Ik vraag me wel eens af of er ook bestuursleden van de Nederlandse tafeltennisbond zijn die er niet zitten ter meerdere eer en glorie van zichzelf, voor de mooie reisjes of om fijn te kunnen pronken met andermans veren. Dat laatste is natuurlijk het geval als er weer eens een import-Nederlandse dame een prachtige prijs heeft gewonnen. En dat wordt dan natuurlijk weer gebruikt om te kunnen opscheppen over het fantastische beleid dat door de ‘zich vaak miskend voelende’ bestuurders wordt gevoerd.
Een van de kenmerken van sport is echter dat het wordt beoefend voor het plezier van de deelnemers en/of van de toeschouwers. Dit toch niet onbelangrijke aspect van de sport is in de tafeltenniswereld zo langzamerhand in de ogen van veel leden helaas kennelijk ondergeschikt gemaakt aan andere en meer persoonlijke belangen van de bestuurders.
Een fraai voorbeeld hiervan is de verplichte invoering van de damescompetitie in de tachtiger jaren. Ondanks veel protest is het de dames door de strot geduwd met als doel dat de dames zich op deze manier beter zouden kunnen ontwikkelen. Resultaat nu is dat de beste dames in het buitenland spelen of gewoon in de herencompetitie meedoen, en dat op afdelingsniveau de dames allang weer bij de heren spelen. Als je anno 2010 vrouw bent, een batje bij Bart Smit hebt gekocht en zegt dat je niet in de afdeling wil spelen, wordt je door de NTTB bonzen hartelijk omarmd en krijg je met je team heel snel een plekje in de landelijke competitie. In een soepele bui heeft de NTTB ooit toegestaan dat een speler in twee competities mag uitkomen. Dat betekent voor veel vrouwen dat ze zowel in de competitie bij de heren meespelen als ook in de damescompetitie. Denk nu niet dat een dame bij de heren in de landelijke competitie mag spelen. O nee. Daar hebben de NTTB-bobo’s een stokje voor gestoken. Als je heel sterk bent en aan allerlei voorwaarden voldoet mag je bij de heren landelijk spelen. Dat betekent dus dat veel dames noodgedwongen in de afdelingscompetitie spelen bij de mannen. Als je bij de dames goed eerste divisie speelt of onderin de eredivisie dan kom je bij de heren uit in de eerste klasse of in de hoofdklasse. Maar ja, speel je hoofdklasse, dan komt het voor dat het team waarvan je deel uit maakt kampioen wordt en dus promoveert naar de derde divisie. Leuk voor jou, denk je dan als argeloze volger van die sport, spelen ze eindelijk ook bij de heren landelijk. Maar nee hoor! Zo gemakkelijk gaat dat niet. De bobo’s hebben wel het regeltje bedacht dat je als dame dan minstens 70 % van de wedstrijden moet hebben meegespeeld. Dat geldt uiteraard niet voor de heren in dat team. Zo’n team bestaat vrijwel in alle gevallen uit meer dan drie spelers, omdat de dame ook vaak op zaterdag in haar damesteam moet acteren. Je kunt je afvragen welk doel deze regel dient, maar ook of hier geen sprake is van discriminatie! Het is de hoogste tijd dat de heren van het hoofdbestuur nog eens goed kijken naar het eerder genoemde kenmerk van de sport: ‘plezier voor iedereen’ en zich op de sportmanier aansluiten bij de actie ‘Paarse krokodil’ oftewel het schrappen van alle overbodige regels. Laat de vrouwen zelf kiezen in welke competitie zij willen acteren en probeer dat mogelijk te maken i.p.v. regeltjes te bedenken die dat verhinderen. Als bestuur zit je er om de sport voor iedereen aantrekkelijk te maken en niet alleen om te pronken met een titel van Li Jie of Li Jiao.
Tot een volgende beschouwing,
De secretaris
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten