Niet alleen de politiek geïnteresseerden vinden de verkiezingstijd een hoogtepunt, ook de creatievelingen kunnen hun geluk niet op. In de hoop dat ze een vooraanstaande rol kunnen spelen tijdens de debatten en misschien zelfs bij de coalitiebesprekingen strooien ze het ene idee na het andere over ons uit. Over het algemeen laat ik die gedachtenspinsels maar voor wat ze zijn, omdat over het algemeen ieder weldenkend mens ze net zo snel vergeet als ze zijn gedropt.
Dat ik deze keer een uitzondering maak en twee ideeën wil bespreken, komt omdat deze kronkels voortkomen uit de gekrochten van ogenschijnlijk eerbiedwaardige organisaties.
Laat ik maar eens beginnen met het onzinnige idee van de Onderwijsraad om driejarigen naar de basisschool te sturen, weliswaar vrijwillig zoals nu de vierjarigen, maar toch.....
Als argument wordt gebruikt dat de de kwaliteit van het gebodene op de kinderopvang en in de peuterspeelzaal te wensen overlaat. Op de basisschool zijn goed opgeleide leraren aanwezig die voor een kwalitatief sterk aanbod kunnen zorgen. Uiteraard moet alles speels gebeuren en is het niet de bedoeling dat de arme schapen in bankjes moeten zitten met de armen over elkaar. Uiteraard moet de lerarenopleiding ook op de schop en moet er een specialisatie komen voor het 'Jonge Kind'. Basisscholen moeten met een samenhangend aanbod komen voor 3, 4 en 5 jarigen.
Er zijn niet nader genoemde incidentele invoeringskosten en structureel kost dit wangedrocht 125 miljoen per jaar. Ik neem maar gemakshalve aan dat de aanloopkosten o.a. bijscholing van de huidige leerkrachten bevat, de aanschaf van educatief materiaal en de bouw van extra lokalen. Desgevraagd zei Fons van Wieringen, voorzitter van het zichzelf overbodig gemaakte adviesorgaan, dat de leerkrachten ook wel een aantal ochtenden naar de peuterspeelzaal zou kunnen gaan. De beste man denkt zeker dat de achterblijvende kleuters zich gedurende die tijden prima zelf kunnen vermaken. Mijn inschatting is overigens dat de aanloopkosten wel eens de pan uit zouden kunnen rijzen, alleen door de hoge (aan-)bouwkosten. Je vraagt je af waarom men niet op het idee komt om de opleidingen voor peuterspeelzaalleidster op te krikken tot HBO niveau. Lijkt mij een goedkopere en voor de hand liggender oplossing. Tenslotte gaan ook jongere kinderen naar kinderopvang en peuterspeelzaal. Is hun wel en wee dan niet zo interessant of is de volgende stap dat de basisschool over 20 jaar al na de wieg begint?
Het lijkt erop dat wergevers en werknemers in de SER een AOW akkoord gaan bereiken waarbij de AOW en pensioenleeftijd naar 66 jaar gaat in 2020 en dat vervolgens elke vijf jaar wordt bekeken of er nog een verdere leeftijdsverhoging noodzakelijk is. De discussie zal zich in de komende weken wel toespitsen op die verhoging tot 66 jaar. Zoals de details nu langzamerhand naar buiten druppelen zit er echter een forse adder onder het gras van dit mooie gezamenlijke plan. De pensioenuitkeringen, zo staat ergens geschreven, zijn voortaan afhankelijk van het beleggingsresultaat. Op deze manier veramerikaniseren we dus opnieuw en verder onze samenleving. Alsof men niet kijkt naar de overkant van de plas om te zien hoe het daar vaak misgaat met de pensioenfondsen. Alsof men overal in de wereld niet jaloers is op ons pensioenstelsel. Wat is er dan precies aan de hand volgens de uitgelekte plannen? Op dit moment moeten de pensioenfondsen een dekkingsgraad hebben van 105 %. Als zij onder die grens duiken, moeten ze een herstelplan indienen bij DNB om de dekkingsgraad te verhogen. Zoals het er nu naar uitziet klemt die dekkingsgraad straks minder, omdat de pensioenuitkeringen omlaag mogen als de beleggingsresultaten tegenvallen. De pensioengerechtigden zullen voortaan volatile inkomsten hebben. Een eerste stap op weg naar een afscheid van het zgn. omslagstelsel. Als dit onzalige idee ook opduikt in de definitieve overeenkomst kunnen we constateren dat de werknemers zich een behoorlijk oor aan hebben laten naaien en moeten we maar hopen dat de politiek door het rookgordijn van de AOW-eeftijd heenkijkt en de pijlen gaat richten op datgeven waar het hier werkelijk om gaat: Een waarschijnlijk expres klein geschreven, maar o zo gevaarlijk onderdeel van het SER akkoord.
Tot de volgende beschouwing,
de Secretaris
donderdag 27 mei 2010
zaterdag 15 mei 2010
Onderwijs dat niet past.
Weer Samen Naar School (WSNS) is een project met als doel kinderen, die extra zorg en begeleiding nodig hebben, zoveel mogelijk op een reguliere basisschool te houden. Het betreft voornamelijk om leerlingen die moeite hebben met leren of die gedragsproblemen hebben. Dit zijn bijvoorbeeld leerlingen met ADHD, dyslexie of bepaalde vormen van autisme. Zo startte dit ambitieuze project in 1991. Met de invoering van WSNS werd in 1998 ook een streep gezet door een deel van het speciaal onderwijs (LOM en MLK). Vanuit de (nieuwe) sbo (speciaal basisonderwijs) school moest voortaan de expertise komen voor de kinderen die extra begeleiding nodig hadden. Een mooi en ook idealistisch project zou je zo zeggen: Kinderen met een min of meer ernstige gedrags- of leerprobleem behoefden niet meer van de reguliere school af naar het speciaal onderwijs, maar konden voortaan in "hun eigen" omgeving worden opgevangen en begeleid. Wat is nu het resultaat als we bijna 20 jaar later de stand opmaken?
Tot een kwart van de leerlingen in het regulier basisonderwijs komt in aanmerking voor een aangepast programma. In een gemiddelde klas van 25 leerlingen gaat het dus om 5 à 6 leerlingen en zeker een tweetal daarvan heeft gedragsproblemen als ADHD of PDD-NOS. De overigen hebben behoorlijke lees-, taal- of rekenproblemen. Deze leerlingen werden voor 1998 verwezen naar de LOM- of MLK-school. Nu niet . De leerkracht, met niet meer dan PABO in zijn achterzak, wordt nu geacht de specialist te zijn die voor deze groep kinderen een programma op maat schrijft (handelingsplan) en het vervolgens zelf gaat uitvoeren.
In theorie klopt dit verhaal en ziet het er aardig uit. De praktijk laat echter iets heel anders zien.
De leerkracht is niet toegerust voor de begeleiding van kinderen die veel extra aandacht nodig hebben en die kinderen vergen zoveel aandacht van de leerkracht, vooral kinderen met gedragsproblemen, dat de overige kinderen in de groep regelmatig aandacht te kort komen. Het is het dus allemaal net niet. Kinderen die extra aandacht en deskundige begeleiding nodig hebben, krijgen die aandacht wel maar de noodzakelijke begeleiding niet of mondjesmaat en de 'gewone en gemiddelde' kinderen leiden onder het feit dat de een kleine groep kinderen de meeste tijd van de leerkracht opeist. Je zou gerust kunnen zeggen dat hier de Wet van Pareto van toepassing is: de leerkracht steekt 80 % van zijn tijd in 20 % van de kinderen. Beide groepen kinderen komen dus te kort op de basisschool. Gevolgen op langere termijn zijn evident. De groep 'probleemkinderen' worden niet adequaat geholpen en nemen hun inmiddels gegroeide problemen mee naar het voortgezet onderwijs, waar ze veelal terecht komen in de spelonken van het vmbo alwaar ze worden ondergebracht in de basisberoepsgerichte leerweg. Een 'opleiding' die je ook zonder diploma af kunt sluiten en die toegang geeft tot niveau 1 van het MBO. Op de vmbo kan men weinig meer doen aan de problemen van die kinderen, omdat de basis al niet goed is gelegd. Gevolg is dat een groot aantal van deze jongeren opgroeit met een weinig hoopvolle toekomst. De groep met niet of onvoldoende behandelde gedragsproblemen zijn de jongeren die in en vanaf de puberteit voor grotere problemen kunnen zorgen in het sociale verkeer. De uitzichtsloosheid van deze groeiende groep en de toenemende problematiek zorgen voor een grote toename van de maatschappelijke kosten. Enerzijds door de groei van de WSW bedrijven, anderzijds door het oplopend aantal kleine en geweldsdelicten. Het zou goed zijn te onderzoeken of de delictplegers inderdaad jongeren zijn die op de basisschool al gesignaleerd zijn voor een speciale behandeling.
Dat de middengroep kinderen aandacht te kort komt sinds de samensmelting van LOM en MLK in de sbo school en de daarmee gepaard gaande financiering die geen recht doet aan de zorg die de probleemkinderen verdienen en nodig hebben, zal in enkele gevallen ertoe leiden dat die 'gemiddelde' kinderen gaan onderpresteren. Grotere zorg is er echter voor nog een groep kinderen die extra aandacht nodig heeft, nl. de hoogbegaafden Dat deze kinderen mede leiden onder het gebrek aan aandacht dat de groepsleerkracht ze kan geven, blijkt mede uit het feit dat overal in het land de Leonardo klassen in het basisonderwijs als paddestoelen uit de grond schieten. Initiatieven die vaak mede worden toegejuicht door de overheid. Dat dit afbreuk doet aan Weer Samen Naar School schijnt niemand te deren. Het wordt echter nog erger.
Met ingang van 1 augustus 2012 wordt in Nederland het Passend Onderwijs ingevoerd. De overheid verplicht vanaf die datum de gewone scholen (reguliere scholen) om een passend onderwijsaanbod aan te bieden voor kinderen met een beperking, leer- of ontwikkelings-problemen, een stoornis of een ziekte. Passend onderwijs wordt gezien als een grote onderwijsvernieuwing. Ik durf de stelling aan dat het een drama wordt, omdat met de invoering van dit onderwijs geen enkel kind recht wordt gedaan en er alleen maar verliezers zullen zijn.
Het wordt onderwijs dat absoluut niet past.
Een sombere maar realistische beschouwing, helaas.
de Secretaris
Tot een kwart van de leerlingen in het regulier basisonderwijs komt in aanmerking voor een aangepast programma. In een gemiddelde klas van 25 leerlingen gaat het dus om 5 à 6 leerlingen en zeker een tweetal daarvan heeft gedragsproblemen als ADHD of PDD-NOS. De overigen hebben behoorlijke lees-, taal- of rekenproblemen. Deze leerlingen werden voor 1998 verwezen naar de LOM- of MLK-school. Nu niet . De leerkracht, met niet meer dan PABO in zijn achterzak, wordt nu geacht de specialist te zijn die voor deze groep kinderen een programma op maat schrijft (handelingsplan) en het vervolgens zelf gaat uitvoeren.
In theorie klopt dit verhaal en ziet het er aardig uit. De praktijk laat echter iets heel anders zien.
De leerkracht is niet toegerust voor de begeleiding van kinderen die veel extra aandacht nodig hebben en die kinderen vergen zoveel aandacht van de leerkracht, vooral kinderen met gedragsproblemen, dat de overige kinderen in de groep regelmatig aandacht te kort komen. Het is het dus allemaal net niet. Kinderen die extra aandacht en deskundige begeleiding nodig hebben, krijgen die aandacht wel maar de noodzakelijke begeleiding niet of mondjesmaat en de 'gewone en gemiddelde' kinderen leiden onder het feit dat de een kleine groep kinderen de meeste tijd van de leerkracht opeist. Je zou gerust kunnen zeggen dat hier de Wet van Pareto van toepassing is: de leerkracht steekt 80 % van zijn tijd in 20 % van de kinderen. Beide groepen kinderen komen dus te kort op de basisschool. Gevolgen op langere termijn zijn evident. De groep 'probleemkinderen' worden niet adequaat geholpen en nemen hun inmiddels gegroeide problemen mee naar het voortgezet onderwijs, waar ze veelal terecht komen in de spelonken van het vmbo alwaar ze worden ondergebracht in de basisberoepsgerichte leerweg. Een 'opleiding' die je ook zonder diploma af kunt sluiten en die toegang geeft tot niveau 1 van het MBO. Op de vmbo kan men weinig meer doen aan de problemen van die kinderen, omdat de basis al niet goed is gelegd. Gevolg is dat een groot aantal van deze jongeren opgroeit met een weinig hoopvolle toekomst. De groep met niet of onvoldoende behandelde gedragsproblemen zijn de jongeren die in en vanaf de puberteit voor grotere problemen kunnen zorgen in het sociale verkeer. De uitzichtsloosheid van deze groeiende groep en de toenemende problematiek zorgen voor een grote toename van de maatschappelijke kosten. Enerzijds door de groei van de WSW bedrijven, anderzijds door het oplopend aantal kleine en geweldsdelicten. Het zou goed zijn te onderzoeken of de delictplegers inderdaad jongeren zijn die op de basisschool al gesignaleerd zijn voor een speciale behandeling.
Dat de middengroep kinderen aandacht te kort komt sinds de samensmelting van LOM en MLK in de sbo school en de daarmee gepaard gaande financiering die geen recht doet aan de zorg die de probleemkinderen verdienen en nodig hebben, zal in enkele gevallen ertoe leiden dat die 'gemiddelde' kinderen gaan onderpresteren. Grotere zorg is er echter voor nog een groep kinderen die extra aandacht nodig heeft, nl. de hoogbegaafden Dat deze kinderen mede leiden onder het gebrek aan aandacht dat de groepsleerkracht ze kan geven, blijkt mede uit het feit dat overal in het land de Leonardo klassen in het basisonderwijs als paddestoelen uit de grond schieten. Initiatieven die vaak mede worden toegejuicht door de overheid. Dat dit afbreuk doet aan Weer Samen Naar School schijnt niemand te deren. Het wordt echter nog erger.
Met ingang van 1 augustus 2012 wordt in Nederland het Passend Onderwijs ingevoerd. De overheid verplicht vanaf die datum de gewone scholen (reguliere scholen) om een passend onderwijsaanbod aan te bieden voor kinderen met een beperking, leer- of ontwikkelings-problemen, een stoornis of een ziekte. Passend onderwijs wordt gezien als een grote onderwijsvernieuwing. Ik durf de stelling aan dat het een drama wordt, omdat met de invoering van dit onderwijs geen enkel kind recht wordt gedaan en er alleen maar verliezers zullen zijn.
Het wordt onderwijs dat absoluut niet past.
Een sombere maar realistische beschouwing, helaas.
de Secretaris
Abonneren op:
Posts (Atom)