[1] Waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.
Hoe anders doet de manager het die er in slaagt in korte tijd de bijnaam Khadaffi te verwerven. Aanvankelijk verfrissend deze nieuwe manager, die tenminste besluitvaardig is, bij wie je nooit lang behoeft te wachten op antwoord als je een mailtje stuurt, bij wie de vergadering hooguit een uurtje duurt. Totdat je erachter komt dat deze manager helemaal niet zo ‘lekker’ besluitvaardig is, maar gewoon geen fouten accepteert, geen tegenspraak duldt. Alle tegenwerpingen als kritiek beschouwt, als een aanval op zijn positie. Die dan ook meteen in de tegenaanval gaat, waarbij hij geen blad voor de mond neemt en je uitfoetert waar iedereen bij staat. Die een cultuur weet te scheppen waarin angst om fouten te maken overheerst en waar de goeie mensen vertrekken. En als Khadaffi weer buldert en je bij hem moet komen, word je tijdens je gang naar Canossa meewarig aangekeken door collega’s van andere afdelingen. Hier is het te hopen dat de signalen van dictatuur en angstcultuur tijdig bij de secretaris terecht komen, want het leven onder een Khadaffi is een echte kwelling voor medewerkers, bij wie alle energie weglekt en het ziekteverzuim vaak torenhoog stijgt.
Toch is de derde soort leidinggevende het gevaarlijkst. Het is de getructe manipulator. Deze man of vrouw maakt het niet uit aan wie hij leiding geeft. Of het nu de koekjesfabriek is, bij een gemeente een afdeling Maatschappelijke Zaken , Ruimtelijk Beheer of Dienstverlening: hij kopieert elke keer zijn trucje. Hij komt binnen, maakt een goede indruk, doet net of hij naar iedereen luistert, is zogenaamd ontvankelijk voor adviezen, maar gaat gewoon zijn eigen gang. Doet wat hij altijd heeft gedaan, zonder naar de eigenheid van de organisatie, gemeente of de afdeling te kijken. “Tja, het was in mijn vorige werkkring succesvol, dus hier zal het ook wel passen”, verkondigt hij steevast trots. Niet beseffend dat hij de afdeling (of nog erger: de organisatie)langzamerhand naar de rand van de afgrond leidt, omdat zijn truc hier nu net niet werkt. Meteen op zoek naar medestanders (voortrekken) en weinig inlevingsvermogen kenmerkt deze leiders die manipulatief gedrag tot kunst hebben verheven. De Cruijffiaanse uitspraak ‘Je ziet het pas, als je het doorhebt’ is hier onverkort van toepassing. Het is eigenlijk ook de perfecte interimmer die zijn eigen vorm van zeemeeuwmanagement voert. Waren de eerste twee leidinggevenden gemakkelijk te herkennen, medewerkers die vallen onder de derde soort leidinggevende zijn misschien nog wel het minst te benijden. Immers weet deze leidinggevende heel goed de schijn van vriendelijkheid en begrip op te houden. Wie deze leidinggevende wilt doorgronden moet van goeden huize komen.
De kans dat je onder één van bovenstaande leidinggevenden valt is niet gering. Guus Essers toont in zijn boek ‘Ik weet dat u liegt’ aan, dat het aantal psychopaten in de top vier keer zo hoog is als op andere posities.
Daarom kun je maar het beste hopen op leidinggevende nummer vier. Iemand die ‘onzichtbaar’ leiding geeft. Die faciliteert, vertrouwt en vergeeft. Die dienstbaar is aan de groep, maar ook rekening houdt met het individu. Die respecteert, maar ook die durft op te treden als er (grote) fouten worden gemaakt of als de kantjes ervan afgelopen worden. Die zijn eigen fouten durft toe te geven en die accepteert dat fouten maken nu eenmaal horen bij mensen. Die vertelt wat er moet gebeuren en het hoe overlaat aan zijn medewerkers. Zo’n leidinggevende wens ik u allen toe in mijn laatste column voor de Bestuursacademie.
Toch is de derde soort leidinggevende het gevaarlijkst. Het is de getructe manipulator. Deze man of vrouw maakt het niet uit aan wie hij leiding geeft. Of het nu de koekjesfabriek is, bij een gemeente een afdeling Maatschappelijke Zaken , Ruimtelijk Beheer of Dienstverlening: hij kopieert elke keer zijn trucje. Hij komt binnen, maakt een goede indruk, doet net of hij naar iedereen luistert, is zogenaamd ontvankelijk voor adviezen, maar gaat gewoon zijn eigen gang. Doet wat hij altijd heeft gedaan, zonder naar de eigenheid van de organisatie, gemeente of de afdeling te kijken. “Tja, het was in mijn vorige werkkring succesvol, dus hier zal het ook wel passen”, verkondigt hij steevast trots. Niet beseffend dat hij de afdeling (of nog erger: de organisatie)langzamerhand naar de rand van de afgrond leidt, omdat zijn truc hier nu net niet werkt. Meteen op zoek naar medestanders (voortrekken) en weinig inlevingsvermogen kenmerkt deze leiders die manipulatief gedrag tot kunst hebben verheven. De Cruijffiaanse uitspraak ‘Je ziet het pas, als je het doorhebt’ is hier onverkort van toepassing. Het is eigenlijk ook de perfecte interimmer die zijn eigen vorm van zeemeeuwmanagement voert. Waren de eerste twee leidinggevenden gemakkelijk te herkennen, medewerkers die vallen onder de derde soort leidinggevende zijn misschien nog wel het minst te benijden. Immers weet deze leidinggevende heel goed de schijn van vriendelijkheid en begrip op te houden. Wie deze leidinggevende wilt doorgronden moet van goeden huize komen.
De kans dat je onder één van bovenstaande leidinggevenden valt is niet gering. Guus Essers toont in zijn boek ‘Ik weet dat u liegt’ aan, dat het aantal psychopaten in de top vier keer zo hoog is als op andere posities.
Daarom kun je maar het beste hopen op leidinggevende nummer vier. Iemand die ‘onzichtbaar’ leiding geeft. Die faciliteert, vertrouwt en vergeeft. Die dienstbaar is aan de groep, maar ook rekening houdt met het individu. Die respecteert, maar ook die durft op te treden als er (grote) fouten worden gemaakt of als de kantjes ervan afgelopen worden. Die zijn eigen fouten durft toe te geven en die accepteert dat fouten maken nu eenmaal horen bij mensen. Die vertelt wat er moet gebeuren en het hoe overlaat aan zijn medewerkers. Zo’n leidinggevende wens ik u allen toe in mijn laatste column voor de Bestuursacademie.