Wat is die NTTB toch eigenlijk een prutbondje. Daar waar de leden massaal weglopen en wegblijven presteert de bond ondermaats en zijn er geen geslaagde pogingen te noemen om daar verandering in te brengen. Om de haverklap vliegen bestuur en bondsraad elkaar in de haren en is er nauwelijks een bond te noemen waar het hoofdbestuur zo vaak wisselt van samenstelling. Ooit eens ruim 40.000 leden groot moeten we ons nu behelpen met een kwart minder leden. Ik ga het niet hebben over de talentontwikkeling, want die is wel in goede handen. Een sportbond heeft echter de eerste plicht om de sport te promoten, om de sport zo aantrekkelijk te maken dat er nieuwe aanwas komt. Daarin nu faalt de NTTB volledig. Het grootste euvel is toch wel de competitie. Waar sporten als hockey, korfbal en tennis zich steeds weer ontwikkelen en zich aanpassen aan de eisen van de moderne tijd, moeten de tafeltennisers het nog steeds doen met een competitie gebaseerd op allang door de tijd achterhaalde opvattingen.
Een paar belangrijke elementen pik ik er hier even uit:
1. De afschaffing van de vierde divisie blijkt een grote miskleun. Door die afschaffing zijn de afdelingen gegroeid, maar zorgt tegelijkertijd de piramidale opbouw ervoor, dat teams die in de hoogste klasse van de afdeling (en die daaronder) in de middenmoot meedraaien vrijwel elk jaar dezelfde tegenstanders ontmoeten. Er is niets ergerlijker voor een sporter om elk half jaar dezelfde koppen aan de andere kant van de tafel te zien, winnen of verliezen heeft hier niets mee te maken. De spanning is er na een paar jaar helemaal af en om die reden keren tafeltennissers regelmatig de sport de rug toe. Opnieuw invoeren die vierde divisie, voor de broodnodige variatie en uitdaging, zeker voor de jongeren die niet genoeg talent hebben om meteen vanuit de jeugd door te stoten naar de derde divisie bij de senioren.
Ten tweede is tafeltennis de enige sport waarbij je in de competitie de kans loopt, en dat gebeurt vaker dan me lief is, na middernacht nog achter tafel te moeten verschijnen om nog een potje te moeten spelen. En dan na de wedstrijd nog een drie kwartier naar huis rijden, dus rond half twee het bed in en dat, terwijl de wekker alweer om zes uur rinkelt. Wat is dat voor een bond, die dit in stand houdt? En dat terwijl de oplossing zo simpel is! Ga toch over op 2-mans teams, beste NTTB. Elke speler speelt gewoon drie partijen en alle door-de-weekse wedstrijden kunnen om acht uur beginnen. Als het heel lang duurt ben je om half elf klaar, maar toch op tijd weer thuis. Daarmee behoudt je in ieder geval de jongeren die net uit de jeugd komen en zich niet alleen een hoedje schrikken van de speelwijze van de ouderen, maar vooral van de tijdstippen waarop zich het een en ander afspeelt.
Geef clubs daarnaast ook nog de mogelijkheid om in een team drie man op te stellen, waarbij 1 speler dus twee keer achter tafel moet verschijnen en beide andere spelers voor één enkelspel, of één speler alleen ingezet wordt in het dubbelspel. Zorg daarnaast voor een aantrekkelijke competitieopzet: wel twee competities per jaar en poules van zes, maar stap af van die rigide piramide-constructie. Ook in een kleine afdeling kun je dan met twee of drie hoofdklassen spelen. Want als er minder dan drie promotieplaatsen zijn, krijgt de competitie een spannend staartje met promotie- en wat mij betreft ook degradatiewedstrijden in een neutrale zaal, op een zaterdag. Dat zijn ten minste publiekstrekkers.
En tot slot: organiseer veel meer toernooien voor tweemans teams. Zo'n Daviscup systeem slaat aan bewijst jaarlijks het zeer succesvolle Maaslandtoernooi. Het spelen van een dergelijk toernooi is aantrekkelijker dan een traditioneel toernooi, waarbij tweederde van de enthousiastelingen na 2 wedstrijden weer naar huis kan.
Het zal wel teveel gevraagd zijn van de bestuurders om serieus na te denken over de verdere ontwikkeling van de tafeltennissport als breedtesport. Men troost zich alvast met de gedachte dat het 'rondje om de tafel met Keen' een groot succes is, maar hoe die mensen vast te houden is vast niet hun eerste zorg. Zolang men maar kan pronken met een enkel talent en veel geld investeert in buitenlandse reisjes is men al dik tevreden. Er zijn kennelijk alleen leden nodig die dit bekostigen en als die er niet meer zijn, nou dan verhogen we gewoon de contributie. Dus nieuwe leden aantrekken is niet persé noodzakelijk voor de bobo's.....!
De secretaris roept waarschijnlijk de bestuurders tevergeefs op tot bezinning.
Tot een volgende beschouwing,
De secretaris
donderdag 5 februari 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)