zondag 5 september 2010

Ex-bestuurders verdienen het!

Vooral sinds de gemeenteraadsverkiezingen in dit voorjaar liggen de ex-bestuurders onder vuur vanwege de zgn. riante wachtgeldregelingen. Kreten als 'zakkenvullers' en 'profiteurs' zijn regelmatig te horen en ook de media gooien in dit verband maar al te graag olie op het vuur. Het Dagblad van het Noorden suggereerde afgelopen zaterdag met de kop 'Miljoenen voor afgezwaaide wethouders' dat deze groep dames en heren maar al te graag hun hand op houden, zonder daar iets tegenover te stellen. 'Legaal maar omstreden' luidt een andere kop en je moet al ver in het artikel duiken om enig fatsoenlijk tegengeluid te bemerken. Weinigen troosten zich de moeite om uit te leggen hoe het nu precies zit en waarom deze wachtgeldregelingen zo 'ruimhartig' zijn. Overigens is de maximum duur van het wachtgeld voor het overgrote deel van de voormalige politieke bestuurders teruggebracht van 6 naar 4 jaar. Het beeldvorming rond de wachtgeldregelingen van ex-bestuurders wordt m.i. negatief gekleurd door de uitwassen die breed worden uitgemeten in de pers. Deze wordt vnl. veroorzaakt doordat er een minimum wachtgeldduur bestaat van 2 jaar, waardoor een politicus die na enkele maanden, al of niet noodgedwongen (vertrekreden speelt geen rol in de wachtgeldregeling) afstand moet doen van zijn bestuurdersbaantje en elk geval 2 jaar kan genieten van de uitkering. Zelf Philomena Bijlhout die voor de LPF slechts enkele uren als staatssecretaris werkzaam was geweest ontving vervolgens nog ruim 2 jaar wachtgeld onder het vorige regime.

Ik ben voor een ruimharige regeling voor ex-politici. Er is geen baan die zo riskant is als die van politiek bestuurder. Je bent namelijk niet alleen afhankelijk van je eigen kwaliteiten, maar ook en misschien nog wel meer van de luimen van de raad of je eigen fractie. Het zijn niet alleen de zwakke wethouders die het veld moeten ruimen, ook goede en misschien wel te goede wethouders worden sinds de invoering van het dualisme te snel de wacht aangezegd. Een onderzoek uit 2008 weest uit dat ex-wethouders moeilijk aan de bak komen na hun bestuurlijke carrière. Zeker waar het wethouders betreft uit middelgrote en kleinere gemeenten. Verder is er vrijwel geen baan te vinden waarin je zoveel uren moet maken als wethouder. Vergaderen, inspraakavonden, dossiers lezen, spreekuur en wat dies meer zij, zorgen ervoor dat werkweken van meer dan 70 uur geen uitzondering zijn.
Als je je maatschappelijke carrière inruilt voor een politieke dan moet je veelal in de salarissfeer een veer laten, maar uit idealisme om iets te betekenen voor de inwoners van je gemeente of land is dat meestal niet zo'n probleem. Veel mensen hebben dat er graag voor over. Wat de kandidaten onzeker en ongerust maakt is de onzekerheid over de toekomst. De politiek biedt namelijk geen enkele zekerheid.

Die onzekerheid over de toekomst mag van mij derhalve best een goede compensatie hebben en daarom ben ik van mening dat een wachtgeldregeling die tegemoetkomt aan bestuurders die de zekerheid van een bestaan bij de overheid of in het bedrijfsleven inruilen voor de onzekerheid van de politiek best heel genereus mag zijn.
Het gehuil over die zgn. 'riante' wachtgeldregeling is mijns inziens dus ook te gemakkelijk en zeer ongepast.

Tot de volgende beschouwing,

de Secretaris

Geen opmerkingen: