de hand liggende oplossing: alle werkers in de zorg in loondienst en wat mij betreft ook nog eens bij de overheid.
Ook de relatie tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars zou op de helling moeten. Het is toch te gek voor woorden dat zorgverzekeraars het beleid in en van een ziekenhuis gaan bepalen.
Tot zover mijn commentaar op het concept-verkiezingsprogramma van de PvdA dat ik beschouw als een beetje behoudend en angstig. Ik wens u allen een vruchtbare beschouwing.
De secretaris
zaterdag 20 maart 2010
Waar blijft Mijn Partij?
Nou ben ik toch heel benieuwd welke partij munt gaat slaan uit de combinatie van crisis en de val van het Kabinet. Dat is een partij die niet gaat voor de voorspelbare obligate bezuinigingen: wel of geen rekeningrijden, verhoging AOW-leeftijd met 2 of 3 jaar, morrelen aan de hypotheekrente-aftrek etc. Nee, mijn stem gaat naar de partij die dit zeldzame samengaan van slecht en goed nieuws op een originele manier gaat aanpakken. De partij die dit ziet als een geweldige kans om de gehele samenleving de andere kant op te sturen en te repareren wat mis gegaan is in de afgelopen 2 decennia. Mijn partij geeft de overheid terug wat des publieks is, mijn partij brengt bij de mensen het vertrouwen terug in de overheid. Niet door zich te verschuilen achter een of ander instantie aan wie de van oorsprong publieke taken zijn uitbesteed of overgedragen, maar door die taken zelf weer ter hand te nemen.
Door mijn partij wordt de gezondheidzorg een pure overheidstaak, waarbij alle medici en andere hulpverleners in overheidsdienst komen. Energievoorziening, openbaar vervoer en woningbouw worden weer publieke taken. Veel geld wordt gestoken in de uitbreiding van de politie, jeugd- buurt- en opbouwwerkers. Er komt ook een overheidsbank voor de burgers: geen gekke beleggingen, maar met gewone spaarrente en acceptabele diensten en producten.
Natuurlijk gaat mijn partij iets doen aan de files d.m.v. rekening rijden, maar niet met die dure kastjes maar gewoon via de garages als onderdeel van de APK keuring. De hypotheekrente-aftrek gaat bij mijn partij ook op de schop, want boven de 5 ton kan dat niet meer. Aflossingsvrije hypotheken worden verboden en zo zijn er nog wel een paar bezuinigingen, waar ik al eerder een column aan wijdde. Ook gaat mijn partij serieus kijken naar al de controle-instanties die de afgelopen jaren in het leven zijn geroepen of tomeloos zijn uitgebreid. Angst is de samenleving gaan beheersen, controle op controle geeft een vals gevoel van veiligheid en zorgt voor een ongelofelijk toename van de bureaucratie. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het onderwijs waar basisscholen alleen nog maar leren voor Cito-toetsen i.p.v. aandacht te besteden aan de persoonlijke ontwikkeling en het leren leren. Kijk naar de invoering van het competentiegericht onderwijs in het Mbo, waar de verantwoordelijken zich, hypocriet als ze zijn, zich plotseling voor doen als de grote redders door het organiseren van regiobijeenkomsten waar ze 'zorgvuldig gaan luisteren naar de signalen uit het veld'. Weg met die lui!
Mijn partij ziet echt heel veel kansen om de samenleving te herordenen, om de fouten uit het verleden te herstellen en zo iedereen weer perspectief te bieden op een betere toekomst.
Nu is nog het wachten tot Mijn Partij wordt opgericht.
Met sombere groet,
de Secretaris
Door mijn partij wordt de gezondheidzorg een pure overheidstaak, waarbij alle medici en andere hulpverleners in overheidsdienst komen. Energievoorziening, openbaar vervoer en woningbouw worden weer publieke taken. Veel geld wordt gestoken in de uitbreiding van de politie, jeugd- buurt- en opbouwwerkers. Er komt ook een overheidsbank voor de burgers: geen gekke beleggingen, maar met gewone spaarrente en acceptabele diensten en producten.
Natuurlijk gaat mijn partij iets doen aan de files d.m.v. rekening rijden, maar niet met die dure kastjes maar gewoon via de garages als onderdeel van de APK keuring. De hypotheekrente-aftrek gaat bij mijn partij ook op de schop, want boven de 5 ton kan dat niet meer. Aflossingsvrije hypotheken worden verboden en zo zijn er nog wel een paar bezuinigingen, waar ik al eerder een column aan wijdde. Ook gaat mijn partij serieus kijken naar al de controle-instanties die de afgelopen jaren in het leven zijn geroepen of tomeloos zijn uitgebreid. Angst is de samenleving gaan beheersen, controle op controle geeft een vals gevoel van veiligheid en zorgt voor een ongelofelijk toename van de bureaucratie. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar het onderwijs waar basisscholen alleen nog maar leren voor Cito-toetsen i.p.v. aandacht te besteden aan de persoonlijke ontwikkeling en het leren leren. Kijk naar de invoering van het competentiegericht onderwijs in het Mbo, waar de verantwoordelijken zich, hypocriet als ze zijn, zich plotseling voor doen als de grote redders door het organiseren van regiobijeenkomsten waar ze 'zorgvuldig gaan luisteren naar de signalen uit het veld'. Weg met die lui!
Mijn partij ziet echt heel veel kansen om de samenleving te herordenen, om de fouten uit het verleden te herstellen en zo iedereen weer perspectief te bieden op een betere toekomst.
Nu is nog het wachten tot Mijn Partij wordt opgericht.
Met sombere groet,
de Secretaris
zondag 7 maart 2010
Kan de kiesdrempel ook omhoog?
Geweldige verkiezingen gehad! Ik zat in de gemeenteraad voor een landelijke partij (ik zal de naam niet noemen uit beleefdheid) in een fractie van 5 personen, maar de kans dat ik fractievoorzitter zou worden was de eerste jaren nihil. Ik had geen zin om daar op te wachten, tenslotte ben ik de politiek ingegaan om iets te vertellen te hebben, dus stemde ik tegen de partijlijn in voor een autovrij centrum. Hoppa, breuk geforceerd. Ik splitste me meteen af en ging verder onder de naam "KOUD" (staat natuurlijk voor KUrkendamse Ouderen Durven) . Kon ik me mooi nog een paar maanden profileren voordat de verkiezingen kwamen. Had ik ook genoeg tijd om wat kennissen te benaderen of ze bij mij op de lijst wilden. Nou, dat wilden ze wel. We kozen op onze oprichtingsvergadering voor een aansprekend verkiezingsprogramma, waarvan we inschatten dat veel oudere burgers het zouden steunen. Ik wil jullie de meest prominente niet onthouden: het dragen van klompen in het (winkel)centrum wordt verboden; winkelwagentjes moeten verplicht worden uitgerust met electromotor; er moeten aparte voetpaden komen voor ouderen met rollator en boven de bankjes in het park moeten leeslampjes worden aangebracht. Als klap op de vuurpijl willen we natuurlijk de maatschappelijke stage voor basisscholieren invoeren die dan moet bestaan uit het doen van boodschappen voor ons ouderen. Fantastische campagne gehad en druk stemmen geronseld in de vijf verzorgingstehuizen in Kurkendam, waardoor wij in één keer met drie zetels in de raad terecht gekomen zijn. De college-onderhandelingen zijn al van start gegaan en mijn inschatting is dat we samen met KB (Kurkendams Belang), HK (Heerlijk Kurkendam) en D66 in het college komen. We hebben als KOUD wel wat water bij de wijn moeten doen, maar het klompenverbod komt er. Het was voor ons een breekpunt en dat gaan we realiseren. Kunnen wij ouderen eindelijk gebruik maken van onze ouderen hangplek in het winkelcentrum, zonder de herrie van die klepperende kloteklompen. Strak even de APV aanpassen en klaar is Kees.
En met een beetje geluk komen die rollatorpaden er ook nog wel. Ik wethouder, wie had dat ooit gedacht.
Tot de volgende beschouwing.
De secretaris
En met een beetje geluk komen die rollatorpaden er ook nog wel. Ik wethouder, wie had dat ooit gedacht.
Tot de volgende beschouwing.
De secretaris
zondag 21 februari 2010
I Maximus
Eigenlijk mag ik het niet zeggen als rechtgeaarde katholiek, maar godverdomme wat hebben we dat goed geflikt. Wouter heeft precies gedaan wat wij wilden: het kabinet opgeblazen op een voor ons gunstig moment. Hij had vast gedacht dat het rapport van de commissie Davids voor ons fataal zou zijn. Ik had het gezicht van die trut van een Hamer wel eens willen zien, toen Wouter binnenkwam en nog steeds verbaasd zei: "Ze gaan met alles akkoord. De conclusies van Davids worden onverkort overgenomen". Ze voelden zich de winnaars, maar ze hadden geen flauw benul van onze tactiek of moet ik zeggen Mijn tactiek. Want dat was het! Hadden ze nou echt gedacht dat we door het rapport Davids op zouden stappen? Dat hadden ze wel gewild ja. Dan hadden ze ons mooi te kijk kunnen zettten als leugenaars, omdat JP het destijds nog niet nodig achtte om alles aan de Kamer te vertellen. Ach wat waren we toen nog onervaren. Zoiets zal ons niet snel meer overkomen. Tijdens onze strategiebespreking had ik al aangegeven dat Uruzgan een veel mooier moment was om een einde te maken aan de samenwerking met die vreselijke mensen. En laat die sukkel van een Bos ons nu nog een goed geholpen hebben ook. Eerst door zich bij Pauw en Witteman, ook al van die verschrikkelijke figuren, door die slimme Pechtold uit de tent te laten lokken. Nee, natuurlijk wist hij niets van die brief van de NAVO! Huichelaar. En toen deed hij het nog eens meer dan dunnetjes over tijdens het spoeddebat, door dat arrogante lachje van hem, waar Rita zich zo boos over maakte. En wij hem maar opzichtig de hand boven het hoofd houden, maar wel zo dat iedereen snapte dat die Bos de boel aan het voorliegen was. Geweldig. Ja en dan nu vooruit kijken. Natuurlijk worden wij weer de grootste. Van de PvdA blijft niets meer over. Laat dat maar aan mij over. Ik hoorde al dat Wouter weer lijsttrekker wil worden. Prima. Ik maak hem helemaal af. Dat mooie "draaikont" van de vorige campagne is nog niets vergeleken met wat hem nu te wachten staat. Nee, Wouter is uit. En wij kunnen onze knopen gaan tellen. Wij minstens 30 zetels, Mark doet het goed en haalt er ook wel 20 en die wil dolgraag weer regeren. Dat is al 50 bij elkaar. ChristenUnie mag weer meedoen. Klink deed het niet onaardig en van André hebben we geen last gehad. Die was op een of andere manier hartstikke druk met zijn niksige portefeuille. Alexander erbij, die moeten we nog een beetje helpen, dan kan hij ook in de buurt van de 20 komen en dan zitten we al op de 76. Misschien laten we Rita meedoen, dan kan die Wilders de wind uit de zeilen nemen met een nieuw ministerie van immigratie. En ik neem uiteraard weer Buitenlandse Zaken. Tenslotte zijn er nog een aantal landen waar ik graag heen wil en ik ben ook nog niet zeker van die hoge positie bij de VN die me half en half is toegezegd. Daar moet ik nog wel wat werk voor verrichten.
Tja, Dries heeft al eens gezegd dat ik het prototype ben van de echte CDA-er, zoals men dat destijds bij de fusie voor ogen stond. De vrome uitstraling van de katholiek en de achterbaksheid van de gereformeerde. Ik beschouw dat als een groot compliment. Ik Maxime!
Deze beschouwing krijgt u vanaf de hoge Alpen, evenals de groeten van
de Secretaris
Tja, Dries heeft al eens gezegd dat ik het prototype ben van de echte CDA-er, zoals men dat destijds bij de fusie voor ogen stond. De vrome uitstraling van de katholiek en de achterbaksheid van de gereformeerde. Ik beschouw dat als een groot compliment. Ik Maxime!
Deze beschouwing krijgt u vanaf de hoge Alpen, evenals de groeten van
de Secretaris
zaterdag 6 februari 2010
Bestuurders zitten er alleen voor zichzelf
Ik vraag me wel eens af of er ook bestuursleden van de Nederlandse tafeltennisbond zijn die er niet zitten ter meerdere eer en glorie van zichzelf, voor de mooie reisjes of om fijn te kunnen pronken met andermans veren. Dat laatste is natuurlijk het geval als er weer eens een import-Nederlandse dame een prachtige prijs heeft gewonnen. En dat wordt dan natuurlijk weer gebruikt om te kunnen opscheppen over het fantastische beleid dat door de ‘zich vaak miskend voelende’ bestuurders wordt gevoerd.
Een van de kenmerken van sport is echter dat het wordt beoefend voor het plezier van de deelnemers en/of van de toeschouwers. Dit toch niet onbelangrijke aspect van de sport is in de tafeltenniswereld zo langzamerhand in de ogen van veel leden helaas kennelijk ondergeschikt gemaakt aan andere en meer persoonlijke belangen van de bestuurders.
Een fraai voorbeeld hiervan is de verplichte invoering van de damescompetitie in de tachtiger jaren. Ondanks veel protest is het de dames door de strot geduwd met als doel dat de dames zich op deze manier beter zouden kunnen ontwikkelen. Resultaat nu is dat de beste dames in het buitenland spelen of gewoon in de herencompetitie meedoen, en dat op afdelingsniveau de dames allang weer bij de heren spelen. Als je anno 2010 vrouw bent, een batje bij Bart Smit hebt gekocht en zegt dat je niet in de afdeling wil spelen, wordt je door de NTTB bonzen hartelijk omarmd en krijg je met je team heel snel een plekje in de landelijke competitie. In een soepele bui heeft de NTTB ooit toegestaan dat een speler in twee competities mag uitkomen. Dat betekent voor veel vrouwen dat ze zowel in de competitie bij de heren meespelen als ook in de damescompetitie. Denk nu niet dat een dame bij de heren in de landelijke competitie mag spelen. O nee. Daar hebben de NTTB-bobo’s een stokje voor gestoken. Als je heel sterk bent en aan allerlei voorwaarden voldoet mag je bij de heren landelijk spelen. Dat betekent dus dat veel dames noodgedwongen in de afdelingscompetitie spelen bij de mannen. Als je bij de dames goed eerste divisie speelt of onderin de eredivisie dan kom je bij de heren uit in de eerste klasse of in de hoofdklasse. Maar ja, speel je hoofdklasse, dan komt het voor dat het team waarvan je deel uit maakt kampioen wordt en dus promoveert naar de derde divisie. Leuk voor jou, denk je dan als argeloze volger van die sport, spelen ze eindelijk ook bij de heren landelijk. Maar nee hoor! Zo gemakkelijk gaat dat niet. De bobo’s hebben wel het regeltje bedacht dat je als dame dan minstens 70 % van de wedstrijden moet hebben meegespeeld. Dat geldt uiteraard niet voor de heren in dat team. Zo’n team bestaat vrijwel in alle gevallen uit meer dan drie spelers, omdat de dame ook vaak op zaterdag in haar damesteam moet acteren. Je kunt je afvragen welk doel deze regel dient, maar ook of hier geen sprake is van discriminatie! Het is de hoogste tijd dat de heren van het hoofdbestuur nog eens goed kijken naar het eerder genoemde kenmerk van de sport: ‘plezier voor iedereen’ en zich op de sportmanier aansluiten bij de actie ‘Paarse krokodil’ oftewel het schrappen van alle overbodige regels. Laat de vrouwen zelf kiezen in welke competitie zij willen acteren en probeer dat mogelijk te maken i.p.v. regeltjes te bedenken die dat verhinderen. Als bestuur zit je er om de sport voor iedereen aantrekkelijk te maken en niet alleen om te pronken met een titel van Li Jie of Li Jiao.
Tot een volgende beschouwing,
De secretaris
Een van de kenmerken van sport is echter dat het wordt beoefend voor het plezier van de deelnemers en/of van de toeschouwers. Dit toch niet onbelangrijke aspect van de sport is in de tafeltenniswereld zo langzamerhand in de ogen van veel leden helaas kennelijk ondergeschikt gemaakt aan andere en meer persoonlijke belangen van de bestuurders.
Een fraai voorbeeld hiervan is de verplichte invoering van de damescompetitie in de tachtiger jaren. Ondanks veel protest is het de dames door de strot geduwd met als doel dat de dames zich op deze manier beter zouden kunnen ontwikkelen. Resultaat nu is dat de beste dames in het buitenland spelen of gewoon in de herencompetitie meedoen, en dat op afdelingsniveau de dames allang weer bij de heren spelen. Als je anno 2010 vrouw bent, een batje bij Bart Smit hebt gekocht en zegt dat je niet in de afdeling wil spelen, wordt je door de NTTB bonzen hartelijk omarmd en krijg je met je team heel snel een plekje in de landelijke competitie. In een soepele bui heeft de NTTB ooit toegestaan dat een speler in twee competities mag uitkomen. Dat betekent voor veel vrouwen dat ze zowel in de competitie bij de heren meespelen als ook in de damescompetitie. Denk nu niet dat een dame bij de heren in de landelijke competitie mag spelen. O nee. Daar hebben de NTTB-bobo’s een stokje voor gestoken. Als je heel sterk bent en aan allerlei voorwaarden voldoet mag je bij de heren landelijk spelen. Dat betekent dus dat veel dames noodgedwongen in de afdelingscompetitie spelen bij de mannen. Als je bij de dames goed eerste divisie speelt of onderin de eredivisie dan kom je bij de heren uit in de eerste klasse of in de hoofdklasse. Maar ja, speel je hoofdklasse, dan komt het voor dat het team waarvan je deel uit maakt kampioen wordt en dus promoveert naar de derde divisie. Leuk voor jou, denk je dan als argeloze volger van die sport, spelen ze eindelijk ook bij de heren landelijk. Maar nee hoor! Zo gemakkelijk gaat dat niet. De bobo’s hebben wel het regeltje bedacht dat je als dame dan minstens 70 % van de wedstrijden moet hebben meegespeeld. Dat geldt uiteraard niet voor de heren in dat team. Zo’n team bestaat vrijwel in alle gevallen uit meer dan drie spelers, omdat de dame ook vaak op zaterdag in haar damesteam moet acteren. Je kunt je afvragen welk doel deze regel dient, maar ook of hier geen sprake is van discriminatie! Het is de hoogste tijd dat de heren van het hoofdbestuur nog eens goed kijken naar het eerder genoemde kenmerk van de sport: ‘plezier voor iedereen’ en zich op de sportmanier aansluiten bij de actie ‘Paarse krokodil’ oftewel het schrappen van alle overbodige regels. Laat de vrouwen zelf kiezen in welke competitie zij willen acteren en probeer dat mogelijk te maken i.p.v. regeltjes te bedenken die dat verhinderen. Als bestuur zit je er om de sport voor iedereen aantrekkelijk te maken en niet alleen om te pronken met een titel van Li Jie of Li Jiao.
Tot een volgende beschouwing,
De secretaris
zaterdag 23 januari 2010
Arrogantie
Dat ik niet zoveel op heb met dit Kabinet moge inmiddels wel duidelijk zijn. Vooral teleurgesteld ben ik in de rol die de PvdA in dit Kabinet speelt. Neem nou dat rekening rijden. Het is een doel op zich geworden, terwijl toch de aanleiding is dat het autorijden, m.n. in de spits, ontmoedigt moet worden. Dat alle alternatieven van tafel worden geveegd door Eurlings, verblindt als hij is door het gevoel dat hij 'iets achter wil laten' tijdens zijn regeerperiode, geeft aan dat bij dit kabinet arrogantie de overhand heeft gekregen boven het gezonde verstand.
Over Eurlings gesproken. Al maanden betoogt deze minister dat met de invoering van het rekeningrijden op 'zijn manier', dus met die dure kastjes in elke auto, per saldo niet duurder uit zullen zijn dan nu. Gemiddeld gesproken dan natuurlijk, want fervente spitsrijders zullen veel meer kwijt zijn, terwijl de echte zondagsrijder zich van geluk in zijn handen zal wrijven. Als Eurlings zegt: "de totale inkomsten voor het rijk uit het rekeningrijden zullen niet hoger zijn dan de huidige inkomsten uit motorrijtuigenbelastingen bpm" heeft hij ongetwijfeld gelijk, maar dat zal de toekomst uitwijzen. De burgers van dit land zijn echter wel de klos met de invoering van het rekening rijden. Zij betalen een bedrag van tussen de 60 en 70 euro per jaar meer. Dat komt omdat in de huidige motorrijtuigenbelasting zgn. opcenten voor de provincie worden meegenomen. Dat bedrag nu, ca. 1,1 miljard euro in 2010 willen de provincies niet graag mislopen en dus hebben zij, na een uitvoerige lobby, van het Kabinet toestemming gekregen om een nieuwe belasting in te voeren. Daarover wordt nog gesproken, maar de naam 'inwoner- of koppenbelasting' circuleert al in de Haagse wandelgangen. Dat betekent dus in gewone mensentaal dat de invoering van het rekeningrijden niet alleen incidentele kosten kent (geschat wordt ongeveer 100 miljoen), maar voor de burger ook een structurele lastenverzwaring. Daarover wordt echter nauwelijks gesproken en de arrogantie waarmee met name Eurlings zijn plan verdedigt met de opmerking dat het eerlijker is en niets meer kost is stuitend. Jammer, want een eenvoudiger en goedkopere oplossing ligt zo voor de hand.
Elke auto wordt jaarlijks APK gekeurd en tijdens die keuring wordt ook de km stand opgegeven. Dat wordt door de garagehouder ingevoerd in een landelijke database en de rijder ontvangt een nota voor het aantal gereden kilometers. Op basis van het eerste jaar worden er voorschotten in rekening gebracht die maandelijks dienen te worden betaald, vergelijkbaar met het voldoen van de energienota. Indien gewenst kan het land ook nog verdeeld worden in zones, op dezelfde manier waarop de verzekeringsmaatschappijen het doen. Dit houdt in dat mensen in de Randstand per km meer kwijt zijn dat bijvoorbeeld in Zeeland of Groningen.
Simpel, doeltreffend, geringe invoeringskosten en geen gedoe met kastjes in de auto waardoor er gelukkig ook geen soort autovolgsysteem ontstaat, waavoor de hoeders van onze privacy zich terecht ongerust maken.
Binnenkort zal ik een beschouwing wijden aan de arrogante tafeltennisbond
waarvan de bestuurders kennelijk niet begrijpen dat mensen sporten voor hun plezier.
De secretaris
Over Eurlings gesproken. Al maanden betoogt deze minister dat met de invoering van het rekeningrijden op 'zijn manier', dus met die dure kastjes in elke auto, per saldo niet duurder uit zullen zijn dan nu. Gemiddeld gesproken dan natuurlijk, want fervente spitsrijders zullen veel meer kwijt zijn, terwijl de echte zondagsrijder zich van geluk in zijn handen zal wrijven. Als Eurlings zegt: "de totale inkomsten voor het rijk uit het rekeningrijden zullen niet hoger zijn dan de huidige inkomsten uit motorrijtuigenbelastingen bpm" heeft hij ongetwijfeld gelijk, maar dat zal de toekomst uitwijzen. De burgers van dit land zijn echter wel de klos met de invoering van het rekening rijden. Zij betalen een bedrag van tussen de 60 en 70 euro per jaar meer. Dat komt omdat in de huidige motorrijtuigenbelasting zgn. opcenten voor de provincie worden meegenomen. Dat bedrag nu, ca. 1,1 miljard euro in 2010 willen de provincies niet graag mislopen en dus hebben zij, na een uitvoerige lobby, van het Kabinet toestemming gekregen om een nieuwe belasting in te voeren. Daarover wordt nog gesproken, maar de naam 'inwoner- of koppenbelasting' circuleert al in de Haagse wandelgangen. Dat betekent dus in gewone mensentaal dat de invoering van het rekeningrijden niet alleen incidentele kosten kent (geschat wordt ongeveer 100 miljoen), maar voor de burger ook een structurele lastenverzwaring. Daarover wordt echter nauwelijks gesproken en de arrogantie waarmee met name Eurlings zijn plan verdedigt met de opmerking dat het eerlijker is en niets meer kost is stuitend. Jammer, want een eenvoudiger en goedkopere oplossing ligt zo voor de hand.
Elke auto wordt jaarlijks APK gekeurd en tijdens die keuring wordt ook de km stand opgegeven. Dat wordt door de garagehouder ingevoerd in een landelijke database en de rijder ontvangt een nota voor het aantal gereden kilometers. Op basis van het eerste jaar worden er voorschotten in rekening gebracht die maandelijks dienen te worden betaald, vergelijkbaar met het voldoen van de energienota. Indien gewenst kan het land ook nog verdeeld worden in zones, op dezelfde manier waarop de verzekeringsmaatschappijen het doen. Dit houdt in dat mensen in de Randstand per km meer kwijt zijn dat bijvoorbeeld in Zeeland of Groningen.
Simpel, doeltreffend, geringe invoeringskosten en geen gedoe met kastjes in de auto waardoor er gelukkig ook geen soort autovolgsysteem ontstaat, waavoor de hoeders van onze privacy zich terecht ongerust maken.
Binnenkort zal ik een beschouwing wijden aan de arrogante tafeltennisbond
waarvan de bestuurders kennelijk niet begrijpen dat mensen sporten voor hun plezier.
De secretaris
zondag 3 januari 2010
Competentiemanagement: mag het ietsjes minder.
Competentiemanagement is verworden tot een speeltje voor de afdeling P&O. Alleen al dit dure woord leidde ertoe dat de P&O-er voortaan werkzaam was op de afdeling HRM en zich ging bezig houden met het bedenken van allerlei manieren om de medewerker te onderhouden en ontwikkelen. De medewerker wordt daarbij niet meer gezien als persoon, maar als een serie competenties en….de medewerker zag zichzelf opeens terug als het ‘kapitaal’ van de organisatie. Een woord dat maar al te snel werd ingeburgerd in HRM-mend Nederland.
Competenties beschrijven werd vooral gezien als een geweldige vervanging van de functieomschrijving. Die leidde maar al te vaak tot onzinnige haarkloverijen (“Dat past niet in mijn functie”) en een veelvoud aan functieaanpassingen die op hun beurt steeds weer opnieuw gewaardeerd moesten worden door een duur bureau.
Competentiemanagement wekt ook de suggestie dat je competenties kunt managen en het tegendeel is veelal waar. Toch doen de HRM afdelingen hun uiterste best om elkaar te overtreffen in het samenstellen van dik, dikker en dikste competentiehandboeken met daarin opgenomen de omschrijvingen van de competenties die de medewerker allemaal zou moeten hebben. Een beetje organisatie onderscheidt in ieder geval een aantal algemene competenties die elke medewerker moet hebben, met daarnaast een aantal functiespecifieke competenties. Dat het ook voor HRM-mers heel erg lastig is om competenties te beschrijven valt op als willekeurig welk handboek ook wordt opengeslagen. Een oplettende lezer ziet in de beschrijvingen dat er van alles door elkaar heen wordt gebruikt, zoals kennis, gedrag, persoonskenmerken en houdingen. Verder verdienen dezelfde bureaus die de fubes nu met zoveel gemak als achterhaald in de prullenbak werpen heel veel geld aan het opstellen van allerlei competenties en het liefst nog op verschillende niveaus. Zo onderscheiden de competentiekenners schriftelijke communicatie op vier niveaus en mondelinge op drie. De arme manager die zich met de hele hype rond competentiemanagement geen raad weet, maar wel de functioneringsgesprekken moet afnemen, is blij met de ondersteuning die de HRM medewerker hem biedt middels het verschaffen van afvinklijstjes per persoon. Het enige wat het afdelingshoofd nog moet doen is een vinkje zetten achter de competenties die beheerst worden en met de medewerker te bespreken wat deze nog moet doen om de andere vinkjes te verdienen.
Helemaal fout natuurlijk! Net als in de sport heeft het niet zoveel zin om te gaan werken aan wat niet of onvoldoende wordt beheerst. Beter is om de sterke kanten verder te ontwikkelen en de talenten van de medewerker volop in de schijnwerpers te zetten en te gebruiken. Dat geeft de medewerker zelfvertrouwen en werkplezier en de manager minder ergernis.
Employee-development is waar een excellente organisatie behoefte aan heeft en als dat goed gebeurt kunnen de competentiebeschrijvingen in de prullenbak. Laat de managers maar bepalen aan welke mensen hij op zijn afdeling behoefte heeft en samen met die mensen aan hun ontwikkeling werken, dan komt het allemaal goed.
Ik wens u veel mooie competenties toe in 2010,
De secretaris
Competenties beschrijven werd vooral gezien als een geweldige vervanging van de functieomschrijving. Die leidde maar al te vaak tot onzinnige haarkloverijen (“Dat past niet in mijn functie”) en een veelvoud aan functieaanpassingen die op hun beurt steeds weer opnieuw gewaardeerd moesten worden door een duur bureau.
Competentiemanagement wekt ook de suggestie dat je competenties kunt managen en het tegendeel is veelal waar. Toch doen de HRM afdelingen hun uiterste best om elkaar te overtreffen in het samenstellen van dik, dikker en dikste competentiehandboeken met daarin opgenomen de omschrijvingen van de competenties die de medewerker allemaal zou moeten hebben. Een beetje organisatie onderscheidt in ieder geval een aantal algemene competenties die elke medewerker moet hebben, met daarnaast een aantal functiespecifieke competenties. Dat het ook voor HRM-mers heel erg lastig is om competenties te beschrijven valt op als willekeurig welk handboek ook wordt opengeslagen. Een oplettende lezer ziet in de beschrijvingen dat er van alles door elkaar heen wordt gebruikt, zoals kennis, gedrag, persoonskenmerken en houdingen. Verder verdienen dezelfde bureaus die de fubes nu met zoveel gemak als achterhaald in de prullenbak werpen heel veel geld aan het opstellen van allerlei competenties en het liefst nog op verschillende niveaus. Zo onderscheiden de competentiekenners schriftelijke communicatie op vier niveaus en mondelinge op drie. De arme manager die zich met de hele hype rond competentiemanagement geen raad weet, maar wel de functioneringsgesprekken moet afnemen, is blij met de ondersteuning die de HRM medewerker hem biedt middels het verschaffen van afvinklijstjes per persoon. Het enige wat het afdelingshoofd nog moet doen is een vinkje zetten achter de competenties die beheerst worden en met de medewerker te bespreken wat deze nog moet doen om de andere vinkjes te verdienen.
Helemaal fout natuurlijk! Net als in de sport heeft het niet zoveel zin om te gaan werken aan wat niet of onvoldoende wordt beheerst. Beter is om de sterke kanten verder te ontwikkelen en de talenten van de medewerker volop in de schijnwerpers te zetten en te gebruiken. Dat geeft de medewerker zelfvertrouwen en werkplezier en de manager minder ergernis.
Employee-development is waar een excellente organisatie behoefte aan heeft en als dat goed gebeurt kunnen de competentiebeschrijvingen in de prullenbak. Laat de managers maar bepalen aan welke mensen hij op zijn afdeling behoefte heeft en samen met die mensen aan hun ontwikkeling werken, dan komt het allemaal goed.
Ik wens u veel mooie competenties toe in 2010,
De secretaris
Abonneren op:
Posts (Atom)